Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de akte van [gedaagde] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft Stichting 'Schuilplaats' een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde een hoofdsom van € 3.560,-, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een vermeende betalingsverplichting uit een zorgovereenkomst. De gedaagde heeft echter verweer gevoerd en gesteld dat zij nooit zorg heeft ontvangen van Stichting 'Schuilplaats'.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Stichting 'Schuilplaats' de verkeerde persoon heeft gedagvaard. In de akte van Stichting 'Schuilplaats' werd namelijk aangegeven dat de zaak zich niet richtte tegen de gedaagde, maar tegen diens moeder, die partij zou zijn bij de overeenkomst. Hierdoor werd de dagvaarding niet aan de juiste persoon uitgebracht, wat leidde tot de conclusie dat Stichting 'Schuilplaats' niet ontvankelijk werd verklaard in haar vordering. Dit betekende ook dat de gedaagde geen inhoudelijke tegenvordering kon indienen.
De kantonrechter heeft verder verduidelijkt dat dit vonnis niet uitsluit dat Stichting 'Schuilplaats' iemand anders kan dagvaarden voor haar vordering. Aangezien Stichting 'Schuilplaats' in deze zaak ongelijk kreeg, werd zij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op € 0,- werden vastgesteld, omdat de gedaagde niet was bijgestaan door een gemachtigde en geen andere kosten had aangetoond.
Het vonnis is uitgesproken op 8 februari 2023 door mr. Ebben in het openbaar.