ECLI:NL:RBZWB:2023:7724

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
C/02/410842 / JE RK 23-1095
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige

Op 11 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de belanghebbenden, waaronder de vader en de voogd, aanwezig waren. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verlengd met ingang van 18 september 2023 tot 18 januari 2024. Dit besluit volgt op een eerdere beschikking van 14 juli 2023, waarin de machtiging was verlengd tot 18 september 2023.

Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat de gecertificeerde instelling (GI) nog geen voldoende informatie heeft ontvangen om te beoordelen of [minderjarige01] bij zijn vader kan gaan wonen. De vader en [minderjarige01] hebben aangegeven dat zij graag samen willen wonen, maar de GI heeft aangegeven dat er nog geen verslag is ontvangen van de zorgverlener die de bezoeken begeleidt. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de GI de regie voert en onderzoek doet naar de mogelijkheden voor [minderjarige01].

De kinderrechter heeft de zorgen van de voogd en de vader gehoord, maar heeft besloten de machtiging te verlengen om ervoor te zorgen dat [minderjarige01] de nodige zorg en begeleiding blijft ontvangen. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om de komende periode actief te werken aan een passende oplossing voor [minderjarige01], waarbij de voortgang van de bezoeken aan de vader nauwlettend in de gaten gehouden moet worden. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 25 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/410842 / JE RK 23-1095 (
machtiging gesloten jeugdhulp)
datum uitspraak: 11 september 2023
nadere beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
gevestigd te Middelburg.
betreffende
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. K.C.A.M. Oomen te Breda.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de voogd01],
hierna te noemen: de voogd,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
De kinderrechter merkt als informant aan:
[de vader01] ,
hierna te noemen: de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verdere procesverloop

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 14 juli 2023 met alle daarin vermelde stukken.
1.2
Op 11 september 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren nader behandeld.
Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] , die via Teams is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat mr. Oomen;
- de vader;
- de voogd;
- twee vertegenwoordigers van de GI.

2.De verdere beoordeling

2.1
Bij beschikking van 14 juli 2023 is de machtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlengd met ingang van 18 juli 2023 en tot 18 september 2023. Op dit punt in de procedure moet de kinderrechter nog een beoordeling geven over het resterende deel van het verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp van 18 september 2023 en tot 18 januari 2024.
2.2
De GI voert tijdens de mondelinge behandeling aan dat [zorgverlener01] momenteel bezig is met het begeleiden van de bezoeken van [minderjarige01] aan zijn vader. De GI heeft [zorgverlener01] gevraagd om een verslag op te stellen van deze bezoeken die de GI kan beoordelen op basis van de test Goed Genoeg Ouderschap. Tot op heden heeft de GI nog geen verslag van [zorgverlener01] ontvangen dat voldoende getoetst kan worden. De GI kan momenteel dan ook nog niet beoordelen of [minderjarige01] bij zijn vader kan gaan wonen. [minderjarige01] heeft behoefte aan duidelijkheid. Maar die duidelijkheid moet er wel op een zorgvuldige manier komen om te voorkomen dat het op een teleurstelling uitdraait. Tijdens de vorige zitting is aangegeven dat er mogelijk een plek op een andere groep binnen [zorgverlener02] voor [minderjarige01] zou zijn. Bij navraag bleek dat [zorgverlener02] van deze andere plek niets af wist. De GI heeft de komende tijd nog nodig om de bezoeken van [minderjarige01] aan zijn vader te evalueren met [zorgverlener01] zodat daarna bekeken kan worden of [minderjarige01] bij zijn vader kan gaan wonen. Om die reden dient de machtiging verlengd te worden voor de resterende duur zoals verzocht.
2.3
Door en namens [minderjarige01] wordt gesteld dat hij het liefst bij zijn vader wil gaan wonen. Hij ziet niet in waarom een verlenging van de machtiging noodzakelijk is. Het zou fijn zijn als de GI voorafgaand aan de mondelinge behandeling had laten weten dat zij van plan waren een verlenging van de machtiging te verzoeken, dan had dat met [minderjarige01] besproken kunnen worden. [minderjarige01] verblijft 2 dagen per week bij zijn vader en die bezoeken verlopen goed. Een nieuwe verlenging van de machtiging gesloten plaatsing van 3 maanden is een teleurstelling voor [minderjarige01] . Het is kwalijk dat de GI nog steeds niet heeft onderzocht of [minderjarige01] bij zijn vader kan gaan wonen. Dit moet zo snel mogelijk worden opgepakt.
2.4
De vader voert tijdens de mondelinge behandeling aan dat hij boos is dat de GI nog steeds geen begin heeft gemaakt met de stappen die nodig zijn om [minderjarige01] bij hem te laten wonen. Hij wil graag dat [minderjarige01] bij hem komt wonen. Ook [minderjarige01] wil dat. De hele situatie duurt nu al veel te lang. De vader en [minderjarige01] werken al jaren mee aan de hulpverlening maar er worden maar geen stappen vooruit gezet. De bezoeken van [minderjarige01] bij hem thuis verlopen goed. [naam02] van [zorgverlener01] kan dit bevestigen. De vader is erg teleurgesteld dat de GI nu wacht op een verslag dat zij kunnen toetsen. De vader is bang dat als deze situatie nog langer duurt, [minderjarige01] zich in de problemen gaat werken. De vader is het dan ook niet eens met een verlenging van de machtiging.
2.5
De voogd van [minderjarige01] voert aan dat hij voor de vakantie twee bezoeken met [minderjarige01] heeft gehad en na de vakantie ook nog. Hij ziet dat [zorgverlener02] [minderjarige01] goed doet. [minderjarige01] vindt het nog wel spannend in de groep maar deze spanning is wel al verminderd. De voogd zou het voor [minderjarige01] het beste vinden als hij nog op de gesloten groep bij [zorgverlener02] blijft omdat de vooruitgang die bij hem te zien is, nog pril en kwetsbaar is. De voogd gunt het [minderjarige01] om hetgeen hij heeft geleerd bij [zorgverlener02] zich meer eigen te maken om zo de kans op een terugval te verkleinen. De voogd snapt de boosheid bij [minderjarige01] . Hij verwacht echter dat hem voorbereiden op wat tijdens een volgende zitting komen gaat niet zal helpen want zo lang het antwoord iets is waar [minderjarige01] niet achter staat dan zal hij toch wel boos blijven. De voogd vindt het voor [minderjarige01] fijn dat de bezoeken met zijn vader worden uitgebreid maar hij maakt zich zorgen over het gedrag van [minderjarige01] na de bezoeken aan zijn vader. [minderjarige01] uit zich dan weer op een manier net zoals voordat hij werd opgenomen bij [zorgverlener02] . De voogd staat niet achter een plaatsing van [minderjarige01] bij de vader.
2.5
Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat [minderjarige01] stappen vooruit zet. Er is echter (nog) geen zicht op een andere passende plek voor [minderjarige01] waar hij langere tijd kan verblijven en ook nog niet is onderzocht of [minderjarige01] eventueel bij zijn vader kan gaan wonen. Daarnaast is er nog onvoldoende zicht op hoe de bezoeken van [minderjarige01] aan zijn vader verlopen en of de vader voldoet aan de eisen van Goed Genoeg Ouderschap. Het is aan de GI om de komende periode onderzoek te doen naar de vraag of [minderjarige01] bij zijn vader kan gaan wonen of dat een andere plek meer passend is. De kinderrechter betreurt het dat hier de afgelopen twee maanden onvoldoende zicht op is gekomen. De kinderrechter verwacht dat de GI de komende periode strak de regie gaat voeren en dat als het goed met [minderjarige01] blijft gaan bij de [zorgverlener02] , ook actief gaat inzetten op plaatsing van [minderjarige01] elders. De kinderrechter zal het restant van het verzoek van de GI toewijzen en de machtiging gesloten jeugdhulp verlengen met ingang van 18 september 2023 en tot 18 januari 2024.

3.De beslissing

De kinderrechter:
3.1
verlengt de machtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 18 september 2023 en tot 18 januari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2023 door mr. De Beer, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Duerink-Bottinga griffier, en op schrift gesteld op 25 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.