Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 1.231,30, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 50,32, voor vergoeding van kosten voor het opnemen van een verlofdag in verband met een verhoor van verzoeker;
- € 2,80, voor vergoeding van reiskosten in verband met een verhoor van verzoeker;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 5 oktober 2022;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
€ 1.231,30is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 1.231,30zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 1] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Wouters & Wouters Advocaten te Middelburg, onder vermelding van [betalingskenmerk 1] ”;
€ 680,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 2] ten name van Wouters & Wouters advocaten, onder vermelding van “ [betalingskenmerk 2] ”.