ECLI:NL:RBZWB:2023:7740

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
C/02/410721 / JE RK 23-1065
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Holierhoek
  • A. de Beer
  • J. Zuijdweg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling in een jeugdzorgzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van een ondertoezichtstelling. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling (GI) betrokken is bij de zorg voor twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank heeft de moeder en de vader van de minderjarigen als belanghebbenden aangemerkt, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat, mr. R.A. Korver.

De procedure is gestart op basis van een verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2023 zijn de ouders en vertegenwoordigers van de GI verschenen. De rechtbank heeft de minderjarigen ook gehoord. De rechtbank heeft de beschikking voorbereid op basis van verschillende stukken, waaronder eerdere beschikkingen en rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming.

Na zorgvuldige overweging heeft de rechtbank besloten het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen. De rechtbank heeft daarbij de relevante wetgeving in acht genomen en de belangen van de minderjarigen en de ouders gewogen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Duerink-Bottinga. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen de daarvoor gestelde termijn.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/410721 / JE RK 23-1065
Datum uitspraak: 18 oktober 2023
Beschikking van de meervoudige kamer over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,
locatie Middelburg, hierna te noemen: de GI,
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2007 te [geboorteplaats 1] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2009 te [geboorteplaats 2] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R.A. Korver te Amsterdam,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg (hierna: de Raad).

1.Het (verdere) procesverloop

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van 14 juli 2023;
- de briefrapportage van de Raad van 26 september 2023;
- de brief van de GI van 10 oktober 2023 met bijlage;
- de brief van mr. Korver van 10 oktober 2023;
- de e-mail met bijlage van mr. Korver van 13 oktober 2023;
- de door mr. Korver tijdens de mondelinge behandeling overgelegde pleitnotities.
Op 16 oktober 2023 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren nader behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door mr. Korver;
- drie vertegenwoordigsters van de GI;
- een zittingsvertegenwoordigster van de Raad.
Op 16 oktober 2023 heeft de voorzitter van de meervoudige kamer met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gesproken.

2.De (verdere) beoordeling

2.1
De beslissing luidt zoals hieronder is bepaald. Aan partijen is meegedeeld dat de nadere schriftelijke uitwerking van deze beschikking binnen twee weken zal volgen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1
wijst het restant van het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Holierhoek, voorzitter, mr. De Beer en mr. Zuijdweg, allen rechters, tevens kinderrechters, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. Duerink-Bottinga, griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.