Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
De feiten
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De zaak is aangespannen door de Gecertificeerde Instelling (GI) Jeugdbescherming Brabant, die verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waarbij de moeder niet aanwezig was, maar wel via e-mail haar instemming met de verlenging heeft gegeven. De vader heeft zijn zorgen geuit over de communicatie met de moeder en de impact van de spanningen op [minderjarige01]. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [minderjarige01] aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij de gesprekken met zijn coach waardeert. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [minderjarige01] nog steeds bedreigd wordt door de onrust en spanningen tussen de ouders. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen, met de nadruk op de noodzaak van hulpverlening en de betrokkenheid van een jeugdbeschermer. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de hulpverlening onmiddellijk kan doorgaan, ongeacht een eventueel hoger beroep.