Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en verkoper van een woning. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.H. van der Zee-van Balen van Stichting Univé Rechtshulp, vorderde schadevergoeding van de gedaagden, die de woning hadden verkocht. De eiser stelde dat de woning niet voldeed aan de koopovereenkomst vanwege ernstige geluidsoverlast veroorzaakt door de dakconstructie. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. M. Trouwborst en mr. M. Erzeybek, betwistten de claims en stelden dat de woning volgens de geldende bouwvoorschriften was gebouwd.
De procedure omvatte een tussenvonnis en een mondelinge behandeling, waarbij rapporten van een ingenieursbureau werden ingediend die de geluidsoverlast documenteerden. De kantonrechter oordeelde dat de geluidsoverlast, die de maximaal toelaatbare geluidsniveaus overschreed, een gebrek vormde dat het normaal gebruik van de woning belemmerde. De rechter concludeerde dat de gedaagden aansprakelijk waren voor de herstelkosten, die door de eiser waren begroot op € 12.000,00, maar uiteindelijk werd de schadevergoeding vastgesteld op € 11.797,50. De gedaagden werden ook veroordeeld tot betaling van proceskosten en wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verkopers bij het leveren van onroerend goed en de verwachtingen die kopers mogen hebben met betrekking tot de staat van de woning. De kantonrechter bevestigde dat de verkoper aansprakelijk is voor gebreken die het normaal gebruik van de woning belemmeren, tenzij de koper op de hoogte was van deze gebreken op het moment van de koop.