Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 december 2022,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor schade aan de woning van de eiser centraal. De eiser, eigenaar van een perceel waar hij een snackbar exploiteert, heeft schade geleden aan zijn woning als gevolg van bouwwerkzaamheden die door de gedaagde, de opdrachtgever van de nieuwbouw van een bibliotheek, zijn uitgevoerd op een aangrenzend perceel. De eiser heeft de gedaagde aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan door de bouwwerkzaamheden, waaronder schimmelvorming, scheurvorming en problemen met het glazen dak van zijn woning.
De procedure begon met een dagvaarding in juni 2020, waarbij de eiser schadevergoeding vorderde op basis van rapporten van Dekra Experts, die de schade had begroot op verschillende bedragen. Na een mondelinge behandeling in februari 2021 werd er een schikking bereikt met de aannemer, maar de eiser vorderde ook schadevergoeding van de gedaagde. De gedaagde betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat de eiser al een schadevergoeding had ontvangen van de aannemer.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door de nieuwbouw zo dicht bij de woning van de eiser te situeren, waardoor onderhoud aan het glazen dak niet meer mogelijk was. De rechter kende de eiser een schadevergoeding toe van € 4.002,00 voor het dichtmaken van de tussenruimte en verklaarde dat de gedaagde de kosten van glasbewassing gedurende drie jaar moest vergoeden. De vordering voor buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, evenals de vordering voor schadevergoeding voor andere gebreken, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.