ECLI:NL:RBZWB:2023:772

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
10151115_E08022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht gedagvaard door Stichting 'Schuilplaats', vordering niet ontvankelijk verklaard

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft Stichting 'Schuilplaats' een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde een hoofdsom van € 3.560,-, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een vermeende betalingsverplichting uit een zorgovereenkomst. De gedaagde heeft echter verweer gevoerd en gesteld dat zij nooit zorg heeft ontvangen van Stichting 'Schuilplaats'.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Stichting 'Schuilplaats' de verkeerde persoon heeft gedagvaard. In de akte van Stichting 'Schuilplaats' werd namelijk aangegeven dat de zaak zich niet richtte tegen de gedaagde, maar tegen diens moeder, die partij zou zijn bij de overeenkomst. Hierdoor werd de dagvaarding niet aan de juiste persoon uitgebracht, wat leidde tot de conclusie dat Stichting 'Schuilplaats' niet ontvankelijk werd verklaard in haar vordering. Dit betekende ook dat de gedaagde geen inhoudelijke tegenvordering kon indienen.

De kantonrechter heeft verder verduidelijkt dat dit vonnis niet uitsluit dat Stichting 'Schuilplaats' iemand anders kan dagvaarden voor haar vordering. Aangezien Stichting 'Schuilplaats' in deze zaak ongelijk kreeg, werd zij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op € 0,- werden vastgesteld, omdat de gedaagde niet was bijgestaan door een gemachtigde en geen andere kosten had aangetoond.

Het vonnis is uitgesproken op 8 februari 2023 door mr. Ebben in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10151115 \ CV EXPL 22-3808
Vonnis van 8 februari 2023
in de zaak van
STICHTING 'SCHUILPLAATS',
te Hilvarenbeek,
eisende partij,
hierna te noemen: Stichting 'Schuilplaats',
gemachtigde: mr. A. Klaassen,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de mail van de griffier van de rechtbank van 19 oktober 2022
- de aanvullende conclusies van antwoord
- de akte van Stichting 'Schuilplaats'
- de akte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Stichting 'Schuilplaats' vordert - samengevat – een hoofdsom van € 3.560,- te vermeerderen met rente en kosten.
2.2.
[gedaagde] voert – kort gezegd – verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Stichting 'Schuilplaats' heeft haar vordering onderbouwd door te stellen dat [gedaagde] een betaalverplichting niet is nagekomen, die [gedaagde] uit hoofde van een overeenkomst van zorg met Stichting 'Schuilplaats' zou hebben, in het kader waarvan Stichting 'Schuilplaats' diverse behandelingen heeft uitgevoerd over een bepaalde periode.
3.2.
[gedaagde] heeft als (meest ingrijpende) verweer aangevoerd dat zij als persoon nooit zorg heeft gehad van Stichting 'Schuilplaats'.
3.3.
De kantonrechter komt in deze zaak tot het oordeel dat Stichting 'Schuilplaats' de verkeerde persoon heeft gedagvaard. Stichting 'Schuilplaats' stelt namelijk ook zelf in haar akte dat de zaak zich niet richt tegen mevrouw [gedaagde] , maar tegen diens moeder die partij zou zijn bij de overeenkomst. Nu in dit geval echter wel mevrouw [gedaagde] (opmerking van de kantonrechter: dit is de volledige aangetrouwde naam van de gedaagde partij) is gedagvaard, is deze dagvaarding dus volgens de eigen stellingen van Stichting 'Schuilplaats' niet aan de juiste persoon uitgebracht. Dit betekent dat Stichting 'Schuilplaats' (met een juridische term) “niet ontvankelijk” wordt verklaard in haar vordering tegen [gedaagde] en de kantonrechter de zaak verder niet inhoudelijk kan beoordelen. Ook betekent dit dat [gedaagde] geen (inhoudelijke) tegenvordering kan indienen tegen Stichting 'Schuilplaats', waarbij de kantonrechter om die reden dus al niet kan ingaan op de eis van [gedaagde] tot € 3.000,- smartengeld. De kantonrechter legt tot slot voor de volledigheid nog uit dat dit vonnis niet betekent dat Stichting 'Schuilplaats' niemand anders meer kan dagvaarden voor haar vordering. Dit kan namelijk wel.
3.4.
Stichting 'Schuilplaats' is in deze zaak de partij die ongelijk krijgt en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld, waarbij deze kosten aan de kant van [gedaagde] worden vastgesteld op € 0,-. Hierbij is overwogen dat [gedaagde] in deze procedure niet is bijgestaan door een gemachtigde en zij niet, ofwel onvoldoende heeft gesteld dat zij op een andere manier kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart Stichting 'Schuilplaats' niet-ontvankelijk in haar vordering,
4.2.
veroordeelt Stichting 'Schuilplaats' in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op € 0,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2023.