ECLI:NL:RBZWB:2023:7763

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
C/02/409044 / FA RK 23/2035
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. de Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1954. De rechtbank heeft deze beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, die om een zorgmachtiging vroeg voor de duur van twaalf maanden. De betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een dwangstoornis en een psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor haar gezondheid en welzijn. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 oktober 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, haar mentor, en een psychiater. De betrokkene heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij de voorgeschreven medicatie inneemt, maar de psychiater en de mentor hebben zorgen geuit over haar huidige situatie en de noodzaak van verplichte zorg.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, gezien het gebrek aan ziektebesef en de weigering van de betrokkene om meer hulpverlening te accepteren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg toegewezen, inclusief het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend tot en met 17 mei 2024, met de mogelijkheid tot opname in een accommodatie indien de situatie dit vereist. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Beer en is op 8 november 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Middelburg
Zaaknummer: C/02/409044 / FA RK 23/2035
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
(nadere) beschikking van 25 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1954 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 2 augustus 2023 en alle daarin opgenomen en vermelde stukken;
- de brief met bijlage van de mentor van betrokkene van 2 augustus 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 8 augustus 2023.
1.2
De (nadere) mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2023, op het hierboven genoemde adres.
1.3
Tijdens de (nadere) mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , de mentor en zus van betrokkene;
- de heer [naam 2] , de psychiater.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevrouw [naam 3] , de nicht van betrokkene;
- mevrouw [naam 4] , de sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV).
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de (nadere) mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
2.2
Ter beoordeling ligt nog voor het resterende deel van het hierboven genoemde verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor betrokkene te verlenen voor de duur van zes maanden, te weten tot en met 17 mei 2024.

3.Standpunten

3.1
Door betrokkene is tijdens de (nadere) mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat het goed met haar gaat en dat zij de voorschreven medicatie inneemt. Hierdoor is betrokkene zich beter gaan voelen. Op dit moment komt er één keer per week hulpverlening langs en dat is toch voldoende gebleken. Ten slotte heeft betrokkene aangegeven dat zij in haar eigen thuissituatie wil blijven wonen.
3.2
Namens betrokkene is door de advocaat tijdens de (nadere) mondelinge behandeling naar voren gebracht dat het voorschrijven en innemen van extra medicatie de sleutel is geweest tot herstel en tot minder zorgen over de thuissituatie van betrokkene. Daarom kan de advocaat zich vinden in het verlenen van het resterende deel van de zorgmachtiging.
Betrokkene kan hiermee ook in haar eigen thuissituatie verblijven, maar wel met een vangnetconstructie die de zorgmachtiging haar kan bieden.
3.3
Door de psychiater is tijdens de (nadere) mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat het resterende deel van het verzoek moet worden toegewezen. De psychiater maakt zich zorgen over de kwaliteit van leven van betrokkene die nu als onder de maat wordt beschouwd. Een aantal jaren geleden is een behandelpoging gedaan. De psychiater wil nu een nieuwe behandelpoging doen, temeer omdat de wens van betrokkene om thuis te blijven wonen erg groot is en die wens een poging waard is. De voorgeschreven medicatie is al verhoogd, waarbij de psychiater die eigenlijk in depotvorm wil zien en betrokkene in tabletvorm. Belangrijk is dat een medicatiebeleid wordt uitgezet, maar hiervoor is minimaal zes maanden nodig. Hierbij moet worden bezien wat dit voor het toestandsbeeld van betrokkene betekent. Als blijkt dat dat beeld niet in positieve zin verandert, dan wordt de huidige situatie van betrokkene onhoudbaar en moet betrokkene worden opgenomen in een accommodatie.
3.4
Door de mentor van betrokkene is tijdens de (nadere) mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat betrokkene thuis moet blijven wonen. De mentor heeft vier weken geleden met de psychiater en met mevrouw [verpleegkundige] (verpleegkundige) gesproken. [zorgorganisatie] heeft aangegeven dat zij geen zorgverleners in dienst hebben die gespecialiseerd zijn in de problematiek van betrokkene. Betrokkene heeft aangegeven dat zij de zorg niet wil uitbreiden. Mevrouw [verpleegkundige] heeft aangegeven dat zij het uitbreiden van afspraken en huisbezoeken niet in het dwangkader kan laten plaatsvinden. Hieruit volgt dat de uitbreiding van zorg niet gerealiseerd kan worden. Zij is het wel eens met de visie van de psychiater.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een dwangstoornis, psychotische stoornis, depressieve-stemmingsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de gestelde psychische stoornis die al eerder bij beschikking is vastgesteld. Door of namens betrokkene is de psychische stoornis niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander. De rechtbank overweegt hierbij dat betrokkene zichzelf isoleert en vrijwel niet buitenkomt. Hiernaast is sprake van een zeer gebrekkige zelfzorg en een slechte hygiëne van de woonomgeving. Ook wordt (mond)zorg en somatische zorg afgehouden, waardoor sprake is van een risico op ernstig lichamelijk letsel. Door of namens betrokkene is het ernstig nadeel niet betwist.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokken zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Er is geen sprake van ziektebesef en ziekte-inzicht. Weliswaar neemt betrokkene op dit moment de voorgeschreven medicatie in en is die onder toezicht van de psychiater verhoogd, maar de rechtbank acht het aannemelijk dat betrokkene de medicatie kan gaan weigeren. Hier komt bij dat de mentor van betrokkene heeft aangegeven dat betrokkene niet bereid is om meer hulpverlening te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De vormen van verplichte zorg te weten ‘toedienen van vocht’, ‘toedienen van voeding’ en ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ zijn niet verzocht door de officier van justitie. Op grond van het bepaalde in artikel 6:4 lid 2 Wvggz kan de rechter, in afwijking van het verzoekschrift, besluiten tot het opnemen van andere vormen van verplichte zorg, zoals bedoeld in het bepaalde in artikel 3:2 lid 2 Wvggz. Op grond van de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is de rechtbank van oordeel dat, in afwijking van het verzoekschrift alsook de bevindingen van de ter zake kundige arts in de medische verklaring en de zorgverantwoordelijke in het zorgplan, deze vormen van verplichte zorg in verband met het voedingspatroon van betrokkene noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden. De rechtbank wijst daarom de vormen van verplichte zorg ‘toedienen van vocht’, ‘toedienen van voeding’ en ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ toe.
De rechtbank overweegt voorts dat betrokkene alleen kan worden opgenomen in een accommodatie indien zij de voorgeschreven medicatie niet of onvoldoende inneemt, psychotisch decompenseert of het risico om ernstig nadeel te groot wordt. Hiernaast kan de vorm van verplichte zorg te weten ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ alleen worden aangewend indien betrokkene wordt opgenomen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het resterende deel van het verzoek tot verkrijging van een zorgmachtiging zal worden verleend, te weten tot 17 mei 2024.
4.9
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1954 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd en overwogen in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen indien de situatie dit vergt;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 mei 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. Hol, griffier, en op 8 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
(TH)
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.