ECLI:NL:RBZWB:2023:7553

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414503 / JE RK 23-1748
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van een verzoekschriftprocedure

In de zaak van Stichting Jeugdbescherming Brabant, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI), is op 7 november 2023 door de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige01]. De minderjarige, geboren op [geboortedatum01] 2012, woont bij zijn vader, terwijl de ouders gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld bij beschikking van 9 november 2022 en liep tot 9 november 2023. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, uitvoerbaar bij voorraad.

Tijdens de procedure zijn verschillende e-mailberichten uitgewisseld tussen de advocaten van de ouders en de rechtbank. De moeder, vertegenwoordigd door mr. M.N.G.N.H. Brecht, en de vader, vertegenwoordigd door mr. C.G.M. Baas, hebben beiden ingestemd met een korte schriftelijke verlenging van de ondertoezichtstelling tot aan de mondelinge behandeling van het verzoek. De kinderrechter heeft echter besloten om de ondertoezichtstelling vooralsnog met één maand te verlengen, tot 9 december 2023, om te voorkomen dat er te veel wisselingen in de termijn van deze beschermingsmaatregel ontstaan.

De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien de noodzaak voor de ontwikkeling van [minderjarige01]. De behandeling van het resterende deel van het verzoek van de GI is aangehouden tot de mondelinge behandeling op 27 november 2023. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Hol, en biedt de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/414503 / JE RK 23-1748
Datum uitspraak: 7 november 2023
beschikking verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
hierna te noemen: de Gecertificeerde Instelling (GI),
gevestigd te Etten-Leur,
over
[minderjarige01],
geboren op [geboortedatum01] 2012 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder01],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [plaats02] ,
advocaat: mr. M.N.G.N.H. Brecht te Den Haag,
[de vader01],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [plaats03] ,
advocaat: mr. C.G.M. Baas te Bergen op Zoom.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 oktober 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 3 oktober 2023;
  • het e-mailbericht van mr. Baas van 20 oktober 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 20 oktober 2023;
  • het e-mailbericht van mr. Brech van 25 oktober 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 25 oktober 2023;
  • het e-mailbericht van mr. Brech van 26 oktober 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 26 oktober 2023;
  • het e-mailbericht van mr. Baas van 27 oktober 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 27 oktober 2023.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] .
2.2.
[minderjarige01] woont bij zijn vader.
2.3.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 9 november 2022 is [minderjarige01] onder toezicht gesteld van de GI voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 9 november 2022 en tot 9 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad, de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] te verlengen voor de duur van een jaar.

4.De beoordeling

Wettelijk kader
4.1.
Op grond van het bepaalde in artikel 1:260 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kinderrechter, mits aan de grond als bedoeld in artikel 1:255 lid 1 BW is voldaan, de duur van de ondertoezichtstelling telkens verlengen met ten hoogste een jaar.
Overwegingen van de kinderrechter
4.2.
De rechtbank heeft op 20 oktober 2023 een e-mailbericht van mr. Baas ontvangen. Hieruit leidt de rechtbank af dat deze zaak is verplaatst van 1 november 2023 naar 7 november 2023, wat een verhinderdatum van mr. Baas is. Daarom verzoekt mr. Baas om de behandeling van dit verzoek wederom te verplaatsen naar een andere mondelinge behandeling.
4.3.
Bij e-mailbericht van mr. Brech van 26 oktober 2023 is aangegeven dat de moeder kan instemmen met een korte schriftelijke verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] tot aan de mondelinge behandeling van het verzoek.
4.4.
Bij e-mailbericht van mr. Baas van 27 oktober 2023 is aangegeven dat de vader kan instemmen met een korte schriftelijke verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] tot aan de mondelinge behandeling van het verzoek. Hierbij verzoekt mr. Baas om deze zaak gelijktijdig te behandelen met de zaak met zaaknummer C/02/415071 / FA RK 23-4904.
4.5.
De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] kort verlengen, namelijk voor de duur van één maand. Anders dan de advocaten van de ouders hebben verzocht, verlengt de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] niet tot aan de behandeling van het verzoek om niet te veel wisselingen in de termijn van deze beschermingsmaatregel te laten ontstaan. Het zittingsrooster van de rechtbank en de verhinderdata van de advocaten zorgen ervoor dat deze zaak niet gelijktijdig kan worden behandeld met bovengenoemde FA RK-zaak. Om dit mogelijk te kunnen maken moet de ondertoezichtstelling vooralsnog verlengd worden. De advocaten van de ouders hebben aangegeven dat zij zich daarin kunnen vinden. Daarom wordt de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] verlengd. De behandeling van het resterende deel van het verzoek van de GI wordt aangehouden tot de in de beslissing vermelde mondelinge behandeling. Tijdens de in de beslissing genoemde mondelinge behandeling zal ook de zaak met zaaknummer C/02/415071 / FA RK 23-4904 behandeld worden. Vooralsnog lijkt aan de gronden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] te zijn voldaan.
4.6.
De kinderrechter zal deze tussenbeslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het voor de ontwikkeling van [minderjarige01] noodzakelijk is dat die beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.
4.7.
Dit leidt tot de volgende tussenbeslissing.

5.De (tussen)beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] voor de duur van één maand, met ingang van 9 november 2023 en tot 9 december 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de behandeling van het resterende deel van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling aan tot de
mondelinge behandeling op 27 november 2023 om 10:15 uur, bij de kinderrechter van deze rechtbank in het gerechtsgebouw aan de Kousteensedijk 2 te Middelburg;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproep voor de genoemde mondelinge behandeling voor de GI, de moeder (en haar advocaat) en de vader (en zijn advocaat);
behoudt zich iedere (nadere) beslissing voor.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Beer, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023, in aanwezigheid van mr. Hol, griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.