Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke antwoord met niet genummerde bijlagen,
- de nadere schriftelijke toelichting (dupliek) met producties 1 tot en met 7,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de eisende partij, Evides N.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Evides vorderde betaling van een bedrag van € 222,23, bestaande uit € 189,73 aan hoofdsom en € 32,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, op basis van een veronderstelde overeenkomst voor de levering van drinkwater. De gedaagde betwistte echter de totstandkoming van deze overeenkomst en stelde dat hij geen water had afgenomen op het betreffende adres, omdat hij de woningen had samengevoegd en het adres niet meer bestond.
De Kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en geconcludeerd dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen tussen Evides en de gedaagde. De rechter oordeelde dat Evides onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd die zouden aantonen dat er een aanbod was gedaan door Evides dat door de gedaagde was aanvaard. De communicatie tussen partijen, waaronder een bevestiging van aanmelding en betalingsherinneringen, toonde aan dat de gedaagde geen water wilde afnemen en dat er geen verbruik had plaatsgevonden.
Daarom heeft de Kantonrechter de vordering van Evides afgewezen en geoordeeld dat Evides in de proceskosten moest worden veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden vastgesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 8 november 2023.