ECLI:NL:RBZWB:2023:7901

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 oktober 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
C/02/414838 / FA RK 23/4787
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene met alcoholverslaving en psychische stoornissen

Op 27 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene met een alcoholverslaving. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij verplichte zorg zou worden verleend in de vorm van toediening van vocht, voeding en medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was de betrokkene aanwezig, maar weigerde aanvankelijk deel te nemen aan de procedure. Hij ontkende een alcoholverslaving te hebben en gaf aan dat zijn problemen met slapen en andere gezondheidsklachten niet gerelateerd waren aan alcoholgebruik. De verpleegkundig specialist en de mentor van de betrokkene gaven echter aan dat er sprake was van ernstige gedragsproblemen en dat de betrokkene een gevaar vormde voor zichzelf en anderen. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die zijn handelen beïnvloedt en dat er ernstig nadeel zou ontstaan zonder verplichte zorg. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor zes maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van de noodzakelijke maatregelen om de veiligheid van de betrokkene en zijn omgeving te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414838 / FA RK 23/4787
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 27 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1963 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Z. Yeral te Roosendaal.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 10 oktober 2023;
- de medische verklaring van 4 oktober 2023;
- een zorgplan van 4 oktober 2023;
- een niet ingevulde zorgkaart;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2023, deels op het hierboven genoemde thuisadres en deels in de accommodatie GGz WNB.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , verpleegkundig specialist;
- mevrouw [naam 2] , mentor;
- [naam 3] , stagiaire.
Betrokkene weigerde in beginsel de deur open te doen en gaf aan dat hij niet aanwezig wilde zijn bij de mondelinge behandeling, omdat hij anders zou gaan slaan. Ook dreigde hij iemand neer te schieten. Betrokkene heeft vervolgens zijn mening alsnog kenbaar gemaakt aan de rechter in bijzijn van de advocaat en mentor, maar wenste verder niet deel te nemen aan de mondelinge behandeling. De behandeling is daarna voortgezet in de accommodatie van de GGz in afwezigheid van betrokkene. De advocaat van betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling het woord gevoerd namens betrokkene.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 6 maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan dat hij geen alcoholverslaving heeft. Hij heeft enkel problemen met slapen, waardoor hij de afgelopen zes weken af en toe enkel een uurtje slaapt. Betrokkene drinkt drie of vier glazen per dag en op een kwade dag zijn dat volgens hem vijf of zes glazen. Betrokkene geeft aan dat hij deed alsof hij geheugenproblemen had en zich alles nog kan herinneren. Ook is er geen sprake van drugsgebruik. Verder snapt hij niet dat hij een bewindvoerder heeft, omdat hij geen schulden heeft. Hij wil graag zijn geld terug, zodat hij een woning kan kopen. De time-out die hij had gekregen vanuit de accommodatie, was zonder reden afgegeven volgens betrokkene. Hij heeft toen 5 dagen in de kou en regen moeten leven en hij kon nergens douchen of plassen. Betrokkene is het niet eens met het verzoek en wil geen hulp van de GGZ. Hij heeft geen medicatie nodig. Hij heeft al vier keer op sterven gelegen door alle medicatie die de GGZ hem gaf. De problemen rondom zijn lever, nieren, cholesterol en hart zijn volgens betrokkene allemaal verzonnen, zodat hij in de accommodatie blijft wonen.
3.2
De verpleegkundig specialist verklaart dat er in 2017 een neurocognitieve stoornis is vastgesteld bij betrokkene. Zo beweert betrokkene dat hij veel geld heeft, ook al worden er bankafschriften aan hem gegeven om te bewijzen dat dit niet het geval is. Hij vergeet vervolgens dat hij deze heeft gekregen. Betrokkene beweert daarnaast dat hij zelf het appartement schoonmaakt en boodschappen doet. Dit is echter niet het geval. Ook heeft betrokkene problemen met betrekking tot zijn hygiëne, waarbij hij zichzelf niet goed schoon kan houden en veel beschimmeld eten in de koelkast heeft liggen. Zo wordt betrokkene door zijn zus gedoucht en eet betrokkene enkel opwarmmaaltijden. Betrokkene heeft in mei en in augustus een asbak, waar nog een brandende sigaret in zat, leeggegooid in een vuilnisbak. Hierdoor heeft de brandweer moeten optreden. De veiligheid voor de andere bewoners is in gevaar door betrokkene, waardoor hij niet langer in de accommodatie kan blijven. Ook is er bij betrokkene sprake van forse persoonlijkheidsproblematiek richting het antisociale, waarbij hij gericht het personeel uitscheldt en met spullen gooit. Onlangs is betrokkene fors verbaal agressief geweest, waarna hij een time-out van drie dagen heeft gekregen. In die periode is betrokkene bij bekenden gaan slapen, maar heeft hij in de woning alles vernield en gestolen. Ook heeft betrokkene in de woning van zijn broer alles onder de ontlasting gesmeerd. Betrokkene kwam vervolgens helemaal onder de ontlasting terug bij de accommodatie. Er is gekeken naar een woning voor betrokkene, maar dit was niet mogelijk vanwege zijn nierfalen. De verwachting was dat betrokkene daardoor in april zou komen te overlijden. Hij krijgt enkel medicatie voor zijn lichamelijke klachten en verzet zich daar niet tegen. Ook is in het verleden meerdere keren geprobeerd hulpverlening te bieden op vrijwillige basis. Dit is echter nooit gelukt. Betrokkene wenst ook niet mee te werken aan het verhuizen naar een andere woonsetting. Hij heeft geen zicht op zijn eigen functioneren, overschat zichzelf in wat hij wel en niet kan en is daarin ook niet leerbaar. De verklaring van betrokkene dat hij maar drie glazen alcohol per dag drinkt is volgens de verpleegkundig-specialist niet juist.
Door zijn alcoholverslaving heeft betrokkene geen goede emotionele ontwikkeling. Daar kan echter geen onderzoek naar worden verricht, doordat betrokkene altijd onder invloed is van alcohol. Desgevraagd geeft de verpleegkundig specialist aan dat er geen sprake is van een depressieve stemmingsstoornis. Het doel van de zorgmachtiging is om betrokkene op te laten nemen bij Novadic Kentron, waarna er onderzoek kan worden gedaan of er eventueel sprake is van Korsakov. Het is op dit moment onduidelijk van welke cognitieve stoornis sprake is bij betrokkene. Wanneer er een diagnose is gesteld, kan hij op een juiste plek geplaatst worden, mogelijk in het kader van de Wzd. Verder verklaart de verpleegkundig specialist dat de zorgvorm ‘het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’ noodzakelijk wordt geacht, zodat er een geheugenonderzoek kan worden uitgevoerd.
3.3
De mentor geeft aan dat betrokkene fors verbaal en fysiek agressief is geweest. Zij staat achter het verzoek. Zij heeft betrokkene verschillende keren bezocht, maar krijgt de volgende keer van betrokkene te horen dat zij al in geen eeuwigheid langs is geweest, doordat hij dit vergeet. De mentor vindt het schrijnend dat hij op zijn appartement zit en de woonvorm kan laten afbranden, terwijl er veel kwetsbare mensen om hem heen wonen.
3.4
De advocaat van betrokkene verzoekt afwijzing van het verzoek. De advocaat voert aan dat de medische verklaring mager en onvoldoende duidelijk is. Daarbij geeft de advocaat aan dat het niet de bedoeling is dat er pas een toelichting wordt gegeven tijdens de mondelinge behandeling. Betrokkene vindt het innemen van medicatie geen probleem. Volgens de advocaat wordt de houding van betrokkene veroorzaakt door zijn karakter en niet door zijn stoornis. Ook voert de advocaat aan dat het ernstig nadeel betreffende het brandgevaar meevalt en dat daar ook afspraken over gemaakt kunnen worden met betrokkene. Betrokkene zal daarnaast bij het verlenen van een zorgmachtiging mogelijk nog bedreigender en agressiever worden en daar is niemand mee geholpen. Er zijn minder zware mogelijkheden.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier), persoonlijkheidsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De enkele ontkenning van betrokkene dat hij een alcoholverslaving heeft, geeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring en de verklaring van de psychiater dat er bij betrokkene sprake is van een psychische stoornis. Gelet op hetgeen in de stukken en tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is de stoornis in het alcoholgebruik zodanig aanwezig dat deze het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen van betrokkene zo ingrijpend beïnvloedt dat betrokkene het veroorzaakte nadeel niet kan worden toegerekend. De stoornis beheerst namelijk in overwegende mate het handelen van de betrokkene en heeft betrokkene zodanig in zijn greep dat er ernstige schade voor zichzelf en zijn omgeving ontstaat. Er is een geheugenstoornis vastgesteld en uit hetgeen ter zitting door de verpleegkundig specialist naar voren is gebracht, zijn er forse geheugenproblemen. Dit wordt ook door familie en de mentor waargenomen. Betrokkene overziet zijn situatie niet en vertelt een heel ander verhaal dan dat er daadwerkelijk gebeurd is tijdens de time-out. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene wilsonbekwaam is en dat hij de consequenties niet kan overzien als hij op zichzelf zou wonen. Hij ziet ook geen gevaar in het voortzetten van zijn alcoholgebruik en de consequenties hiervan op zijn geheugenproblemen en somatische problemen. Er is gebleken dat betrokkene geen weerstand kan bieden aan zijn alcoholverslaving ondanks deze consequenties, waardoor door de behandelaars was ingezet op ‘harm reduction’. Gelet op het bovenstaande is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een psychische stoornis in de zin van de Wvggz.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in maatschappelijke teloorgang, ernstig lichamelijk letsel en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is fors agressief geweest richting de hulpverlening. Er is dagelijks sprake van verbale agressie bij betrokkene. Deze agressie kwam ook bij de mondelinge behandeling naar voren, toen betrokkene dreigde te slaan of iemand neer te schieten. Ook is er sprake van brandgevaar, doordat betrokkene twee keer brand heeft laten ontstaan waarbij de brandweer heeft moeten optreden. Door zijn agressie en het gevaar voor de andere bewoners kan betrokkene niet langer in de accommodatie blijven, waardoor hij zonder zorgmachtiging op straat zal komen te staan. Eerder is betrokkene na een time-out betrokkene zwaar vervuild en onder de ontlasting teruggekomen. Tijdens de time-out heeft hij een woning vernield en dingen gestolen. Ook heeft hij de woning van zijn broer besmeerd met ontlasting. Betrokkene heeft problemen rondom zijn hygiëne en kan niet goed voor zichzelf zorgen. Bovendien is door zijn jarenlange alcoholgebruik bij betrokkene, naast de psychische problematiek, ook sprake van somatische klachten, zoals nierinsufficiëntie, waarbij de verwachting was dat betrokkene in april zou komen te overlijden. Ook leidt zijn alcoholverslaving tot geheugenproblemen, waarbij er in 2017 een cognitieve stoornis is vastgesteld. Tijdens de mondelinge behandeling is door de mentor en de verpleegkundig specialist bevestigd dat er nog steeds sprake is van geheugenproblemen bij betrokkene.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene duidelijk aangegeven niets met de GGZ te maken te willen hebben. Ook ontkent hij dat sprake is van een verslaving en geheugenproblemen en dat hij zorg nodig heeft. Hij geeft aan dat hij het niet eens is met het verzoek tot een zorgmachtiging en de hulp die hij zou moeten accepteren van de GGZ. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank overweegt hierbij dat met de verzochte zorgmachtiging in eerste instantie wordt beoogd om bij betrokkene diens (vermoedelijke) cognitieve schade in kaart te brengen. Om dit onderzoek goed te kunnen uitvoeren zal betrokkene abstinent moeten blijven van het gebruik van alcohol, waardoor een opname noodzakelijk wordt geacht.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling heeft bevestigd dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene zal namelijk op straat worden gezet zonder een opname en de verwachting is dat hij alcohol zal blijven gebruiken. Bovendien heeft de behandelaar verklaart dat betrokkene de minder bezwarende alternatieven pertinent weigert.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Het risico dat betrokkene meer agressief en dreigend wordt, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de voorgestelde verplichte zorg niet evenredig en effectief is.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1963 te [geboorteplaats] ,
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 april 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Gremmen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2023 in tegenwoordigheid van Van Oorschot als griffier, en op 9 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.