ECLI:NL:RBZWB:2023:7841

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
10518959 CV EXPL 23-1204
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van drinkwaterfacturen en de vraag naar de totstandkoming van een overeenkomst

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de eisende partij, Evides N.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Evides vorderde betaling van een bedrag van € 222,23, bestaande uit € 189,73 aan hoofdsom en € 32,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, op basis van een veronderstelde overeenkomst voor de levering van drinkwater. De gedaagde betwistte echter de totstandkoming van deze overeenkomst en stelde dat hij geen water had afgenomen op het betreffende adres, omdat hij de woningen had samengevoegd en het adres niet meer bestond.

De Kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en geconcludeerd dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen tussen Evides en de gedaagde. De rechter oordeelde dat Evides onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd die zouden aantonen dat er een aanbod was gedaan door Evides dat door de gedaagde was aanvaard. De communicatie tussen partijen, waaronder een bevestiging van aanmelding en betalingsherinneringen, toonde aan dat de gedaagde geen water wilde afnemen en dat er geen verbruik had plaatsgevonden.

Daarom heeft de Kantonrechter de vordering van Evides afgewezen en geoordeeld dat Evides in de proceskosten moest worden veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden vastgesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 8 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10518959 \ CV EXPL 23-1204
Vonnis van 8 november 2023
in de zaak van
EVIDES N.V.,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Evides,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding 2 mei 2023 met producties 1 tot en met 4,
- het schriftelijke antwoord met niet genummerde bijlagen,
- de conclusie van repliek met productie 5,
- de nadere schriftelijke toelichting (dupliek) met producties 1 tot en met 7,
- de akte uitlaten producties
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Evides vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 222,23 ( € 189,73 aan hoofdsom + € 32,50 aan buitengerechtelijke incassokosten), alsmede [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure.
2.2.
Evides legt het volgende ten grondslag aan haar vordering. Zij stelt dat tussen partijen een overeenkomst tot levering van drinkwater tot stand is gekomen, dan wel een overeenkomst tot stand is gekomen op grond van de algemene voorwaarden van Evides, dan wel uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking, dan wel uit hoofde van de onverschuldigde betaling. Deze overeenkomst is op 21 juni 2021 met terugwerkende kracht tot 2 september 2019 bevestigd en ziet op het leveringsadres [adres 1] . Voor het leveren van water heeft zij bij factuur een totaal van € 189,73 in rekening gebracht bij [gedaagde] . Aangezien [gedaagde] in gebreke is gebleven met tijdige betaling van de factuur, is hij eveneens de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
2.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij betwist dat hij een leveringsovereenkomst met Evides voor het [adres 1] heeft gesloten en betwist daarom dat hij betaling is verschuldigd. Hij heeft de woningen [adres 2] en [adres 1] samengevoegd tot [adres 2] . De woning aan de [adres 1] verbruikt daardoor geen water meer.

3.De beoordeling

3.1.
De kern van het geschil betreft de vraag of tussen Evides en [gedaagde] een overeenkomst voor het [adres 1] is gesloten. In dat geval is [gedaagde] gehouden de facturen van Evides te voldoen. De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake is van een overeenkomst tussen partijen, zodat [gedaagde] de facturen niet is verschuldigd. Zij zal dit hieronder toelichten.
3.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en een aanvaarding van dat aanbod. Aanbod en aanvaarding behoeven echter niet uitdrukkelijk plaats te vinden. Of een overeenkomst tot stand is gekomen hangt af van de vraag wat partijen over en weer van elkaar mochten verwachten. Geoordeeld wordt dat Evides onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit blijkt dat zij [gedaagde] een aanbod heeft gedaan, dat door [gedaagde] is aanvaard.
3.3.
Bij brief van 21 juni 2021 heeft Evides aan [gedaagde] een zogenaamde “Bevestiging aanmelding” voor levering van drinkwater gestuurd, gevolgd door een betalingsherinnering op 17 juli 2021 voor het [adres 1] . In reactie daarop bericht [gedaagde] aan Evides dat dit adres niet bestaat en geen aansluiting heeft (mail 19 juli 2021) en dat hij geen water wil (mail 5 oktober 2021). [gedaagde] heeft op dat adres ook geen water afgenomen. Zoals Evides namelijk zelf bij repliek aangeeft blijkt uit de watermeter op het (voormalige) [adres 1] , dat er geen water is verbruikt. Voorgaande feiten en omstandigheden brengen mee, dat uit het handelen van [gedaagde] niet kan worden afgeleid dat hij de wil had water af te nemen. Van aanvaarding door [gedaagde] van een aanbod van Evides is dan ook geen sprake.
3.4.
Evides wordt ook niet gevolgd in haar stelling dat overeenkomstig de algemene voorwaarden er een overeenkomst tussen partijen geldt. Voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden gelden in beginsel de normale regels van aanbod en aanvaarding. Het is aan Evides feiten en omstandigheden te stellen waaruit volgt dat zij het aanbod heeft gedaan en dat dit aanbod (stilzwijgend) door [gedaagde] is aanvaard. Zij heeft hieraan niet voldaan. Hierdoor zijn de algemene voorwaarden niet van toepassing tussen Evides en [gedaagde] , zodat het geen grondslag voor de vordering biedt.
3.5.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is evenmin sprake van ongerechtvaardigde verrijking, dan wel onverschuldigde betaling, aangezien [gedaagde] geen water heeft verbruikt.
3.6.
Concluderend, Evides stelt onvoldoende feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat partijen een overeenkomst tot levering van drinkwater hebben gesloten voor het [adres 1] . Voor de vordering van Evides bestaat daardoor geen grondslag, zodat de vordering wordt afgewezen.
3.7.
Evides is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van Evides af,
4.2.
veroordeelt Evides in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld nihil,
4.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.