ECLI:NL:RBZWB:2023:7750

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
C/02/415621 / FA RK 23/5178
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzingsbeschikking inzake wijziging zorgmachtiging in verband met overplaatsing betrokkene

Op 6 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de wijziging van een zorgmachtiging. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 3 november 2023, met als doel de lopende zorgmachtiging van de betrokkene te wijzigen. De betrokkene, geboren in 1992, was op dat moment verblijvende in een zorginstelling, maar was inmiddels overgeplaatst naar een andere accommodatie voordat de rechtbank het verzoek kon behandelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 1:6 lid 1 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), zij niet meer bevoegd is om het verzoek te behandelen, aangezien de betrokkene was overgeplaatst. Dit leidde tot de conclusie dat de zaak niet meer in Middelburg kon worden behandeld en dat de rechtbank de zaak moest verwijzen naar de rechtbank te Den Haag.

In de beslissing verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen en verwees de zaak in de stand waarin deze zich bevond naar de rechtbank Den Haag. Deze beschikking is gegeven door mr. Bethlehem, rechter, in tegenwoordigheid van mr. De Haas, griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/415621 / FA RK 23/5178
Beschikking van 6 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het op 3 november 2023 door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1992 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de [accommodatie01] , [afdeling01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Het procesverloop

De officier van justitie heeft op 3 november 2023 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot het wijzigen van de lopende zorgmachtiging van betrokkene.

2.De beoordeling

2.1
Uit het e-mailbericht van de geneesheer-directeur van [zorginstelling01] van 6 november 2023 is het de rechtbank gebleken dat betrokkene inmiddels, voordat de rechtbank haar over het verzoek heeft kunnen horen, is overgeplaatst naar de [accommodatie01] , [afdeling01] , te [adres02] , [postcode02] in [plaats01] .
2.2
Op grond van artikel 1:6 lid 1 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), is deze rechtbank niet meer bevoegd om dit verzoek te behandelen.
2.3
De rechtbank zal het verzoek op grond van artikel 270 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor behandeling verwijzen naar de rechtbank te Den Haag.

3.De beslissing

De rechtbank:
verklaart zich onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen;
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Den Haag.
Deze beschikking is gegeven door mr. Bethlehem, rechter, in tegenwoordigheid van mr. De Haas, griffier op 6 november 2023.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.