Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met één bijlage;
- de conclusie van dupliek met één bijlage;
- de akte uitlating productie van CZ.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft CZ Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] op grond van onverschuldigde betaling. De procedure begon met een dagvaarding op 10 juli 2023, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kern van het geschil betreft een zorgverzekeringsovereenkomst die [gedaagde] met CZ heeft gesloten. In oktober 2022 heeft [gedaagde] een bril aangeschaft, waarvoor CZ een eigen bijdrage van € 350,- in rekening bracht. Echter, in een brief van 4 juni 2023 heeft CZ deze eigen bijdrage gecorrigeerd, waardoor [gedaagde] geen eigen bijdrage meer verschuldigd was. CZ heeft vervolgens een bedrag van € 334,96 aan [gedaagde] overgemaakt, wat zij nu als onverschuldigde betaling terugvordert.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd en stelt dat hij het bedrag van € 334,96 niet onverschuldigd heeft ontvangen, omdat hij het bankrekeningnummer waarop CZ het bedrag heeft overgemaakt niet herkent. De kantonrechter heeft geoordeeld dat CZ onvoldoende bewijs heeft geleverd dat [gedaagde] het bankrekeningnummer heeft opgegeven voor betalingen. Hierdoor is de vordering van CZ op grond van onverschuldigde betaling afgewezen.
Daarnaast vorderde CZ een bedrag van € 15,04, dat zij ten onrechte heeft verrekend met een openstaande rekening. Ook deze vordering werd afgewezen, omdat [gedaagde] heeft aangetoond dat hij dit bedrag al had betaald in een verzamelfactuur. CZ werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 50,- aan de zijde van [gedaagde].