De bepalingen omtrent de vergoeding in geval van rentewijziging respectievelijk vervroegde aflossing, als weergegeven onder 2.2., 2.3. en 2.6. van dit vonnis, geven in samenhang met de daarbij gegeven rekenvoorbeelden en de berekeningen, vervat in de door [eiser01] gevraagde offertes, naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzicht in de berekening van door de bank aan rentewijziging c.q. vervroegde aflossing verbonden vergoedingen. Daarmee zijn ze voldoende transparant. Dat de omvang van die vergoeding bij het aangaan van de overeenkomst nog niet vast staat is inherent aan het feit dat die nu eenmaal afhankelijk is van de actuele marktrente. Dat contractrente en marktrente beslissende factoren zijn is duidelijk; niet weersproken is dat die ook kenbaar zijn. Van belang is voorts dat [eiser01] bij zijn verzoek tot rentewijziging kennelijk is geadviseerd door een tussenpersoon. Daarnaast dient bedacht te worden dat in beginsel een lening onder hypothecair verband gedurende de bedongen rentevaste periode niet vroegtijdig kan worden afgelost, noch dat het overeengekomen rentepercentage eenzijdig kan worden gewijzigd. De bestreden voorwaarden maken dat wel mogelijk, zij het tegen een vergoeding. Nu die voorwaarden voldoende helder zijn geformuleerd, als hiervoor overwogen, zijn ze niet onredelijk bezwarend.
Dat ING bij berekening van de vergoedingen de NCW-methode hanteert, maakt dat niet anders. De door ING gehanteerde definitieve berekeningswijze van de vergoeding met gebruik van de NCW-methode is gebaseerd op de Leidraad 2017 van de Autoriteit Financiële Markten. De NCW-methode is, zoals ING terecht heeft aangevoerd,
een gangbare methode en krachtens artikel 10 lid 2 van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen toegestaan. Vergoedingsbedingen waarbij berekening volgens de NCW-methode is bepaald zijn krachtens vaste jurisprudentie niet reeds daarom onredelijk bezwarend. Dat geldt evenzeer voor de omstandigheid dat de berekeningswijze abstract is omdat, naar ING onweersproken, althans niet voldoende weersproken, heeft aangevoerd, berekening van het concrete nadeel in casu niet mogelijk is gelet op de “funding” van hypothecaire leningen
Evenmin voldoende weersproken is het verweer van ING dat zij bij de berekening van de vergoedingen voor bepaling van de marktrente aansluiting heeft gezocht conform de Leidraad en dat de aldus berekende vergoeding lager is dan waarop [eiser01] krachtens artikel 6 lid 4 van de Algemene Voorwaarden recht had.
Gelet op het voorgaande zal voorts de vordering tot het geven van inzicht in die berekeningen worden afgewezen; de door [eiser01] op de mondelinge behandeling aan die vordering ten grondslag gelegde onrechtmatige daad, althans wanprestatie, heeft hij onvoldoende onderbouwd.