Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- een vertegenwoordiger van de Raad.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 11 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de gestelde doelen nog niet zijn bereikt. De GI heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van een jaar, wat door de kinderrechter is toegewezen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, die de voorwaarden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing regelen. De kinderrechter oordeelde dat er nog veel onduidelijkheid is over de rol van de vader in het leven van de minderjarige en dat er zorgen zijn over de opvoedcapaciteiten van zowel de moeder als de vader. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 11 oktober 2024, met de noodzaak voor de GI om actief in te zetten op contactherstel tussen de vader en de minderjarige en om hulpverlening voor de moeder te organiseren.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct in werking treedt, ongeacht een eventueel hoger beroep. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig.