Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
C/02/414129 / FA RK 23-4441) strekkende tot het vaststellen van het hoofdverblijf, de zorgregeling en de kinderalimentatie.
3.Het geschil in conventie en reconventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
- Welke hoofdverblijfplaats komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarigen?
- Welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarigen?
- Bestaat er een noodzaak voor het treffen van een kinderbeschermende maatregel?
week 1:[minderjarige01] en [minderjarige02] verblijven samen bij de man van zaterdag 10.00 uur tot zondag 17.00 uur, waarbij de vrouw [minderjarige02] op zaterdag om 10.00 uur bij de man brengt en de man [minderjarige02] op zondag 17.00 uur terugbrengt bij de vrouw;
week 2:[minderjarige01] en [minderjarige02] verblijven samen bij de vrouw van zaterdag 10.00 uur tot zondag 17.00 uur, waarbij de man [minderjarige01] op zaterdag om 10.00 uur brengt naar de vrouw en de vrouw [minderjarige01] op zondag om 17.00 uur terugbrengt bij de man.
5.De beslissing
C/02/414129 / FA RK 23-4441een onderzoek te (doen) verrichten en vervolgens rapport en advies uit te brengen ter beantwoording van de hierboven vermelde vragen, welk rapport dient te worden ingebracht in bovengenoemde bodemprocedure;