Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
locatie Middelburg, hierna te noemen: de GI,
1.Het (verdere) procesverloop
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door mr. Korver;
- drie vertegenwoordigsters van de GI;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van een ondertoezichtstelling. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling (GI) betrokken is bij de zorg voor twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank heeft de moeder en de vader van de minderjarigen als belanghebbenden aangemerkt, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat, mr. R.A. Korver.
De procedure is gestart op basis van een verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2023 zijn de ouders en vertegenwoordigers van de GI verschenen. De rechtbank heeft de minderjarigen ook gehoord. De rechtbank heeft de beschikking voorbereid op basis van verschillende stukken, waaronder eerdere beschikkingen en rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming.
Na zorgvuldige overweging heeft de rechtbank besloten het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen. De rechtbank heeft daarbij de relevante wetgeving in acht genomen en de belangen van de minderjarigen en de ouders gewogen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Duerink-Bottinga. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen de daarvoor gestelde termijn.