ECLI:NL:RBZWB:2023:7739

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
C/02/414388 / JE RK 23-1727
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
  • mr. Duerink-Bottinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 oktober 2023 een beschikking gegeven over een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2009. Het verzoek is ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Middelburg, met als doel de minderjarige voor een periode van zes maanden in een gesloten accommodatie te plaatsen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van [minderjarige01] het ouderlijk gezag uitoefenen en dat er eerder spoedmachtigingen zijn verleend voor gesloten jeugdhulp. De minderjarige heeft aangegeven dat hij zich op zijn plek voelt in de huidige open groep en dat hij hoopt dat de voorwaardelijke machtiging wordt verleend om hem te helpen bij het naleven van afspraken. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkeling van [minderjarige01] erkend en oordeelt dat de voorwaardelijke machtiging noodzakelijk is om verdere ontwikkeling te waarborgen en terugval in oud gedrag te voorkomen. De beschikking is mondeling gegeven en schriftelijk vastgelegd op 27 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/414388 / JE RK 23-1727
Datum uitspraak: 13 oktober 2023
beschikking voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
beschikking van de kinderrechter over een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
HET COLLEGE VAN BURGEMEERSTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE MIDDELBURG, hierna te noemen: het college,
zetelende te Middelburg,
betreffende
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. R. Wouters te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder01],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,
[de vader01],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats02] .

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek van het college van 26 september 2023, binnengekomen bij de griffie op 29 september 2023;
- de instemmende verklaring d.d. 5 oktober 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Gehoord zijn:
- de [minderjarige01] , bijgestaan door mr. Wouters;
- de vader;
- een vertegenwoordig(st)er van het college.
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de moeder.

2.De feiten

2.1
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] .
2.2
Bij beschikking van 4 juli 2023 is ten aanzien van [minderjarige01] een spoedmachtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en verblijven voor de duur van vier weken, te weten met ingang van 4 juli 2023 en tot 1 augustus 2023, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden.
2.3
Bij beschikking van 14 juli 2023 is ten aanzien van [minderjarige01] een machtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en verblijven met ingang van 1 augustus 2023 en tot 1 oktober 2023.
2.4
Op grond van de laatst genoemde machtiging heeft [minderjarige01] bij [jeugdinstelling01] verbleven. Momenteel verblijft [minderjarige01] bij [jeugdinstelling02] in [plaats].

3.Het verzoek

3.1
Het college verzoekt een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige01] te verlenen voor de duur van 6 maanden.

4.De standpunten

4.1
In het gesprek met de kinderrechter heeft [minderjarige01] aangegeven dat hij op zijn plek zit bij [jeugdinstelling02] in [plaats]. Hij is gegroeid in het contact met de jongeren en de leiding van de groep en vindt de vrijheid die hij krijgt, fijn. [minderjarige01] voetbalt graag maar is hiermee gestopt gedurende zijn verblijf bij [jeugdinstelling01] . Mogelijk dat hij, nu hij op een open groep verblijft, deze hobby weer op kan pakken. [minderjarige01] hoopt dat de voorwaardelijke machtiging wordt verleend zodat hij een stok achter de deur heeft en duidelijk weet aan welke afspraken hij zich moet houden. Mocht het mis gaan dan kan hij gelijk weer bij [jeugdinstelling01] worden geplaatst en [minderjarige01] vindt het fijn om dat te weten.
4.2
Het college voert in de stukken en tijdens de mondelinge behandeling aan dat [minderjarige01] eerst op een open groep bij [jeugdinstelling01] heeft gewoond en daarna in december 2021 op een gesloten groep is geplaatst. Vanuit daar is hij naar de open groep van [zorgorganisatie01] gegaan maar deze was groot en sloot niet goed aan bij wat [minderjarige01] nodig had. Dit resulteerde in opnieuw een gesloten plaatsing van 3 maanden. In deze laatste 3 maanden is [minderjarige01] meer tot rust gekomen en is hij gestart met intake bij [zorgorganisatie02] voor behandeling van hechtingsproblematiek. Inmiddels is er een woonplek gevonden voor [minderjarige01] zodat hij in een passende omgeving verder kan werken aan zijn doelen. [minderjarige01] is meer ontspannen dan een aantal maanden geleden. Hij heeft grote stappen vooruit gezet bij [jeugdinstelling01] en vond het toch wel spannend toen hij hoorde dat er plannen waren om hem op een open groep te plaatsen. [minderjarige01] voelt zich steeds meer op zijn plek in de huidige groep en is gemotiveerd om verder aan zijn leerpunten te werkenOm te voorkomen dat [minderjarige01] terugvalt in zijn oude gedrag is het van belang een stok achter de deur te hebben zodat hij zich kan houden aan gemaakte afspraken en voorwaarden. Er is een passende plek voor [minderjarige01] bij [jeugdinstelling02] in [plaats] gevonden waar hij in een passende omgeving naar school kan gaan en kan werken aan zijn ontwikkeling en behandeling bij [zorgorganisatie02] . Het is noodzakelijk dat de voorwaardelijke machtiging wordt verleend zodat deze als stok achter de deur fungeert voor [minderjarige01] om zich te houden aan de gemaakte afspraken.
4.3
De advocaat van [minderjarige01] geeft aan dat [minderjarige01] het eens is met het verzoek tot het verlenen van de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. [minderjarige01] stemt in met de voorwaarden die gesteld worden en weet wat er van hem verwacht wordt. Het is in het belang van [minderjarige01] dat het verzoek van het college wordt toegewezen.
4.4
De vader van [minderjarige01] voert tijdens de mondelinge behandeling aan hij het knap vindt van [minderjarige01] dat hij gekomen is waar hij nu staat. De plek waar [minderjarige01] nu zit is goed voor hem. Bij [jeugdinstelling01] zat hij meer opgesloten en nu heeft hij meer vrijheden om zich te ontplooien. [minderjarige01] is een slimme jongen en vrij zelfstandig voor zijn leeftijd. De vader stemt in met het verzoek van het college.

5.De beoordeling

5.1
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.4 Jeugdwet dient verlening van een voorwaardelijke machtiging van gesloten jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren en de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken en de ernstige belemmering in de ontwikkeling naar volwassenheid alleen buiten de accommodatie kan worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden.
5.2
De kinderrechter oordeelt als volgt. Allereerst complimenteert de kinderrechter [minderjarige01] met het feit dat hij gedurende zijn verblijf bij [jeugdinstelling01] flinke stappen vooruit heeft gezet. Alhoewel [minderjarige01] er wat tegenop zag om vanuit de gesloten setting bij [jeugdinstelling01] naar de huidige open groep te gaan heeft hij sindsdien toch ontzettend hard gewerkt. De groep waar [minderjarige01] nu verblijft lijkt passend voor hem te zijn. Hij heeft daar meer vrijheden en kan vanuit daar mogelijk ook weer zijn hobby, voetballen, uitoefenen. De positieve ontwikkeling in deze zaak is nog pril en de kinderrechter is van oordeel dat het dan ook noodzakelijk is om een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen. [minderjarige01] heeft kenbaar gemaakt de jeugdhulp te aanvaarden, zoals opgenomen in het overgelegde hulpverleningsplan. Hij heeft zich bereid verklaard tot naleving van de voorwaarden die daarin genoemd worden. Ook voor het overige wordt aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voldaan. Zo is in het hulpverleningsplan, naast de voorwaarden waaraan [minderjarige01] zich dient te houden, ook de jeugdhulpaanbieder genoemd. Ook is vermeld welke medewerkers bevoegd zijn tot het nemen van het besluit tot opname. Verder stemmen [minderjarige01] , de vader, de moeder en de gedragswetenschapper in met het verzoek van het college tot het verlenen van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. De kinderrechter zal de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp dan ook verlenen, en wel voor de verzochte duur van zes maanden, nu nog sprake is van een prille positieve ontwikkeling.
5.4
Gezien het hiervoor overwogene beslist de kinderrechter als volgt.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1
verleent een voorwaardelijke machtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 13 oktober 2023 en tot 13 april 2024, onder de voorwaarden welke aan [minderjarige01] in het aangehechte hulpverleningsplan zijn gesteld.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 13 oktober 2023 door mr. De Beer, in aanwezigheid van mr. Duerink-Bottinga en schriftelijk vastgelegd op 27 oktober 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.