In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan over het verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige01] en [minderjarige02]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 17 maart 2022 en verlengd op 9 maart 2023. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ernstige ontwikkelingsbedreiging, die bestond uit huiselijk geweld tussen de ouders, niet langer aanwezig is. De ouders hebben positieve stappen gezet in hun communicatie en samenwerking, wat heeft geleid tot een stabiele opvoedsituatie voor de kinderen. De kinderen wonen momenteel bij de vader in België en er is een zorgregeling afgesproken waarbij de kinderen regelmatig bij de moeder verblijven.
De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om de ondertoezichtstelling op te heffen, toegewezen. De opheffing zal ingaan op 15 november 2023, mits de GI het borgingsplan aanvult met recente ontwikkelingen en de zorgregeling duidelijk vastlegt. De ouders hebben toegezegd hun handtekening onder het borgingsplan te zetten, wat essentieel is voor de opheffing van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders blijven samenwerken en communiceren in het belang van de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de opheffing van de ondertoezichtstelling direct kan ingaan, ook in het geval van hoger beroep.