Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[eiser01] ,
2.
[eiser02] B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 14;
- de door [gedaagde01] toegezonden producties 1 tot en met 7;
- de mondelinge behandeling van 18 oktober 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de spreekaantekeningen van [eiser01] en [eiser02] BV;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde01] .
2.De feiten
Beste [eiser01] ,
E-mail voor de medewerkers”:
Beste medewerkers van [eiser02] ,
Gebruikt van zijn positie als Directeur van [eiser02] om op te treden als zorgverlener, vertaler en/of adviseur van criminelen(vrienden) die geen cliënten zijn van [eiser02] .
Ergste zorgen over de veiligheid en continuïteit van [eiser02]”. Aan het einde van het e-mailbericht is toegevoegd:
(…) Mijn suggesties zouden zijn.
Scheiding van privé- en zakelijke relaties. Geen e-mails stellen vanuit de zakelijke mails voor prive doelen. Niet optreden namens [eiser02] als vertaler, adviseur of zorgverlener voor mensen die geen cliënten zijn van [eiser02] . (…).
3.Het geschil
primair: [gedaagde01] te verbieden met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis voor de duur van vijf jaar:
Op 15 september om 20.30 uur heb ik u een e-mail gezonden waarin ik de heer [eiser01] beschuldig van drugsgebruik, adviezen aan criminelen en nog een aantal andere aantijgingen doe. Deze informatie is onjuist, tendentieus en vals en de verspreiding van deze informatie onder de medewerkers van [eiser02] BV is onrechtmatig”.
primair: [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.351,16 aan [eiser02] BV als voorschot op de door [gedaagde01] aan [eiser02] BV toegebrachte materiële schade door:
primair: [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 5.000,00 aan eiser als voorschot op de door [gedaagde01] aan eisers toegebrachte immateriële schade, waarvan een bedrag van € 2.500,00 aan eiser en een bedrag van € 2.500,00 aan [eiser02] BV;
4.De beoordeling
De voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, te Breda heeft bij vonnis van 1 november 2023 beslist dat ik u het volgende moet mededelen: op 15 september 2023 om 20.30 uur heb ik u een e-mail gezonden waarin ik de heer [eiser01] beschuldig van drugsgebruik, adviezen aan criminelen en nog een aantal andere aantijgingen jegens zijn persoon doe. Deze informatie is onjuist en tendentieus en de verspreiding van deze informatie onder de medewerkers van [eiser02] BV is onrechtmatig”.
5.De beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda heeft bij vonnis van 1 november 2023 beslist dat ik u het volgende moet mededelen: op 15 september 2023 om 20.30 uur heb ik u een e-mail gezonden waarin ik de heer [eiser01] beschuldig van drugsgebruik, adviezen aan criminelen en nog een aantal andere aantijgingen jegens zijn persoon doe. Deze informatie is onjuist en tendentieus en de verspreiding van deze informatie onder de medewerkers van [eiser02] BV is onrechtmatig”.