ECLI:NL:RBZWB:2023:7879

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
10566386 CV EXPL 23-1494 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van Dam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning afgewezen wegens specifieke omstandigheden van de huurder met betrekking tot drugshandel

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Beveland Wonen en [belanghebbende] over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een huurwoning. Beveland Wonen vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat er een handelshoeveelheid softdrugs in de woning was aangetroffen. De huurder, [belanghebbende], erkende dat er softdrugs in de woning aanwezig waren, maar ontkende dat hij handelde in drugs. De kantonrechter heeft de vorderingen van Beveland Wonen afgewezen, omdat de tekortkomingen van [belanghebbende] niet van voldoende gewicht waren om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De kantonrechter weegt hierbij de belangen van de huurder, die bezig is zijn leven weer op orde te brengen en geen sociaal netwerk heeft, zwaarder dan de belangen van Beveland Wonen. De kantonrechter benadrukt dat [belanghebbende] gewaarschuwd is en dat toekomstige overtredingen van de Opiumwet wel tot ontbinding kunnen leiden.

De procedure begon met een tussenvonnis op 6 september 2023 en een mondelinge behandeling op 9 oktober 2023. Beveland Wonen had de huurovereenkomst beëindigd na opzegging door de voormalige partner van [belanghebbende]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aanwezigheid van softdrugs een tekortkoming oplevert, maar dat deze tekortkoming in dit geval niet voldoende is om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft Beveland Wonen in de proceskosten veroordeeld, omdat zij in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10566386 CV EXPL 23-1494
Vonnis van 8 november 2023
in de zaak van
Stichting Beveland Wonen,
voorheen statutair genaamd “Regionale Woonstichting Samenwerking” voor haar omzetting ex 2:18 BW genaamd de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid “Regionale Woningbouwvereniging Samenwerking”,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Goes,
eiseres,
verder te noemen: Beveland Wonen,
gemachtigde: AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders,
tegen

1.[gedaagde sub 1] , vennoot van [bewindvoering] ,

in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[belanghebbende],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [plaats] ,
gedaagden,
verder gezamenlijk te noemen gedaagden dan wel afzonderlijk de bewindvoerder (gedaagde sub 1) en [gedaagde sub 2] (gedaagde sub 2),
gemachtigde: mr. E. Kattestaart.

1.De zaak in het kort

[belanghebbende] huurt van Beveland Wonen een woning. Volgens Beveland Wonen heeft [belanghebbende] gehandeld in strijd met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst doordat er een handelshoeveelheid softdrugs in zijn woning is aangetroffen en hij zou handelen in drugs. Daarnaast vernietigt Beveland Wonen met een beroep op dwaling haar instemming met een namens [belanghebbende] aangeboden schuldsaneringsvoorstel waardoor de huurschuld van
€ 3.840,14 wederom opeisbaar wordt. Beveland Wonen verzoekt de kantonrechter de ontbinding van de huurovereenkomst uit te spreken en gedaagden te veroordelen tot ontruiming van de woning en daarnaast de bewindvoerder te veroordelen tot het betalen van de huurachterstand. [belanghebbende] erkent dat hij een handelshoeveelheid softdrugs in zijn woning had, maar ontkent dat sprake is van drugshandel. Daarnaast wijst de bewindvoerder op de grote gevolgen die ontbinding van de huurovereenkomst en het moeten ontruimen van de woning voor [belanghebbende] en [gedaagde sub 2] heeft. De kantonrechter wijst de vorderingen van Beveland Wonen af. Hieronder wordt toegelicht waarom.
2. De procedure
2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 september 2023;
- de aanvullende productie 4 van de zijde van gedaagden;
- de mondelinge behandeling van 9 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Met ingang van 1 april 2017 hebben [belanghebbende] en zijn toenmalige partner [naam] (hierna te noemen: [naam] ) met (de rechtsvoorganger van) Beveland Wonen een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning aan het [adres] te [plaats] (hierna te noemen: de huurovereenkomst en de woning).
3.2.
Op de huurovereenkomst zijn van toepassing de Algemene Huurvoorwaarden Zelfstandige Woonruimte 2014 (hierna te noemen: de algemene huurvoorwaarden). Daarin is – onder meer – het volgende bepaald:
ARTIKEL 6
De algemene verplichtingen van huurder
(…)
6.9.1
Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep of vergelijkbare middelen te kweken, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld.
6.9.2
Handelen in strijd met het in artikel 6.9.1 bepaalde kan, in ernstige gevallen van overtreding, leiden tot sluiting van de woning door de burgemeester en daarop
gevolgde, door verhuurder ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding van de
huurovereenkomst en ontruiming van de woning, maar buiten deze ernstige overtreding ook tot een door de verhuurder ingestelde vordering tot zodanige ontbinding en ontruiming.
(…)”
3.3.
Beveland Wonen heeft de huurovereenkomst ten aanzien van [naam] beëindigd na haar opzegging. De huurovereenkomst is alleen op naam van [belanghebbende] voortgezet.
3.4.
De kantonrechter heeft op 28 mei 2021 vanaf 29 mei 2021 een tijdelijk bewind voor de duur van 5 jaar ingesteld over de (toekomstige) goederen van [belanghebbende] . [gedaagde sub 1] , vennoot van [bewindvoering] , is benoemd tot bewindvoerder.
3.5.
Op 15 juni 2022 is Beveland Wonen door de gemeente Goes, afdeling schuldhulpverlening geïnformeerd over de schuldenlast van [belanghebbende] . De huurachterstand bedroeg op dat moment € 3.840,14. Aan Beveland Wonen is als prognose het aanbod gedaan 8,69% van de huurschuld af te lossen, zijnde een bedrag van € 333,67. Beveland Wonen is akkoord gegaan met dit voorstel.
3.6.
Uit een door de politie opgemaakte bestuurlijke rapportage van 3 mei 2023 (hierna te noemen: het politierapport) blijkt dat zij op 2 mei 2023 naar de woning is gegaan vanwege een ruzie in de relationele sfeer. Eén van de bewoners heeft toen een tas met hasj achter het bed in de slaapkamer vandaan gehaald. Daarnaast zijn door deze bewoner enkele blokken hasj overhandigd die in het bed verstopt lagen. Tot slot heeft de bewoner uit een kast in de slaapkamer twee bakjes met daarin softdrugs aan de politie gegeven.
3.7.
Op 22 mei 2023 heeft Beveland Wonen een melding van de gemeente Goes ontvangen waaruit blijkt dat de politie op 2 mei 2023 in de woning een handelshoeveelheid softdrugs heeft aangetroffen, namelijk 1025,6 gram hasj en 10,3 gram hennep.
3.8.
Bij brief van 22 mei 2023 heeft de burgemeester van de gemeente Goes aan zowel [belanghebbende] en [gedaagde sub 2] als Beveland Wonen meegedeeld dat [belanghebbende] en [gedaagde sub 2] naar aanleiding van het aantreffen van de drugs in de woning een formele waarschuwing krijgen. De burgemeester heeft verder meegedeeld dat hij voornemens is om bij een volgend drugsincident tot tijdelijke sluiting van de woning over te gaan.

4.Het geschil

4.1.
Beveland Wonen vordert bij vonnis – samengevat –, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. de huurovereenkomst te ontbinden vanwege ernstige toerekenbare tekortkomingen aan de zijde van [belanghebbende] ;
b. de bewindvoerder en [belanghebbende] hoofdelijk te veroordelen om de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis met al wie of wat zich daarin of daarop vanwege [belanghebbende] mocht bevinden te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Beveland Wonen te stellen;
c. [gedaagde sub 2] eveneens te veroordelen tot ontruiming van de woning, als onder b. beschreven, althans subsidiair om haar te veroordelen om de ontruiming van de woning door de bewindvoerder en [belanghebbende] te gehengen en te gedogen;
d. de bewindvoerder te veroordelen om aan Beveland Wonen te betalen een bedrag van € 3.840,14, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf
8 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
e. de bewindvoerder en [gedaagde sub 2] (de laatste enkel indien zij in de procedure zou verschijnen en verweer zou voeren) hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure.
4.2.
Beveland Wonen legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [belanghebbende] ernstig tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door te handelen in strijd met artikel 6.9.1 van de algemene huurvoorwaarden. Daarnaast baseert Beveland Wonen haar vorderingen op een huurachterstand van € 3.840,14 die eveneens een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst oplevert. Hoewel Beveland Wonen in eerste instantie akkoord is gegaan met een schuldsaneringsvoorstel voor deze huurschuld doet zij een beroep op dwaling. [belanghebbende] heeft Beveland Wonen niet ingelicht over zijn drugshandel waarmee hij met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid forse winsten genereert. Beveland Wonen vernietigt de door haar op 16 juni 2022 verrichte rechtshandeling waarmee zij heeft ingestemd met het schuldsaneringsvoorstel. De huurschuld is daardoor weer volledig opeisbaar geworden.
4.3.
Gedaagden voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijkheid van Beveland Wonen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Beveland Wonen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Beveland Wonen in de kosten van deze procedure althans de kosten voor gedaagden op nihil te stellen.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Het beheer en de beschikking over de onder bewind staande goederen komen tijdens het bewind niet toe aan de rechthebbende, maar aan de bewindvoerder (artikel 1:438 leden 1 en 2 BW). Als gevolg van het bewind is [belanghebbende] processueel onbekwaam in dit geding en neemt de bewindvoerder de plaats van [belanghebbende] in als formele procespartij (artikel 1:441
lid 1 BW). In het vervolg van dit vonnis wordt de naam van [belanghebbende] gebruikt voor zover het de gedragingen van [belanghebbende] zelf betreffen.
5.2.
De kantonrechter is het met gedaagden eens dat het Beveland Wonen had gesierd om voorafgaand aan het sturen van de dagvaarding eerst contact met hen op te nemen. Beveland Wonen had in ieder geval de bewindvoerder moeten informeren over de situatie die was ontstaan en hem in de gelegenheid moeten stellen op het ingenomen standpunt van Beveland Wonen te reageren. De kantonrechter zal aan deze gang van zaken echter geen consequenties verbinden.
5.3.
Het uitgangspunt is dat [belanghebbende] zich als goed huurder moet gedragen. Dit betekent dat hij zich moet houden aan zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, de huurvoorwaarden en de wet. Als [belanghebbende] deze verplichtingen niet nakomt (een tekortkoming), kan dit reden zijn om de huurovereenkomst te ontbinden. De vraag is dus of er een tekortkoming is en zo ja, of deze van voldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Daarbij moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen, waaronder de belangen van partijen.
Tekortkoming 1: aanwezigheid drugs?
5.4.
Vaststaat dat in de woning een handelshoeveelheid softdrugs is aangetroffen. Het verweer van gedaagden dat het aanwezig hebben van deze handelshoeveelheid softdrugs in de woning geen tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst oplevert omdat dit geen actief handelen betreft, wordt door de kantonrechter gepasseerd. Het aanwezig hebben van drugs is namelijk ook aan te merken als een activiteit die in strijd is met de Opiumwet. Een meer fysiek actief handelen, waar gedaagden op lijken te doelen, is geen vereiste om van een dergelijke activiteit te kunnen spreken. Hiermee staat vast dat [belanghebbende] zich niet als goed huurder heeft gedragen en in strijd met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst heeft gehandeld. Dit levert een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst op.
Tekortkoming 2: huurachterstand?
5.5.
De kantonrechter verwerpt het beroep van Beveland Wonen op dwaling. Uit wat Beveland Wonen heeft aangevoerd, blijkt niet dat op het moment dat Beveland Wonen haar akkoord gaf op het schuldsaneringsvoorstel [belanghebbende] zich bezighield met drugshandel dan wel andere criminele activiteiten waarmee hij forse winsten genereerde. Het feit dat een klein jaar na de instemming met dit voorstel een handelshoeveelheid softdrugs in de woning wordt aangetroffen, vormt hiervoor geen aanwijzing. Dit betekent dat de eerdere huurschuld niet (wederom) opeisbaar is en dus ook geen grondslag oplevert voor ontbinding van de huurovereenkomst. Hieruit volgt bovendien dat de vordering tot het betalen van een bedrag van € 3.840,14 aan huurachterstand zal worden afgewezen.
Tekortkoming van voldoende gewicht?
5.6.
Door een handelshoeveelheid softdrugs in de woning voorhanden te hebben is [belanghebbende] als gezegd tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. Vervolgens moet worden beoordeeld of deze tekortkoming van voldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet het geval is en overweegt het volgende.
5.7.
Het standpunt van Beveland Wonen dat uit alle door haar aangevoerde feiten – in onderlinge samenhang bezien – niet anders dan de conclusie kan worden getrokken dat [belanghebbende] vanuit de woning handelt in drugs, wordt niet gevolgd. Uit het feit dat er kennelijk veel kort bezoek bij [belanghebbende] aan de deur komt, kan niet zonder meer worden afgeleid dat [belanghebbende] handelt in drugs. Hoewel dit een aanwijzing voor drugshandel kan zijn, heeft Beveland Wonen deze stelling alleen onderbouwd met een brief van de burgemeester van de gemeente Goes waaruit blijkt dat er op 11 mei 2023 twee keer mannen aan de deur bij [belanghebbende] stonden om kort wat uit te wisselen. Wat er werd uitgewisseld is onbekend en [belanghebbende] heeft betwist dat het om drugs gaat. Volgens [belanghebbende] hadden deze korte bezoeken betrekking op de verkoop van aquariumplanten. Verder is [belanghebbende] door de politierechter alleen veroordeeld voor het aanwezig hebben van softdrugs en niet voor drugshandel. Bovendien heeft Beveland Wonen weliswaar ter zitting aangevoerd dat zij overlastmeldingen uit de buurt ontvangt, maar deze stelling heeft zij in het geheel niet onderbouwd. Daarnaast blijkt uit het politierapport dat er bij de politie geen overlastmeldingen bekend zijn over drugshandel vanuit de woning. Tot slot kan het feit dat [belanghebbende] één antecedent heeft op het gebied van overtreding van de Wet Wapens en Munitie niet leiden tot de conclusie – ook niet in samenhang met de hiervoor genoemde omstandigheden – dat [belanghebbende] zich bezighoudt met drugshandel en een wapen heeft gehad om zichzelf dan wel zijn drugs te beschermen.
5.8.
De kantonrechter stelt voorop dat het aanwezig hebben van een hoeveelheid softdrugs als hier aan de orde - ruim één kilogram - op zichzelf een tekortkoming van voldoende gewicht kan opleveren, die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Uiteraard is een huurwoning niet bestemd om daarin strafbare feiten te plegen en heeft Beveland Wonen – mede in het kader van het door haar gevoerde zero tolerance beleid – belang bij het optreden tegen drugs(overlast) en drugshandel. Daartegenover staat het belang van [belanghebbende] bij behoud van zijn woning. Naast het feit dat [belanghebbende] een zwakke gezondheid heeft, is [belanghebbende] bezig zijn leven weer op orde te brengen. [belanghebbende] krijgt maatschappelijke en financiële ondersteuning. In dat kader wordt er op zijn schulden afgelost via een minnelijk schuldsaneringstraject dat in juni 2022 is gestart. Het verlies van de woning zou stopzetting van dit traject betekenen. Bovendien worden [belanghebbende] en [gedaagde sub 2] dan dakloos, omdat zij geen sociaal netwerk hebben en via een andere woonstichting niet in aanmerking komen voor een woning. Gelet op deze omstandigheden, oordeelt de kantonrechter dat het woonbelang van [belanghebbende] in deze situatie zwaarder weegt dan de belangen van Beveland Wonen om over te gaan tot ontbinding van de huurovereenkomst.
5.9.
Dit leidt tot de conclusie dat de kantonrechter de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst afwijst. Hieruit volgt dat ook de vordering om de bewindvoerder en [belanghebbende] hoofdelijk te veroordelen tot het ontruimen van de woning niet toewijsbaar is. De zelfstandige vordering om [gedaagde sub 2] te veroordelen tot ontruiming van de woning treft eenzelfde lot.
5.10.
De kantonrechter benadrukt dat [belanghebbende] als een gewaarschuwd man heeft te gelden. Het overtreden van de Opiumwet is een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst die vanwege de specifieke omstandigheden in dit geval niet van voldoende gewicht is om over te gaan tot het ontbinden van de huurovereenkomst. Het is aan [belanghebbende] om zich goed te houden aan zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst om te voorkomen dat er in de toekomst aanleiding voor Beveland Wonen bestaat om een nieuwe procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst te starten. De kantonrechter wijst [belanghebbende] er daarbij nadrukkelijk op dat wanneer toch weer sprake is van een tekortkoming zoals handelen in strijd met de Opiumwet, de rechter in een volgende procedure anders kan beslissen en de vordering tot ontruiming wél toe kan wijzen. De kantonrechter vertrouwt erop dat [belanghebbende] het zo ver niet laat komen.
5.11.
Beveland Wonen is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van gedaagden worden begroot op:
- salaris gemachtigde
528,00
(2,00 punten × € 264,00)
- nakosten
132,00
Totaal
660,00

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van Beveland Wonen af;
6.2.
veroordeelt Beveland Wonen in de proceskosten van € 660,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Beveland Wonen niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Beveland Wonen ook de kosten van betekening betalen;
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Dam en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.