Uitspraak
1.[eiser] ,
2.
[eiseres],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben eisers, vertegenwoordigd door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, H.O.D.N. [bedrijf gedaagde], met betrekking tot gebreken in de badkamer die door gedaagde zijn gerenoveerd. De werkzaamheden zijn opgeleverd in januari 2020, maar in november 2021 constateerden eisers dat er aanzienlijke gebreken waren, waaronder losliggende tegels en scheuren in de voegen. Eisers hebben gedaagde herhaaldelijk gesommeerd om de gebreken te verhelpen, maar gedaagde heeft hier niet adequaat op gereageerd. Uiteindelijk hebben eisers hun vordering omgezet in een verzoek om vervangende schadevergoeding van € 5.910,85, plus bijkomende kosten voor gevolgschade en buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde tekort is geschoten in de uitvoering van de werkzaamheden en dat de gebreken voor zijn rekening komen. Het verweer van gedaagde dat eisers zijn klachtplicht heeft geschonden, werd verworpen, omdat eisers tijdig heeft geklaagd na ontdekking van de gebreken. De rechter heeft vastgesteld dat de gebreken niet het gevolg zijn van externe factoren, maar van de tekortkomingen van gedaagde zelf. De vordering van eisers is toegewezen, inclusief de gevorderde schadevergoeding, gevolgschade en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 augustus 2023.