ECLI:NL:RBZWB:2023:7716

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
C/02/406978 / FA RK 23-1012
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Slot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling zorgregeling na afwijzing verzoek vervangende toestemming verhuizing

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige01]. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.F.H. Weisz-Hertsworm, had een verzoek ingediend om vervangende toestemming voor verhuizing met de minderjarige naar [plaats01], wat eerder was afgewezen. De man, vertegenwoordigd door mr. M. Janse, had in een eerdere beschikking van 16 juni 2023 het hoofdverblijf van [minderjarige01] toegewezen gekregen. De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen om de onderlinge afspraken over de zorgregeling aan de beschikking te hechten, afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de eerder genomen beslissing over het hoofdverblijf van [minderjarige01] definitief was en dat de gemaakte afspraken tussen partijen wel geldig zijn, maar niet aan de beschikking kunnen worden gehecht. De rechtbank heeft de verzoeken van partijen afgewezen, maar heeft hen de mogelijkheid geboden om een nieuw verzoek tot wijziging van het hoofdverblijf in te dienen conform hun afspraken. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. Duerink-Bottinga.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/406978 / FA RK 23-1012
datum uitspraak: 13 oktober 2023
nadere beschikking betreffende vaststelling zorgregeling
in de zaak van
[de vrouw01],
hierna te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. R.F.H. Weisz-Hertsworm te Rotterdam,
tegen
[de man01],
hierna te noemen: de man,
wonende te [woonplaats02] ,
advocaat: mr. M. Janse, te Halsteren,
ouders van de minderjarige:
[minderjarige01] ,geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2013, hierna te noemen: [minderjarige01] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

1.Het verdere procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- de brief d.d. 22 augustus 2023 van mr. Weisz-Hertsworm, met als bijlage een kopie van de door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst;
- het F9-formulier d.d. 22 augustus 2023 van mr. Janse.

2.De verdere beoordeling

2.1
Bij beschikking van 16 juni 2023 is het verzoek van de man tot vaststelling van het hoofdverblijf van [minderjarige01] bij hem toegewezen. Bij diezelfde beschikking zijn de verzoeken van de vrouw tot het verlenen van vervangende toestemming voor de verhuizing met [minderjarige01] naar [plaats01] en voor inschrijving van [minderjarige01] op een basisschool in [plaats01] afgewezen. De behandeling van de verzoeken van partijen omtrent de zorgregeling zijn aangehouden tot 22 augustus 2023, in afwachting van het bericht van (de advocaten van) partijen omtrent de stand van zaken en het door hen gewenste verdere procesverloop.
2.2
Bij brief van 22 augustus 2023 heeft mr. Weisz-Hertsworm de rechtbank bericht dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de zorgregeling. Bij voornoemde brief is een door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst gevoegd die moet worden aangemerkt als een wijziging van het ouderschapsplan. Mr. Weisz-Hertsworm verzoekt de rechtbank namens de vrouw om de door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst aan de te wijzen beschikking te hechten. Het meer of anders door de vrouw verzochte wordt middels deze brief ingetrokken. Bij F9-formulier van 22 augustus 2023 heeft mr. Janse namens de man bericht dat partijen inderdaad overeenstemming hebben bereikt en dat de man in kan stemmen met het verzoek van de vrouw om de vaststellingsovereenkomst aan de beschikking te hechten. Ook de man heeft zijn verzoeken ingetrokken.
2.3
De rechtbank oordeelt als volgt. Bij beschikking van 16 juni 2023 heeft de rechtbank het hoofdverblijf van [minderjarige01] bij de man bepaald. Blijkens de door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst hebben partijen een van deze beschikking afwijkende afspraak gemaakt over het hoofdverblijf van [minderjarige01] . Nu de rechtbank in voornoemde beschikking al definitief heeft beslist over het hoofdverblijf van [minderjarige01] zullen de verzoeken van partijen om de tussen hen onderling gemaakte afspraken aan deze beschikking te hechten, worden afgewezen. De gemaakte afspraken zijn evenwel geldend tussen partijen en zij zijn daaraan gebonden. Desgewenst kunnen partijen, dan wel één van hen, een nieuw verzoek tot wijziging van het hoofdverblijf conform de tussen partijen gemaakte afspraken indienen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1
wijst de verzoeken van partijen af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Slot, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. Duerink-Bottinga, griffier.
(AD)
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.