ECLI:NL:RBZWB:2023:8020

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 november 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
02-414239 FA RK 23-4499
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Toekoen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie en jeugdhulp voor minderjarige kinderen na echtscheiding

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervangende toestemming voor vakanties en jeugdhulp voor de minderjarige kinderen van partijen, na hun echtscheiding. De vrouw verzocht om toestemming om met de kinderen naar [land01] te gaan tijdens schoolvakanties en om jeugdhulp aan te vragen, waaronder KOPP-training. De man verzette zich tegen deze verzoeken, met argumenten over de onveilige omstandigheden bij de familie van de vrouw in [land01] en zijn beperkte belastbaarheid door psychische problemen. De rechtbank heeft de situatie van de kinderen en hun emotionele ontwikkeling zwaar laten wegen in haar beslissing. De rechtbank oordeelde dat de kinderen, die hun vader erg missen, recht hebben op contact met hun familie in [land01] en dat het in hun belang is om hen de mogelijkheid te bieden om deze familie te bezoeken. De rechtbank verleende de vrouw vervangende toestemming om met de kinderen naar [land01] te gaan en om jeugdhulp aan te vragen, ondanks de bezwaren van de man. De rechtbank benadrukte dat de emotionele ontwikkeling van de kinderen niet kan wachten op de situatie van de man en dat zij ondersteuning nodig hebben. De beslissingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat ze onmiddellijk moeten worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
Zaaknummer: C/02/414239 / FA RK 23-4499
datum uitspraak: 16 november 2023
beschikking over een geschil ex artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek
in de zaak van
[de vrouw01],
hierna: de vrouw,
wonende in [woonplaats01] ,
advocaat: mr. G.V. van Campen in Tilburg,
tegen
[de man01] ,
hierna: de man,
wonende op een geheim adres,
advocaat: mr. E.M.G. Pouls in Utrecht,
over de minderjarige kinderen van partijen:
-
[minderjarige01], geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2009 hierna: [minderjarige01] ,
-
[minderjarige02], geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum02] 2011, hierna: [minderjarige02] .
Op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda,
hierna: de Raad, de rechtbank over het verzoek geadviseerd.

1.Het procesverloop

1.1
In het dossier zit het volgende zitten de volgende stukken:
- het op 22 september 2023 ontvangen verzoek met bijlagen;
- het op 1 november 2023 ontvangen aanvullende verzoek;
- het op 1 november 2023 ontvangen verweerschrift met bijlagen;
- de op 7 november 2023 ontvangen brief van de advocaat van de vrouw met bijlagen;
- de op 7 november 2023 ontvangen brief van de advocaat van de man met een bijlage.
1.2
Het verzoek is mondeling behandeld op 10 november 2023. Bij die behandeling zijn gekomen partijen, met hun advocaten. Ook was een vertegenwoordiger aanwezig namens de Raad.
1.3
Voor deze mondelinge behandeling heeft de rechter met [minderjarige01] en [minderjarige02] gesproken over de verzoeken.

2.De feiten

2.1
Partijen zijn met elkaar getrouwd geweest. Bij beschikking van deze rechtbank van [datum01] 2023 is de echtscheiding uitgesproken en deze beschikking is op [datum02] 2023 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand die daarvoor zijn bedoeld.
2.2
Tijdens het huwelijk van partijen zijn [minderjarige01] en [minderjarige02] geboren.
2.3
[minderjarige01] en [minderjarige02] verblijven bij de vrouw.
2.4
Partijen hebben samen het gezag over de kinderen.
2.5
Partijen hebben de Nederlandse nationaliteit. De vrouw heeft daarnaast de [nationaliteit01] .

3.De verzoeken en de standpunten

3.1
De vrouw verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
primairom haar vervangende toestemming te verlenen voor alle toekomstige vakanties met de kinderen naar [land01] , mits deze plaatsvinden tijdens schoolvakanties en/of feestdagen en/of dagen waarop de kinderen anderszins niet naar school hoeven;
subsidiairom haar vervangende toestemming te verlenen om tijdens de herfst- en kerstvakantie van het schooljaar 2023-2024 met de kinderen naar [land01] te gaan.
- vervangende toestemming te verlenen voor de inzet van jeugdhulp voor beide kinderen in de vorm van KOPP-training.
3.2
De man is het niet eens met het de verzoeken van de vrouw en verzoekt deze verzoeken af te wijzen.
3.3
Op de standpunten van alle betrokkenen wordt, voor zover nodig om het verzoeken te beoordelen, hierna ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
De Nederlandse rechter is bevoegd van het verzoek kennis te nemen, omdat [minderjarige01] en [minderjarige02] hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. Omdat de Nederlandse rechter bevoegd is, is op de verzoeken het Nederlands recht van toepassing.
4.2
De vrouw heeft naar voren gebracht dat tijdens de echtscheidingsprocedure uitgebreid is stilgestaan bij de beperkte belastbaarheid van de man als gevolg van zijn psychische problematiek. De man heeft toen aangegeven zeer beperkt in staat te zijn tot contact met de kinderen. De vrouw gaf aan dat de kinderen hem erg missen, omdat zij al meer dan twee maanden de man niet hadden gezien en geen of nauwelijks contact met hem hebben gehad. De man heeft op 2 en 23 juli 2023 een uur met de kinderen afgesproken. De afspraak dat hij vanaf 3 september 2023 de kinderen eens per twee weken zou zien, is niet van de grond gekomen. De situatie waarin de kinderen de man moeten missen, is zeer belastend voor de kinderen en zij vinden het moeilijk om met deze situatie om te gaan. De vrouw heeft begrip voor de beperkte psychische belasting van de man, maar zij weet niet hoe zij de kinderen hiertegen moet beschermen. Tijdens de echtscheidingsprocedure is er gesproken over een KOPP-training. De vrouw acht het in het belang van de kinderen dat zij psycho-educatie krijgen over wat het betekent om een ouder te hebben met psychische problemen en dat zij hierin verder begeleid worden. De vrouw heeft hierover contact met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De man heeft echter niet zijn toestemming voor de KOPP-training verleend zodat deze ook niet kan worden aangevraagd voor de kinderen. Verder zijn er problemen rondom de toestemming van de man voor het bezoeken van de vrouw met de kinderen aan de familie van de vrouw in [land01] . Dit heeft tot problemen geleid in de zomervakantie 2023, waardoor deze op het laatste moment niet door kon gaan. De man heeft de vrouw ook te kennen gegeven in de toekomst eveneens geen toestemming te geven voor vakanties naar [land01] . De vrouw betwist de omstandigheden zoals deze door de man worden geschetst. Deze worden door de man zodanig weergegeven zodat haar familie ten onrechte in een zeer negatief daglicht wordt gesteld. Het is voor de vrouw en de kinderen van groot belang dat zij de familie in [land01] kunnen bezoeken. Van de vrouw kan echter niet verwacht worden dat zij voor iedere vakantie en/of familiebezoek vervangende toestemming moet gaan verzoeken aan de rechtbank, omdat de man deze altijd weigert te geven. De vrouw realiseert de verstrekkendheid van haar verzoek, maar dit is voor haar de enige manier om te voorkomen dat zij niet jaarlijks meermaals een verzoek moet indienen.
4.3
De man heeft naar voren gebracht dat hij zich niet verzet tegen een vakantie van de vrouw met de kinderen naar [land01] . Hij begrijpt dat de vrouw haar familie in [land01] wil bezoeken. Hij verzet zich echter tegen een verblijf samen met de kinderen bij de familie van de vrouw. Hij acht dit (juist in hun huidige leeftijd) niet in het belang van de kinderen. Ten eerste is er geen noodzaak voor de vrouw om met de kinderen naar haar familie in [land01] te reizen. Het is voor de familie van de vrouw ook mogelijk om naar Nederland af te reizen. De man wil de kinderen niet blootstellen aan de zorgelijke omstandigheden bij de familie van de vrouw in [land01] . Hij wil de kinderen andere normen en waarden meegeven en hij wil aanraking met dit voorbeeld voorkomen. Er wordt daar volgens de man geen goed voorbeeld gegeven aan kinderen in de leeftijd van [minderjarige01] en [minderjarige02] . Mede gezien hun leeftijd waarbij zij onder andere vatbaar zijn voor verslaving. De man heeft bij zijn bezoeken aan de familie van de vrouw in [land01] geconstateerd dat er een geweer met geluidsdemper in de meterkast van de bungalow ligt die de kinderen zo kunnen pakken. Dit geweer wordt in ieder geval gebruikt voor het schieten op eenden. Onbekend is of hiervoor een vergunning is. Die bungalow is in een vakantiepark gelegen. De ouders van de vrouw telen cannabis in/rondom hun huis voor eigen gebruik. Dit is strafbaar in [land01] . De zoon van de opa woont ook op hetzelfde vakantiepark en is veelvuldig aanwezig bij activiteiten van de oma en de opa. Deze zoon heeft meerdere malen in detentie gezeten. Verder hebben de grootouders de kinderen in recente jaren meermaals betrokken in en meegenomen naar diverse locaties waar gegokt wordt. Al deze omstandigheden zijn in strijd met de normen en waarden die de man aan de kinderen wil meegeven. Nu zijn de kinderen ouder en vatbaar voor verslaving waarbij zij zich volledig bewust zijn van wat er gebeurt. Tot twee jaar geleden was de man hierbij aanwezig en kon hij de kinderen begeleiden en meteen voorhouden welke andere normen en waarden hij voorstaat. Los van de meer kritieke leeftijd van de kinderen is er in de jaren een samenhangend geheel aan omstandigheden ontstaan die voor de man de afgelopen jaren, maar zeker nu, reden zijn om geen toestemming te verlenen voor een wekenlang familiebezoek in [land01] . Ten aanzien van de vervangende toestemming voor de KOPP-training heeft de man aangevoerd dat hij overvallen is door dit verzoek. Voor hem is er geen duidelijkheid dat deze training passend is voor de kinderen en dat het CJG nog betrokken is. De man zou eerst meer duidelijkheid hebben of er hulpverlening voor de kinderen nodig is. Daarvoor is het tevens van belang of deze hulpverlening kan worden ingezet gezien de geringe belastbaarheid van de man. Ook heeft de man door zijn geringe belastbaarheid geen mogelijkheden om op dit moment contact te hebben met de kinderen. Hij weet nog niet wanneer er voor hem ruimte voor het contact met de kinderen zal ontstaan.
4.4
De vertegenwoordigster van de Raad heeft geadviseerd om de vrouw vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen in de vakanties naar haar familie in [land01] te kunnen gaan. De Raad acht het in het belang van de kinderen dat zij hun familie kunnen bezoeken in [land01] . Dit is goed voor hun sociale en emotionele ontwikkeling. Het probleem zit volgens de Raad niet in de door de man geschetste omstandigheden, maar juist in het ontbreken van het vertrouwen in de vrouw dat zij de kinderen voor eventuele onveilige situaties zou beschermen. De Raad maakt zich grote zorgen over de houding van de man. Hoewel het belangrijke punten zijn voor de man voelen de kinderen dit juist als een afwijzing. Het risico bestaat dat de kinderen een beeld van hun vader krijgen waarin hij zaken voor hen tegenhoudt en dit kan erin resulteren dat zij zich van hem af gaan keren. De Raad is wel van mening dat er geen ongelimiteerde toestemming kan worden verleend. Daarbij is het ook van belang dat het komende jaar duidelijk wordt of partijen met elkaar afspraken kunnen gaan maken en er contactherstel kan gaan komen. De kinderen missen hun vader en zij willen graag contact. Daarnaast zal ook moeten gaan blijken of partijen in staat zullen zijn om gezamenlijk invulling aan het gezag te blijven geven. Ten aanzien van de verzochte vervangende toestemming voor de KOPP-training heeft de Raad voorgesteld dit verzoek uit te breiden in die zin dat er vervangende toestemming wordt verleend voor jeugdhulp, ook als dit KOPP-training of een andere vorm van jeugdhulp inhoudt die passend is voor de kinderen. De Raad heeft daarbij aangegeven dat het uitblijven van contactherstel met de man en de onduidelijkheid voor de kinderen waarom hij geen contact met hen kan hebben, zeer belastend is voor kinderen. Dit voelt voor hen als een afwijzing. Het is dan ook van zeer groot belang dat de kinderen ontschuldigd gaan worden en dat het hen heel duidelijk wordt gemaakt dat zij er niets aan kunnen doen dat er geen contact is. Ook is het voor hen van belang dat zij inzicht krijgen in eventuele aanwezige problematiek bij de man zodat zij enige inzicht krijgen in de reden dat het contact er niet is. De scheiding van partijen heeft grote impact op de kinderen. Het gemis van een afwezige vader is erg groot en te verwachten is niet dat het contact met de man op korte termijn kan worden hersteld. Door het CJG zal moeten worden bekeken wat de kinderen nodig hebben en wat passend is voor de kinderen. Dat zij hierbij ondersteuning nodig hebben, is gezien de zorgelijke situatie volgens de Raad evident.
4.5
Naar aanleiding van het advies van de Raad heeft de vrouw haar verzoek gewijzigd in die zin dat zij thans verzoekt haar vervangende toestemming te verlenen voor jeugdhulp, ook als dit KOPP-training of een andere vorm van jeugdhulp inhoudt die passend is voor de kinderen.
4.6
De rechter heeft met beide kinderen een zogenoemde kindgesprek gehad. Beide kinderen hebben tijdens dat gesprek aangegeven dat zij gewend zijn om met vakanties naar familie in [land01] te gaan. Met familie worden oma, opa en vele neven en nichten bedoeld. De kinderen hebben fijne herinneringen aan het verblijf bij de familie, vooral tijdens de kerst- en de zomervakanties. Zij begrijpen niet dat de man voor de vakanties naar [land01] geen toestemming meer geeft. Ook begrijpen de kinderen niet dat de man geen toestemming geeft voor een Kopp-behandeling. [minderjarige01] heeft overigens aangegeven geen behoefte te hebben aan zo’n behandeling. [minderjarige02] geeft juist aan zo’n behandeling te willen. Beide kinderen hebben ten slotte verklaard dat zij graag contact met de man, hun vader, willen en dat zij het jammer vinden dat de man dit contact afhoudt.
4.7
De rechtbank overweegt als volgt.
In artikel 1:253a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) staat dat geschillen over het samen uitoefenen van het gezag op verzoek van een ouder aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. De rechtbank neemt dan een beslissing die zij in het belang van het kind vindt.
4.8
Ten aanzien van het verzoek om de vrouw vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen naar [land01] te gaan overweegt de rechtbank dat door de man geen omstandigheden zijn aangevoerd anders dan zoals deze waren ten tijde van het huwelijk van partijen. De man heeft, heel kort gezegd, aangevoerd dat de kinderen op dit moment ouder zijn en in een andere ontwikkelingsfase zitten waardoor de omstandigheden voor hen bij de familie van de vrouw niet veilig zouden zijn voor hun ontwikkeling. Hierdoor zouden zij niet meer bij de familie van de vrouw in [land01] kunnen verblijven. De rechtbank deelt deze visie van de man niet. Tijdens de mondelinge behandeling is er uitgebreid stilgestaan bij de (woon)omstandigheden van de familie van de vrouw. De rechtbank deelt de gedachte van Raad dat in deze zaak het niet zozeer gaat om die omstandigheden terwijl daar een heel principieel punt van wordt gemaakt, maar dat het vooral ontbreekt aan het vertrouwen in de vrouw dat zij de kinderen zal beschermen en goed zal voorlichten, in het geval zij in een situatie komen die in strijd is met de normen en waarden van partijen. De rechtbank heeft geen reden om aan te nemen dat de vrouw dit niet zal doen. Daar staat tegenover dat het voor de sociaal-emotionele en identiteitsontwikkeling kinderen van groot belang is dat zij contact kunnen hebben met hun familie in [land01] en kunnen verblijven in het land waar de vrouw is opgegroeid. De kinderen hebben naast de Nederlandse ook de [nationaliteit01] . De vrouw komt daar vandaan en voor de ontwikkeling van de kinderen is het van belang dat zij zich kunnen identificeren met hun familieleden. Ook weegt de rechtbank mee dat tot het moment dat partijen gingen scheiden de kinderen altijd samen met partijen en later met de vrouw naar [land01] zijn gegaan. Het is momenteel voor de kinderen al een hele ingewikkelde situatie waarin zij geen contact hebben met de man terwijl zij dat wel heel graag willen. Ook in dat licht is het des te belangrijker dat zij contact kunnen hebben met voor hun veilige hechtingsfiguren zoals familieleden. Dit belang van de kinderen weegt het zwaarste.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vrouw dan ook vervangende toestemming verlenen om met de kinderen naar [land01] te gaan. Wel is de rechtbank van oordeel dat dit geen toestemming voor een ongelimiteerde periode moet zijn. De rechtbank zal de vrouw toestemming geven om met de kinderen naar [land01] te gaan tijdens schoolvakanties en/of feestdagen en/of dagen waarop de kinderen anderszins niet naar school hoeven tot en met de zomervakantie van 2025. Nu de verwachting is dat de man niet binnen een zeer korte periode in staat is om het contact met de kinderen te herstellen, acht de rechtbank deze periode nodig om te voorkomen dat de vrouw steeds een procedure bij de rechtbank moet starten om met de kinderen haar familie te kunnen bezoeken. Ook gaat de rechtbank ervan uit dat als het contact tussen de kinderen en de man wordt hersteld en partijen komen contact tijdens de vakantie tussen de man en de kinderen overeen dat de vrouw op dat moment, op de dagen dat de man en de kinderen contact hebben, niet in [land01] zal verblijven.
4.9
Ten aanzien van de door de vrouw verzochte vervangende toestemming voor jeugdhulp overweegt de rechtbank dat de scheiding van partijen en het gemis van hun vader een hele grote impact hebben op de kinderen. Tijdens het kindgesprek met de rechter hebben beide kinderen aangegeven hun vader erg te missen en graag het contact met hem te willen herstellen. Zij begrijpen niet waarom dit contact niet kan plaatsvinden. De man heeft aangegeven niet toe te zijn aan dit contactherstel vanwege zijn eigen situatie. Hoewel de rechtbank begrip wil hebben voor de situatie van de man is het van groot belang dat de kinderen gepaste hulpverlening ontvangen zodat zij ontschuldigd worden en zij inzicht krijgen in de situatie. Zij hebben heel veel last van de situatie. Daarbij is het van ondergeschikt belang dat de man er mogelijk niet aan toe is om eventuele input en/of een aandeel hieraan te leveren. Daar kan de inzet van de nodige jeugdhulp niet van afhangen, omdat de emotionele ontwikkeling van de kinderen hierop niet kan wachten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het in het belang van de kinderen is dat de vrouw ook vervangende toestemming wordt verleend voor het inzetten van jeugdhulp, zoals een KOPP-training of een andere vorm van jeugdhulp die passend is voor de kinderen. Daarbij benadrukt de rechtbank wel dat deze jeugdhulp moet zien op het ondersteunen en begeleiden van de kinderen in de huidige situatie waarin zij moeten omgaan met de scheiding van hun ouders, het missen van hun vader en het uitblijven van contactherstel. Hierbij dient ook aandacht te zijn om de kinderen psycho-educatie te geven als dit nodig is om de kinderen inzicht te geven in het handelen door de man.
Het voorgaande betekent dat het verzoek op dit onderdeel zal worden toegewezen.
4.1
De rechtbank overweegt – wellicht ten overvloede – dat het voor de kinderen van groot belang is dat er meer duidelijkheid komt over de huidige afwezigheid van de man in hun leven. Het is van belang dat zij zo onbelast mogelijk worden geïnformeerd over de reden waarom de man niet in staat is tot dit contact. De rechtbank deelt de zorgen van de Raad dat wanneer de man zijn toestemming steeds voor zaken niet verleent en hij verder verwijderd raakt van de kinderen, de kinderen op een gegeven moment juist een afwijzende houding tegenover hem gaan aannemen. Ook voelen zij de huidige situatie als een afwijzing hetgeen niet goed is voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling en zelfvertrouwen. De man dient zich er bewust van te zijn dat zijn handelen mogelijk grote gevolgen heeft voor zijn band met de kinderen in de toekomst. Ook wil de rechtbank de man er op wijzen dat hij ingevolge artikel 1:247 BW en artikel 1:253a BW jo. 1:377a BW als gezagdragende ouder wettelijke verplichtingen heeft jegens de kinderen. Hieronder valt ook een recht en een verplichting tot contact met de kinderen. De rechtbank verwacht dan ook van de man dat hij alles in het werk zal stellen om zich – het liefst op korte termijn – in te zetten op een vorm van contactherstel met de kinderen, mogelijk in overleg met het CJG of hulpverlening.
4.11
De rechtbank zal de toewijzende beslissingen uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht door de vrouw. Dit betekent dat deze beslissingen alvast moeten worden gevolgd, ook als er daartegen hoger beroep wordt ingesteld.
4.12
Omdat partijen ex-echtgenoten van elkaar zijn, zullen de proceskosten worden gecompenseerd. Dat betekent dat iedere partij haar eigen kosten moet dragen.
4.13
Gelet op het voorgaande zal worden beslist als volgt.

5.De beslissing

De rechtbank:
geeft aan de vrouw – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – toestemming om met de minderjarigen
- [minderjarige01] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2009,
- [minderjarige02] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum02] 2011,
naar [land01] te gaan tijdens schoolvakanties en/of feestdagen en/of dagen waarop de kinderen anderszins niet naar school hoeven vanaf heden tot en met de zomervakantie van 2025;
geeft aan de vrouw – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – toestemming om ten behoeve van de minderjarigen
- [minderjarige01] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2009,
- [minderjarige02] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum02] 2011,
jeugdhulp aan te vragen, zoals een KOPP-training of een andere vorm van jeugdhulp die passend is voor de kinderen zoals is overwogen in rechtsoverweging 4.10;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Toekoen, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2023 in aanwezigheid van de griffier.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.