ECLI:NL:RBZWB:2023:7768

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
C/02/415186 / FA RK 23/4958
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. de Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2002. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk was opgelegd op 23 oktober 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 oktober 2023 waren de betrokkene, haar advocaat, en verschillende zorgprofessionals aanwezig. De betrokkene heeft aangegeven dat zij niet lijdt aan een borderline-persoonlijkheidsstoornis, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen zijn voor psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en een borderline-persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, en dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was om de veiligheid van de betrokkene te waarborgen. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel tot en met 15 november 2023, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. de Beer en is op 8 november 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Middelburg
Zaaknummer: C/02/415186 / FA RK 23/4958
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 25 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 1] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J.J.L. Maalsté te Utrecht.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 24 oktober 2023, ingekomen ter griffie op 24 oktober 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 23 oktober 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 23 oktober 2023;
- de medische verklaring van 23 oktober 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam 1] , de verpleegkundig specialist;
- de heer drs. [naam 2] , de arts in opleiding tot psychiater (hierna: AIOS).
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- mevrouw [naam 3] , de verpleegkundige.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Door betrokkene is tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat de afgelopen periode niet veel is veranderd. Het liefst gaat betrokkene terug naar haar begeleide woonvorm [zorginstelling 1] in [plaats 2] . Het verblijf daar bevalt betrokkene. Betrokkene wil niet overgeplaatst worden naar behandelcentrum [zorginstelling 2] in [plaats 3] dat, net zoals begeleide woonvorm [zorginstelling 1] , onderdeel uitmaakt van [zorgorganisatie] . Ten slotte heeft betrokkene aangegeven niet te lijden aan borderline.
3.2
Namens betrokkene is door de advocaat tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat betrokkene vindt dat het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel op een andere manier kan worden afgewend. In de medische verklaring staat aangegeven dat betrokkene (vermoedelijk) lijdt aan een autismespectrumstoornis (ASS) en een borderline-persoonlijkheidsstoornis. Weliswaar vindt betrokkene dat zij niet aan de laatst genoemde stoornis lijdt, maar hiertegen kan weinig verweer gevoerd worden. Ook kan geen verweer gevoerd worden tegen het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, omdat betrokkene tegen de AIOS heeft gezegd dat zij zichzelf wil beschadigen als zij terug naar haar begeleide woonvorm mag gaan.
3.3
Door de AIOS is tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat het verzoek moet worden toegewezen. Bij beschikking van 9 oktober 2023 is de op 4 oktober 2023 opgelegde crisismaatregel voortgezet tot en met 30 oktober 2023. Een dag na de zitting zijn met betrokkene afspraken gemaakt en is zij teruggekeerd naar [zorginstelling 1] in [plaats 2] . Nu echter met betrokkene geen veiligheidsafspraken kunnen worden overeengekomen, is betrokkene bij de crisisdienst opgenomen. Afgevraagd kan worden wat in dit geval de doelmatigheid van de voortzetting van de crisismaatregel is. Betrokkene heeft gisteren aangegeven dat zij terug naar [zorginstelling 1] wil gaan om zichzelf te beschadigen. Als de genoemde maatregel wordt verlengd, dan is dat alleen voor haar veiligheid en niet voor de behandeling. Niet duidelijk is of de voortzetting van de crisismaatregel kan bijdragen aan het beter laten worden van betrokkene. Daarnaast is door de AIOS toegelicht dat geprobeerd wordt de autonomie van betrokkene te bevorderen, maar dat de situatie daar op dit moment niet veilig genoeg voor is. Ten slotte heeft de AIOS aangegeven dat betrokkene morgen om 13:15 uur overgeplaatst zal worden naar [zorginstelling 2] in [plaats 3] , omdat [zorgorganisatie] de regiebehandelaar is nu betrokkene bij een begeleide woonvorm van die organisatie verblijft.
3.4
Door de verpleegkundig specialist is tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat hij de visie van de AIOS onderschrijft. Aanvullend heeft de verpleegkundig specialist aangegeven dat het creëren van een veilige omgeving kan leiden tot verbetering van het toestandsbeeld van betrokkene. Onduidelijk is of het verblijf van betrokkene bij behandelcentrum [zorginstelling 2] gevolgen heeft voor haar verblijf bij [zorginstelling 1] , maar dit hangt ook af van betrokkene zelf. Ten slotte heeft de verpleegkundig specialist aangegeven dat betrokkene niet of niet voldoende consistent is en dat stress een factor kan zijn die haar situatie onveiliger maakt.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten persoonlijkheidsstoornissen en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen). Betrokkene vindt dat zij niet lijdt aan een borderline-persoonlijkheidsstoornis. Anders dan het standpunt van betrokkene, is de rechtbank van oordeel dat niet gebleken is dat getwijfeld hoeft te worden aan de door de ter zake kundige arts opgestelde medische verklaring. Bij beschikking van 9 oktober 2023 is die stoornis eerder vastgesteld. Namens betrokkene is het vermoeden van een psychische stoornis niet betwist.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank overweegt hierbij dat uit de politiemutaties blijkt dat betrokkene opvallend bij het treinspoor heeft gestaan en door een buitengewoon opsporingsambtenaar is aangesproken. Tegen die ambtenaar zou betrokkene hebben gezegd dat zij zichzelf wil suïcideren. Ook blijkt uit die mutaties dat betrokkene zou hebben gezegd dat haar energie om tegen de stemmen in haar hoofd te vechten, op is. Betrokkene is door omstanders (en de politie) van het treinspoor gehaald. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de AIOS aangegeven dat betrokkene terug naar haar beschermde woonvorm wil gaan om zichzelf te beschadigen. Door of namens betrokkene is het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel niet betwist.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de AIOS en de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd hebben verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Anders dan het standpunt van betrokkene, is de rechtbank van oordeel dat er op dit moment geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect beogen. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat betrokkene tegen de AIOS heeft gezegd dat zij zichzelf wil beschadigen. Hierdoor kan betrokkene op dit moment niet in een ambulante setting behandeld worden en kan haar veiligheid in die setting niet gegarandeerd worden. De voortzetting van de crisismaatregel moet hoofdzakelijk worden gezien om de veiligheid van betrokkene te kunnen waarborgen, waarbij het aan [zorgorganisatie] is om als regiebehandelaar te bezien wat voor betrokkene verder helpend kan zijn.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 november 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. Hol, griffier, en op 8 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.