Uitspraak
M-TECH HOLDING B.V.,
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
M-TECH B.V.,
[gedaagde in conventie],
1.De procedure
- de conclusie van repliek tevens houdende wijziging/vermeerdering van eis van
- de conclusie van dupliek van [gedaagde in conventie] met producties 64 tot en met 73;
- de brief van 31 mei 2022 van [gedaagde in conventie] met een aanvulling op productie 71;
- de akte uitlaten producties van M-Tech c.s.;
- de brief van 14 november 2022 van M-Tech c.s. met producties 50 tot en met 53;
- de brief van 23 november 2022 van M-Tech c.s. met productie 54;
- de mondelinge behandeling van 24 november 2022, de spreekaantekeningen van mr. Bright en de aantekeningen van de griffier van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling aan de orde is gekomen.
2.De feiten
3.Het geschil
M-Tech c.s., te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente en de overige kosten vanaf 13 oktober 2021, bestaande uit:
M-Tech c.s. in de kosten van de procedure. Volgens [gedaagde in conventie] was het de bedoeling elkaar met het sluiten van de overeenkomsten finale kwijting te verlenen, zodat er geen aanleiding is om terug te komen op de bindende eindbeslissing of om de overeenkomsten te vernietigen. De gevorderde schadevergoeding dient beoordeeld te worden aan de hand van artikel 7:661 BW, en stuit al af op het ontbreken van opzet of bewuste roekeloosheid van [gedaagde in conventie] . [gedaagde in conventie] voert ook verweer tegen toepassing van artikel 6:104 BW en tegen de gestelde schadeposten. Nu M-Tech c.s. heeft nagelaten eerst met hem om tafel te gaan zitten om zaken te bespreken, is er geen aanleiding om de gevorderde onderzoekskosten voor zijn rekening te brengen. In ieder geval is het niet redelijk het gehele gevorderde bedrag toe te wijzen.
4.De beoordeling
samenvattendtot het volgende:
Toewijzingvan de schadeposten: ITM (Kerry zuurdoseerkid en koninklijk huis), Le Duc Fine Foods B.V., oud ijzer Hill’s, snijden materiaal privé (deel snijmateriaal);
Afwijzingvan de schadeposten: Plukon, MRVS, restant factuur 16610727, commissies [bedrijf] , snijden materiaal privé (deel bedrijfsadministratie), Quality Yacht Service B.V. en afwijzing van de verwijzing naar de schadestaatprocedure;
bewijsopdrachtvoor [gedaagde in conventie] ter zake de schadeposten: openstaande posten n.a.v. eerdere verrekenstaten, Flowline/Lamb Weston Meijer;
bewijsopdrachtvoor M-Tech c.s. ter zake de schadeposten: Perfetti van Melle koelwaterhuis en verlies projecten, snijden materiaal privé (deel aluminiumplaten);
Aanhoudingvan de beslissing omtrent de onderzoekskosten en proceskosten (waaronder beslagkosten).
Grondslag voor aansprakelijkheid?
M-Tech c.s. over inkomsten die [gedaagde in conventie] met zijn onderneming [bedrijf gedaagde] heeft genoten ten koste van M-Tech c.s. Ook het verwijt dat [gedaagde in conventie] materialen van M-Tech c.s. voor privé doeleinden heeft gebruikt valt niet onder het bereik van artikel 7:661 BW, nu ook dergelijk handelen geheel los staat van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De vorderingen van M-Tech c.s. worden daarom beoordeeld langs de meetlat van artikel 6:74 dan wel artikel 6:162 BW (en, zoals zal blijken, onder aanvulling van rechtsgronden langs de meetlat van artikel 6:212 BW).
Toepasselijkheid artikel 6:104 BW?
Parl. Gesch. BW Inv. 3, 5 en 6 Boek 6, p. 1269).
M-Tech c.s. in staat is haar gestelde schade (grotendeels) exact te begroten.
Bindende eindbeslissing: finale kwijting?
Overige bindende eindbeslissingen?
“jongens over hadden voor een klus die ik bij Lamb Weston zou doen”. Indien de door [gedaagde in conventie] gestelde afspraak niet vast komt te staan, volgt uit het voorgaande naar het oordeel van de kantonrechter dat [gedaagde in conventie] ook voor M-Tech c.s. de afspraak had kunnen maken met Flowline dat de kostprijs plus een winstmarge in rekening zou worden gebracht. Flowline is hier immers akkoord mee gegaan en heeft de betreffende winstmarge ook betaald aan [bedrijf gedaagde] ; niet valt in te zien waarom Flowline daarmee niet akkoord zou zijn gegaan indien het M-Tech c.s. was die de winstmarge zou factureren (te meer nu Flowline bij M-Tech c.s. aanklopte met zijn verzoek, en niet bij [bedrijf gedaagde] ). De kantonrechter is dan ook van oordeel dat het gehele gevorderde bedrag van € 12.340,79 toewijsbaar is indien [gedaagde in conventie] het bewijs niet rond krijgt. De kantonrechter is van oordeel dat de vordering toewijsbaar is op grond van ongerechtvaardigde verrijking (artikel 6:212 BW), en vult deze grondslag ambtshalve aan.
e-mails.
M-Tech c.s. [gedaagde in conventie] heeft ter verweer aangevoerd dat bij aanvang van de arbeidsovereenkomst is afgesproken dat [gedaagde in conventie] het oud ijzer van projecten mocht afvoeren en de opbrengst naar eigen inzicht mocht inzetten. De kantonrechter heeft in de beschikking geoordeeld dat [gedaagde in conventie] de bewijslast draagt van dit bevrijdende verweer, en dat een bewijsopdracht in deze procedure aan de orde zou komen.
M-Tech c.s. bij [bedrijf] in rekening heeft gebracht. Dit is onrechtmatig. Uit de administratie blijkt dat er steeds vlak nadat er door M-Tech c.s. een grote opdracht is verstrekt of een grote betaling is gedaan aan [bedrijf] , een betaling plaatsvindt van [bedrijf] aan [bedrijf gedaagde] . Gelet op de gang van zaken bij Flowline en MRVS, waarbij [gedaagde in conventie] zich ook onrechtmatig een commissie toe-eigende, kan het niet anders dan dat [gedaagde in conventie] ook met [bedrijf] afspraken over commissie heeft gemaakt ten koste van M-Tech c.s. De directeur van [bedrijf] heeft dit ook telefonisch bevestigd aan [naam 2] , maar later is hij hierop teruggekomen, en heeft hij schriftelijk aangegeven dat de betalingen aan [bedrijf gedaagde] zagen op engineeringswerkzaamheden die [bedrijf gedaagde] voor [bedrijf] heeft verricht. M-Tech c.s. acht dit ongeloofwaardig, nu het bedrag van de factuur zou betekenen dat [gedaagde in conventie] 644 uren engineeringswerk zou hebben uitgevoerd naast zijn fulltime dienstverband voor M-Tech c.s., aldus steeds M-Tech c.s.
M-Tech c.s. aldus dat er schade zou zijn ontstaan doordat [gedaagde in conventie] diverse zaken van de server zou hebben verwijderd. [gedaagde in conventie] weerspreekt dit gemotiveerd. M-Tech c.s. laat na te stellen welke informatie dan is verwijderd en hoe dat tot schade aan de bedrijfsvoering heeft geleid. M-Tech c.s. heeft ook geen vordering verbonden aan haar stellingen. Voor zover
M-Tech c.s. beoogd heeft dit punt onderwerp van de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure te maken, had het op de weg van M-Tech c.s. gelegen om dat duidelijk te maken, en ook om aannemelijk te maken dat er schade is geleden. Dat heeft zij onvoldoende gedaan.
“Bij deze de formele bevestiging dat project verhuizing en installatie leidingwerk bij Boulanger naar volle tevredenheid is afgerond.”
5.De beslissing
woensdag 15 februari 2023 te 09.00 uurvoor akte aan de zijde van zowel M-Tech c.s. als [gedaagde in conventie] , waarin beide partijen aangeven of en zo ja op welke wijze de betreffende partij het verlangde bewijs wenst te leveren;
1 februari 2023.