Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met productie 1,
- de conclusie van repliek met producties I tot en met V,
- de conclusie van dupliek met productie 2,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen UNIGARANT N.V., handelend onder de naam ANWB, en een gedaagde partij. De zaak betreft een vordering van ANWB op de gedaagde, die in de periode van 30 maart 2018 tot en met 21 juni 2018 een auto had verzekerd bij ANWB. ANWB vorderde een bedrag van € 34,71, dat zij onverschuldigd aan de gedaagde zou hebben betaald, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zij de hoofdsom op 1 augustus 2018 had voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde inderdaad de vordering op 1 augustus 2018 had voldaan, waardoor de vordering van ANWB in conventie werd afgewezen. Tevens werd de vordering in reconventie van de gedaagde toegewezen, waarbij ANWB werd veroordeeld om een bedrag van € 20,00 te betalen voor gemaakte kosten. ANWB werd in de proceskosten veroordeeld, zowel in conventie als in reconventie, en de proceskosten werden vastgesteld op nihil.