ECLI:NL:RBZWB:2023:7664

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
C/02/414615 / FA RK 23/4678
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 19 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 2000. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, zijn moeder en een casemanager aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven dat hij geen zorgmachtiging nodig heeft en dat hij zijn medicatie wil afbouwen, terwijl de casemanager en de moeder van de betrokkene de noodzaak van de zorgmachtiging benadrukken vanwege het risico op terugval in psychotische klachten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie, en dat er ernstig nadeel kan ontstaan als er geen verplichte zorg wordt verleend. De rechtbank oordeelt dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van de noodzakelijke maatregelen indien de situatie dit vereist. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Meyboom en is op 2 november 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Breda
Zaaknummer: C/02/414615 / FA RK 23/4678
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 19 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Z. Yeral te Roosendaal.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 4 oktober 2023, ingekomen ter griffie op 6 oktober 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 20 september 2023;
- een zorgplan van 21 september 2023;
- een (oningevulde) zorgkaart van 3 oktober 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 4 oktober 2023;
- de aanvraag voorbereiding verzoekschrift zorgmachtiging van 31 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2023, bij het Fact-team Noord aan de Bastionstraat 1 te Breda.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , de moeder van betrokkene;
- de heer [naam 2] , de casemanager.
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- mevrouw [naam 3] , medewerker van het Fact-team Noord.
1.4
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
2. Verzoek
2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Door betrokkene is tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, naar voren gebracht dat het verzoek moet worden afgewezen. Betrokkene vindt een zorgmachtiging niet nodig. In het dossier staat informatie vermeld die niet kloppend is, zoals dat betrokkene ernstig nadeel voor iemand anders kan veroorzaken of agressief kan zijn. Betrokkene erkent dat hij een psychose heeft gehad en zich buiten de realiteit heeft begeven, maar die situatie is nu voorbij. Doordat betrokkene medicatie gebruikt, is hij uit de psychose gekomen. Betrokkene vindt dat hij nu geen medicatie meer nodig heeft, omdat hij rust heeft gevonden en zijn stabiliteit zelf in handen heeft. Ook heeft hij geen medicatie nodig omdat hij naar school gaat en met vrienden omgaat, terwijl hij daarvoor meer binnen heeft gezeten. Betrokkene zou indien mogelijk met het innemen van medicatie stoppen, temeer omdat hij zich dan blijer en minder ziek voelt. Hiernaast weet betrokkene niet of hij nog steeds contact moet onderhouden met het Fact-team, omdat hij nu meer contact heeft met zijn vrienden. Betrokkene vindt ook dat hij niet lijdt aan schizofrenie, omdat hij de daarbij behorende symptomen niet ervaart. Er is volgens hem wel sprake van een vorm van autisme.
3.2
Door de advocaat is, samengevat, naar voren gebracht dat het verzoek primair moet worden afgewezen. Betrokkene werkt mee aan zijn behandeling en hij neemt de voorgeschreven medicatie in. Als die medicatie niet meer nodig is, dan wil betrokkene daarmee stoppen. Betrokkene ziet bepaalde dingen in, maar ook bepaalde dingen niet. Volgens betrokkene heeft hij geen schizofrenie, maar hij neemt wel de daarvoor noodzakelijk geachte medicatie in. Ook toont betrokkene geen verzet, waardoor de behandeling op vrijwillige basis en in het ambulante kader kan worden voortgezet. Als blijkt dat betrokkene psychotisch decompenseert of dat dreigt te doen, dan kan de moeder van betrokkene aan de bel trekken nu betrokkene bij haar woonachtig is. Indien de rechtbank hier anders over denkt, verzoekt de advocaat, subsidiair, om de zorgmachtiging te verlenen voor de duur van vier of zes maanden, met daarbij de aanvulling om de vorm van verplichte zorg “opnemen in een accommodatie” gedurende de geldigheidsduur van die machtiging te beperken voor maximaal zes weken per opname.
3.3
Door de casemanager is, samengevat, naar voren gebracht dat het verzoek moet worden toegewezen voor de verzochte duur. Betrokkene is lang psychotisch geweest voordat zijn herstel is ingetreden. In die periode is het moeilijk gebleken om een ambulante behandeling op te starten en met betrokkene in contact komen. In die tijd is het niet altijd fysiek veilig geweest. De moeder van betrokkene is ook tijdelijk uit huis gegaan en Veilig Thuis is betrokken geweest. Na de vakantie van betrokkene in Turkije is er bij hem een omslag ontstaan. Betrokkene is toen gestopt met het gebruik van drugs, gebruikt de voorgeschreven medicatie (onderhoudsdosering) en komt de afspraken na. Op dit moment begint betrokkene het inzicht te krijgen dat hij een psychose heeft doorgemaakt. Er wordt daarom een groei in zijn ziektebesef gezien. Door deze ontwikkeling is met betrokkene en het behandelend team afgesproken dat aan het eind van dit jaar bezien zal worden of de voorgeschreven medicatie langzaam en stapsgewijs kan worden afgebouwd. Hierbij is het wel belangrijk dat het Fact-team betrokkene goed blijft monitoren. Als blijkt dat de medicatie nog niet afgebouwd kan worden doordat hij dreigt opnieuw psychotisch te decompenseren, dan kan snel geacteerd wordt. Hiernaast heeft de casemanager aangegeven dat indien maandenlang een psychose aanwezig is geweest, meestal langdurig medicatie gebruikt moet worden nu de kans op een terugval vaak groter wordt. Hier komt bij dat het de vraag is of betrokkene van schizofrenie kan herstellen. Nu betrokkene niet meer blowt, zorgt dat voor goed contact met het Fact-team. De zorgmachtiging moet in het geval van betrokkene ook gezien worden als vangnet voor het geval dat de psychose terugkeert en snel acteren vereist is om geen crisiswaardige situatie te laten ontstaan. Ten slotte heeft de casemanager aangegeven dat de zorgmachtiging voor twaalf maanden verleend moet worden omdat psychotische klachten, als de medicatie-inname wordt afgebouwd, pas na een aantal maanden, bijvoorbeeld zes maanden, kunnen ontstaan.
3.4
Door de moeder van betrokkene is, samengevat, naar voren gebracht dat betrokkene is veranderd ten opzichte van zes jaar geleden. Betrokkene is agressief geweest, maar heeft niet de intentie gehad om iemand te beschadigen. Toen betrokkene psychotisch gedecompenseerd is geraakt, heeft hij een glazen douchedeur vernield en heeft hij zichzelf geslagen. Die situatie is nu voorbij. De medicatie heeft betrokkene enerzijds geholpen, maar anderzijds heeft die hem wel slaperig gemaakt. Het contact met het Fact-team is matig. Betrokkene heeft maar drie keer contact gehad na zijn terugkomst uit Turkije. De moeder van betrokkene is blij dat het nu rustig is en dat zij met betrokkene kan communiceren. Ten slotte heeft de moeder aangegeven dat zij beseft dat de medicatie betrokkene heeft geholpen, maar dat die te zijner tijd afgebouwd moet gaan worden om te bezien of betrokkene zichzelf ook zonder die medicatie kan handhaven.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene heeft aangegeven dat hij niet lijdt aan schizofrenie. Anders dan betrokkene, is de rechtbank van oordeel dat er geen aanleiding bestaat om te twijfelen de aan de in de medische verklaring opgetekende diagnose. Hier komt bij dat de casemanager tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat op de High & Intensive Care (HIC) is vastgesteld dat betrokkene lijdt aan onder meer schizofrenie en die stoornis namens betrokkene niet nadrukkelijk is betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank overweegt hierbij dat uit de medische verklaring van 20 september 2023 blijkt dat betrokkene zowel verbaal als fysiek agressief is geweest in de woning van zijn moeder. Betrokkene heeft in psychotische toestand de glazen douchedeur vernield omdat er verkeerde energieën in zouden zitten. Tijdens de opname heeft betrokkene aangegeven stemmen te horen die hem de opdracht hebben gegeven om zichzelf te suïcideren. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de casemanager aanvullend op die verklaring aangegeven dat de moeder in die periode tijdelijk haar woning heeft verlaten en Veilig Thuis betrokken is geraakt. Ook heeft de casemanager desgevraagd toegelicht dat het genoemde ernstig nadeel op dit moment niet aanwezig is omdat het beter gaat met betrokkene. Onduidelijk is wat er gaat gebeuren indien de medicatie-inname van betrokkene wordt afgebouwd.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Met het behandelend team zal betrokkene gaan bekijken of de medicatie-inname kan worden afgebouwd. Als dat gebeurt, dan moet dat gecontroleerd en verantwoord gebeuren. Betrokkene vindt dat hij geen zorgmachtiging nodig heeft en dat hij met het nemen van medicatie zou kunnen stoppen. Ook heeft betrokkene aangegeven dat hij de meerwaarde van het contact met het Fact-team niet ziet, omdat hij nu meer contact heeft met zijn vrienden. Om alle hiervoor genoemde redenen is de rechtbank van oordeel dat als vangnetconstructie verplichte zorg nodig is. De behandelaar kan dan snel ingrijpen als het niet goed meer gaat met betrokkene.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid, bij opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank overweegt hierbij dat de vorm van verplichte zorg “opnemen in een accommodatie” niet wordt beperkt tot een maximale termijn, zoals door de advocaat van betrokkene is verzocht. Uit de jurisprudentie volgt dat de zorgaanbieder op grond van de wet, indien de situatie dit vergt, betrokkene zo kort als mogelijk en zolang als nodig moet opnemen. Nu dit al uit de wet volgt, zal de rechtbank geen maximale termijn aan de genoemde zorgmodaliteit verbinden.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de casemanager tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal, anders dan het standpunt van de advocaat van betrokkene, worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de casemanager toegelicht dat het zes maanden kan duren voordat betrokkene psychotisch decompenseert als gevolg van bijvoorbeeld de afbouw van de medicatie-inname. Als de zorgmachtiging voor zes maanden of korter zou worden verleend, dan kan het Fact-team niet of niet op tijd acteren en kan de situatie van betrokkene crisiswaardig worden. Ter voorkoming dat dit gebeurt verleent de rechtbank de zorgmachtiging voor twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen indien de situatie dit vergt;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 oktober 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Meyboom, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. Hol, griffier, en op 2 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.