ECLI:NL:RBZWB:2023:7968

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 oktober 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
C/02/411964 / JE RK 23-1288
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met positieve ontwikkeling en terugkeer naar thuissituatie

In de zaak van Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, vertegenwoordigd door mr. C.E.J.E. Kouijzer, heeft de kinderrechter op 30 oktober 2023 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige01]. De kinderrechter heeft de belanghebbenden, waaronder de moeder, de vader, de pleegmoeder en de Raad voor de Kinderbescherming, gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige positieve stappen heeft gezet in zijn ontwikkeling en dat er een plan is om hem geleidelijk terug te laten keren naar de thuissituatie. De GI heeft verzocht om de machtiging tot gesloten jeugdhulp te verlengen tot 31 januari 2024, wat door de kinderrechter is toegewezen. De kinderrechter heeft voorwaarden gesteld waaraan [minderjarige01] moet voldoen om weer volledig bij zijn moeder te kunnen wonen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/411964 / JE RK 23-1288
Datum uitspraak: 30 oktober 2023

Beschikking machtiging tot gesloten jeugdhulp

in de zaak van

STICHTING LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING EN RECLASSERING,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
gevestigd te Eindhoven,
betreffende
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ), hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder01] , hierna te noemen: de moeder,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. drs. N. Wouters, te Middelburg,

[de vader01] , hierna te noemen: de vader,

zonder bekende woon- en/of verblijfplaats,

[de pleegmoeder01] , hierna te noemen de pleegmoeder,

wonende te [woonplaats01] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend en gehoord:
- de Raad voor de Kinderbescherming, locatie Middelburg, hierna te noemen de Raad.

Het verdere verloop van de procedure

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van 11 september 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van de GI d.d. 26 oktober 2023 met bijlage, ingekomen bij de rechtbank op 27 oktober 2023;
- de instemmende verklaring d.d. 26 oktober 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 30 oktober 2023 heeft de kinderrechter het verzoek nader tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige01] , die ook apart is gehoord, in het bijzijn van zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en een tolk in de Somalische taal;
- een vertegenwoordigster van de GI;
- een vertegenwoordiger van de Raad.
Hoewel behoorlijk te zijn opgeroepen, zijn niet verschenen:
- de vader;
- de pleegmoeder.

Het verzoek

De GI heeft eerder verzocht de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] te verlengen tot zijn 18e jaar. Ook heeft de GI eerder verzocht de GI een verlenging van de machtiging tot gesloten jeugdhulp van [minderjarige01] voor de duur van zes maanden. De GI verzoekt nu per aanvullende brief de huidige gesloten plaatsing te verlengen tot 31 januari 2024. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De kinderrechter verwijst naar zijn eerdere beschikkingen in deze procedure. Bij beschikking van 28 juli 2023 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 31 juli 2023 en tot 14 augustus 2023, zonder voorafgaand horen van de belanghebbenden en onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek. Bij beschikking van 8 augustus 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] verlengd tot 3 maart 2024, onder afwijzing van het resterende deel van het verzoek, en is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 14 augustus 2023 en tot 18 september 2023. Voorts is bij beschikking van 11 september 2023 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 18 september 2023 en tot 31 oktober 2023 onder aanhouding van het resterende deel van het hiertoe strekkende verzoek.
Thans dient de kinderrechter nog een beoordeling te geven over het verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp voor de resterende periode van het verzoek, te weten van 31 oktober 2023 en tot 31 januari 2024.
De onafhankelijke gedragswetenschapper, de heer [naam01] , heeft op 26 oktober 2023 ingestemd met het resterende deel van het verzoek ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden.

De standpunten

De GI stelt dat [minderjarige01] na de laatste zitting in augustus 2023 de positieve stappen heeft voortgezet. [minderjarige01] is verder gegaan met het opbouwen van zijn vrijheden bij [hulpverlener01] en pakt dit goed op. In verband met de afwezigheid van de moeder in de afgelopen periode als gevolg van haar vakantie kon niet gewerkt worden aan de terugkeer van [minderjarige01] naar de moeder. Wel is [minderjarige01] geregeld op bezoek gegaan bij de pleegmoeder. De hulpverlening zal samen met [minderjarige01] , de moeder en alle overige betrokken partijen zo spoedig mogelijk een plan gaan opstellen, waarbij gefaseerd toegewerkt zal worden naar een volledige terugkeer van [minderjarige01] bij de moeder. Het is namelijk van belang dat de thuisplaatsing zorgvuldig gebeurt door de momenten dat [minderjarige01] in de thuissituatie verblijft geleidelijk aan op te bouwen, waarbij ook zicht verkregen wordt op het verloop bij de moeder thuis. Omdat tot op heden de omgang in de weekenden plaatsvond, ontbreekt dit zicht nog. Van belang is ook dat de school goed geregeld is, er een dagbesteding voor [minderjarige01] gevonden wordt en dat hulpverlening in de thuissituatie geregeld wordt ter ondersteuning van de moeder en [minderjarige01] . [hulpverlener01] verwacht hier maximaal anderhalve maand voor nodig te hebben en waarbij het streven is dat [minderjarige01] binnen vijf weken weer thuis woont. Op het moment dat [minderjarige01] volledig naar huis keert, zal de machtiging worden geschorst. Dit zal [minderjarige01] een stok achter de deur bieden om zich aan de gestelde voorwaarden te houden en een vangnet voor de lastige momenten die ongetwijfeld komen gaan. De GI handhaaft daarom het resterende deel van het verzoek. In de komende periode moet ervoor gezorgd worden dat alles in de steigers staat en geborgd wordt voordat [minderjarige01] 18 jaar wordt.
.
[minderjarige01] heeft er veel moeite dat het allemaal lang duurt en heeft dringend behoefte aan een duidelijk stappenplan. Hoewel [minderjarige01] de voorkeur geeft aan een voorwaardelijke machtiging, kan hij zich vinden in de tussenoplossing die tijdens de mondelinge behandeling is besproken en de in dit kader opgestelde voorwaarden. Hij is gemotiveerd voor school en wil zich ervoor inzetten om een bijbaantje te vinden. Ook is [minderjarige01] gemotiveerd voor de hulpverlening die vanuit [hulpverlener03] geboden gaat worden. Met de hulpverlening vanuit [hulpverlener02] heeft [minderjarige01] meer moeite. Deze hulpverlening is namelijk meer gericht op de moeder. Hij heeft geen behoefte aan wekelijkse gesprekken met weer een nieuwe hulpverlener, maar is wel bereid om aanwezig te zijn bij de evaluaties. Het accepteren van het gezag van de moeder en het houden aan de gestelde voorwaarden vindt [minderjarige01] niet meer dan logisch. [minderjarige01] is wel wat wantrouwend naar de GI en hoopt dat het voorgestelde plan om naar huis te kunnen keren wel gevolgd wordt en niet opnieuw wordt gewijzigd. [minderjarige01] zou het daarom fijn vinden als de kinderrechter specifiek in zijn beschikking benoemd op welke datum hij definitief naar huis gaat. Dit biedt hem perspectief en duidelijkheid.
De moeder was na haar vakantie blij om [minderjarige01] weer te zien. [minderjarige01] is dit weekend bij haar langs geweest en dit is goed gegaan. Net als [minderjarige01] vindt de moeder dat het allemaal lang duurt en dat het belangrijk is dat de verwachtingen goed bij beschikking worden vastgelegd, zodat hierop niet kan worden teruggekomen. De moeder kan zich vinden in de gestelde voorwaarden, al heeft zij weinig vertrouwen in de hulpverlening vanuit [hulpverlener02] . De hulpverlener vanuit [hulpverlener03] is inmiddels bekend en de verwachting bestaat dat deze persoon een goede aansluiting zal vinden bij het gezin.
De Raad constateert dat er een duidelijk plan ligt met heldere voorwaarden, waar alle betrokkenen mee instemmen. De Raad sluit zich hierbij aan. Het is te hopen dat de datum die [minderjarige01] verlangt ook de datum is dat hij daadwerkelijk naar huis kan.

De verdere beoordeling

De kinderrechter stelt vast dat [minderjarige01] zijn positieve ontwikkeling in de afgelopen periode heeft doorgezet, waardoor het zover is dat [minderjarige01] kan gaan toewerken naar een terugkeer in de thuissituatie. De GI heeft toegezegd om in dit kader zo spoedig mogelijk in overleg met [minderjarige01] , de moeder en de betrokken hulpverlening een plan op te stellen om de momenten dat [minderjarige01] in de thuissituatie verblijft in de komende weken op te bouwen naar een volledige thuisplaatsing. In dit kader is het ook noodzakelijk dat er in de komende weken met de school afspraken gemaakt worden over welke dagen [minderjarige01] zijn school kan gaan oppakken en dat er een dagbesteding voor hem gevonden wordt. Tevens dient de hulpverlening vanuit [hulpverlener03] en [hulpverlener02] geregeld te zijn, die [minderjarige01] en de moeder vanuit de thuissituatie kunnen gaan ondersteunen. Omdat [minderjarige01] en de moeder behoefte hebben aan duidelijkheid en perspectief, zijn er tijdens de mondelinge behandeling voorwaarden opgesteld waar [minderjarige01] aan moet voldoen om weer volledig bij de moeder te kunnen gaan wonen, te weten:
  • [minderjarige01] gaat op de afgesproken tijden naar school;
  • [minderjarige01] gaat op zoek naar een bijbaantje;
  • [minderjarige01] werkt actief mee met de hulpverlening van [hulpverlener03] en [hulpverlener02] ;
  • [minderjarige01] houdt zich aan de afspraken en accepteert het gezag van de moeder.
Volgens de GI heeft [hulpverlener01] vijf weken nodig voor dit traject. De kinderrechter gaat er dan ook vanuit dat als [minderjarige01] zich aan deze voorwaarden houdt hij uiterlijk op 5 december 2023 weer volledig thuis woont of zoveel eerder als mogelijk is. Met het oog op het voornoemde traject zal de kinderrechter het resterende deel van het verzoek toewijzen, te weten tot 31 januari 2024, zodat deze kan worden geschorst op het moment dat [minderjarige01] volledig thuis woont en kan dienen als een vangnet voor een mogelijke terugval en een stok achter de deur voor [minderjarige01] om zich aan de voorwaarden te houden.
Ingevolge artikel 6.1.12 van de Jeugdwet is de voornoemde beslissing van rechtswege uitvoerbaar bij voorraad.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de [minderjarige01] met ingang van 31 oktober 2023 en tot 31 januari 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2023 door mr. De Beer, kinderrechter, in aanwezigheid van Bakker-Maljers als griffier, en op schrift gesteld op 13 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.