In deze zaak vordert Huurshop Etten-Leur B.V. betaling van openstaande facturen van gedaagde, die een eenmanszaak exploiteert. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 5 april 2023 en een mondelinge behandeling op 11 oktober 2023. Huurshop heeft in de afgelopen jaren diverse huur- en koopovereenkomsten gesloten met gedaagde, maar een deel van de facturen is onbetaald gebleven. Gedaagde heeft in 2019 een voertuig gehuurd en later gekocht, maar heeft niet voldaan aan de voorwaarden voor een betalingskorting. Huurshop heeft de niet-geoormerkte betalingen van gedaagde afgeboekt op de oudste openstaande facturen, wat gedaagde betwist. De kantonrechter oordeelt dat Huurshop de juiste partij heeft gedagvaard en dat gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat hij aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. De kantonrechter wijst de vordering van Huurshop toe, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van in totaal € 14.067,02, vermeerderd met rente, en moet de proceskosten dragen.