ECLI:NL:RBZWB:2023:7935

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
C/02/415973 / JE RK 23-2007
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Triest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van de Jeugdwet

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2023 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, aangeduid als [minderjarige]. Het verzoek is ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Tilburg, die de spoedmachtiging verzochten op basis van artikel 6.1.3 lid 1 van de Jeugdwet. De minderjarige, geboren in 2006, verblijft op een crisisgroep van [zorgorganisatie] en heeft een kwetsbaar verleden met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De grootvader, die de voogdij over de minderjarige uitoefent, stemt in met de opname in een gesloten jeugdhulp accommodatie.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over het gedrag van de minderjarige, waaronder middelenmisbruik en zelfbeschadiging. Na een aantal incidenten, waaronder weglopen van de zorginstelling en betrokkenheid bij criminele activiteiten, is de noodzaak voor een spoedmachtiging evident. De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke vereisten voor opname in een gesloten jeugdhulp accommodatie zijn vervuld, ondanks dat de minderjarige niet door een gedragswetenschapper is onderzocht, omdat dit feitelijk onmogelijk was.

De kinderrechter verleent een spoedmachtiging voor de duur van twee weken, met onmiddellijke ingang, en houdt de mondelinge behandeling van het reguliere verzoek aan tot een later moment. De kinderrechter verzoekt het college om een schriftelijke verklaring van een gedragswetenschapper die de minderjarige wel heeft onderzocht, voor de volgende mondelinge behandeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummers : C/02/415973 / JE RK 23-2007 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
: C/02/415978 / JE RK 23-2011 (machtiging gesloten jeugdhulp)
Datum uitspraak: 15 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE TILBURG,
zetelende te Tilburg, hierna te noemen: het college,
over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. M.M. van Woensel te Tilburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbende in deze zaak aan:
[grootvader],
de voogd tevens grootvader (vz) van [minderjarige] ,
hierna te noemen: de grootvader,
wonende te [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van het college van 15 november 2023, ingekomen bij de griffie op 15 november 2023.
1.2.
Aan [minderjarige] is ambtshalve als advocaat toegevoegd mr. M.M. van Woensel te Tilburg.

2.De feiten

2.1.
De grootvader vaderszijde oefent de voogdij over [minderjarige] uit.
2.2.
[minderjarige] verblijft op een crisisgroep van [zorgorganisatie] .

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt op grond van artikel 6.1.3 lid 1 Jeugdwet om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van vier weken, te weten zonder daaraan voorafgaand horen van partijen.
3.2.
Het college verzoekt daarnaast op grond van artikel 6.1.2 lid 1 Jeugdwet om een (aansluitende) reguliere machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van zes maanden.
3.3.
De grootvader stemt in met de opname en het verblijf van [minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp.
3.4.
Het college heeft een schriftelijke en door de onafhankelijke gedragswetenschapper, de heer [naam] , ondertekende verklaring overgelegd waaruit blijkt dat hij, op basis van dossieronderzoek en zonder [minderjarige] daaraan voorafgaand feitelijk te hebben onderzocht, instemt met het verzoek spoedmachtiging gesloten jeugdhulp.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
In het derde lid van bovenstaand wetsartikel is bepaald dat een verzoek de instemming behoeft van een gekwalificeerde gedragswetenschapper die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht, tenzij onderzoek feitelijk onmogelijk is.
4.2.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat [minderjarige] een zeer kwetsbare jongen is met een belast verleden. Hij is niet altijd in staat om goede keuzes voor zichzelf te maken, waarbij hij zichzelf in onveilige situaties brengt. Er zijn grote zorgen over middelenmisbruik, zelfverwaarlozing en zelfbeschadiging. Daarnaast vertoont hij zeer zelfbepalend gedrag en accepteert hij geen gezag. Nadat [minderjarige] in augustus 2023 samen met zijn tweelingzus is weggelopen van de grootvader vaderszijde, hebben zij hun vader opgezocht in een hotel waarna zij samen drank en drugs hebben gebruikt en overlast hebben veroorzaakt. Nadat de minderjarigen door de politie zijn thuisgebracht, gaf de grootvader vaderszijde aan dat zij niet langer bij hem konden blijven. Daarop zijn beide minderjarigen met spoed op een groep van [zorgorganisatie] geplaatst, in een open setting. Op 14 oktober 2023 is [minderjarige] weggelopen van [zorgorganisatie] , waarna het onduidelijk was waar en met wie hij verbleef. Nadat hij op 9 november 2023 is opgepakt vanwege een winkeldiefstal, is hij teruggebracht naar [zorgorganisatie] . Echter, daarna is hij opnieuw weggelopen en hebben de betrokken jeugdprofessionals geen contact meer met hem. Inmiddels is de politie bekend met het adres waar [minderjarige] nu verblijft. De bewoners van dat adres zouden bekend zijn bij de politie. Zij zouden in het criminele circuit verkeren vanwege drugshandel en -gebruik. Ook zou [minderjarige] voor hen drugs verkopen. Het college schat in dat wanneer zij [minderjarige] nu opnieuw terugbrengen naar [zorgorganisatie] , het risico zeer hoog is dat hij opnieuw zal weglopen.
4.3.
De kinderrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke vereisten voor opname en verblijf van [minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp en dat een mondelinge behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige] . Uit de overgelegde instemmingsverklaring blijkt dat de gedragswetenschapper [minderjarige] niet heeft gesproken. De kinderrechter stelt vast dat een gesprek c.q. onderzoek van [minderjarige] feitelijk onmogelijk is omdat hij in een drugspand verblijft en de inschatting is dat hij weer direct zal verdwijnen als hij er lucht van krijgt dat het de bedoeling is om hem gesloten te plaatsten. Het voorgaande maakt dat aan het wettelijk criterium voor een gesloten plaatsing wordt voldaan, ook al is [minderjarige] niet onderzocht door de gedragswetenschapper.
4.4.
Het college, [minderjarige] , zijn advocaat en de grootvader worden in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven over het verzoek tijdens de hierna te noemen mondelinge behandeling. In afwachting daarvan zal een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van twee weken worden verleend, met onmiddellijke ingang en tot 29 november 2023. Het verzoek zal voor het overige worden aangehouden. Op het aansluitende (reguliere) verzoek machtiging gesloten jeugdhulp zal de kinderrechter pas beslissen nadat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
4.5.
De kinderrechter verzoekt ten slotte aan het college om voorafgaand aan de volgende mondelinge behandeling een schriftelijke (instemmende) verklaring van de onafhankelijke gedragswetenschapper over te leggen, waarbij de onafhankelijke gedragswetenschapper [minderjarige] wel feitelijk heeft onderzocht en waarbij voornoemde (instemmende) verklaring is gericht op zowel het verzoek spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als het aansluitende (reguliere) verzoek machtiging gesloten jeugdhulp.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 15 november 2023 tot 29 november 2023;
5.2.
houdt de mondelinge behandeling van het resterende deel van het spoedverzoek alsmede het aansluitende verzoek aan tot de mondelinge behandeling van
vrijdag 24 november 2023 om 13:45 uur,bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, Stationslaan 10, 4815 GW Breda;
5.3.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die mondelinge behandeling voor [minderjarige] , zijn advocaat, het college en de grootvader vaderszijde;
5.4.
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2023 door mr. Van Triest, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.