ECLI:NL:RBZWB:2023:8033

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
C/02/413157 HA RK 23-169
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • J. Peters
  • M. van der Weide
  • A. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan onderbouwing en tijdigheid

Op 14 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek behandeld dat door een verzoeker was ingediend. Het verzoek was gericht tegen een politierechter die op 18 september 2023 een zaak zou behandelen. De verzoeker had eerder op 29 augustus 2023 een ontvangstbevestiging van zijn wrakingsverzoek ontvangen, maar heeft daarna geen inhoudelijke reactie meer gegeven. In zijn verzoek stelde de verzoeker dat twee advocaten, mr. Van Dalen en mr. Weeland, meineed hadden gepleegd in een civiele kantonzaak en dat het Openbaar Ministerie de rechtbank manipuleerde. Hij verzocht om verwijzing naar een andere rechtbank vanwege de betrokkenheid van mr. Weeland.

De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering. Het uitgangspunt is dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De verzoeker heeft echter niet duidelijk gemaakt tegen welke rechter hij het wrakingsverzoek richtte en heeft geen onderbouwing gegeven voor zijn beschuldigingen van partijdigheid. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek te laat was ingediend en dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van partijdigheid.

Daarom heeft de rechtbank het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en besloten dat de behandeling van de onderliggende strafzaak zal worden voortgezet. De beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie: Breda
Procedurenummer: C/02/413157/HA RK 23-169
Beslissing van 14 september 2023 inzake het wrakingsverzoek ex artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker] ,
verblijvend op een voor de rechtbank onbekend adres,
verder te noemen verzoeker.

1.Procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt onder meer uit:
  • het op 23 augustus 2023 ontvangen wrakingsverzoek;
  • de op 29 en 30 augustus 2023 en 13 september 2023 ontvangen e-mailberichten van verzoeker.
Verzoeker heeft op 29 augustus 2023 per e-mail een ontvangstbevestiging van zijn wrakingsverzoek ontvangen. Daarin is aan verzoeker de vraag voorgelegd of het zijn bedoeling is de politierechter te wraken, die de zaak op 18 september 2023 zal behandelen en als dat het geval is, dan wordt verzoeker verzocht toe te lichten waaruit hij afleidt dat die politierechter partijdig zou zijn, dan wel de schijn van partijdigheid heeft gewekt. Verzoeker heeft daarop laten weten meer dan de geboden twee dagen nodig te hebben om inhoudelijk te kunnen reageren. Verzoeker is vervolgens in de gelegenheid gesteld zijn reactie uiterlijk op 4 september 2023 in te dienen. Van verzoeker is vervolgens niets meer vernomen.

2.Het verzoek

Verzoeker verwijst in zijn verzoek naar de zaak met parketnummer: 02-032947-22 en legt aan zijn verzoek ten grondslag dat mr. Van Dalen en mr. Weeland, als gemachtigden betrokken bij respectievelijk verzoeker en diens wederpartij in een civiele kantonzaak betreffende een vordering tot woningontruiming in 2021, in opdracht van het Openbaar Ministerie meineed hebben gepleegd.
Verzoeker veronderstelde dat de stukken van 2 augustus 2022 deel uitmaakten van de strafzaak die in maart van dit jaar gediend heeft. Zijn advocaat was daarvan op de hoogte, terwijl hij wel over de stukken beschikte. Volgens verzoeker manipuleert het Openbaar Ministerie de rechtbank door middel van advocaten.
Verzoeker wenst dat de zaak wordt verwezen naar een andere rechtbank, vanwege de betrokkenheid van mr. Weeland. Volgens verzoeker is het Openbaar Ministerie met zijn wens bekend en om die reden wordt mr. Weeland buiten beschouwing gelaten.
In maart 2023 werd verzoeker geconfronteerd met een vooringenomen rechter, omdat stukken ontbraken in het procesdossier. Het Openbaar Ministerie is daarvoor verantwoordelijk.
Hoewel verzoeker als verdachte recht heeft op een advocaat, heeft hij die niet toegewezen gekregen. Hij is voornemens in dat kader de openbaarheid te zoeken via Social Media, om aandacht te vragen voor zijn probleem en in de hoop dat dit zijn kansen op hulp vergroot.
Verzoeker stelt dat een voor de wrakingskamer onbekende persoon (verzoeker schrijft in de ‘jij-vorm’) heeft gelogen over opnames die naar zijn voormalige advocaat zijn gestuurd, maar waarvan geen verzendbewijs kan worden overgelegd. Verzoeker merkt op dat de rechter de skypeverbinding heeft toegewezen op de dag dat de schijfjes zijn verstuurd. Het Openbaar Ministerie was er volgens verzoeker mee bekend dat als de schijfjes niet zouden aankomen, de zaak zou worden aangehouden en de skypeverbinding van de baan is.

3.De beoordeling

Beoordelingskader
3.1
Op grond van artikel 512 Sv kan een verdachte of het Openbaar Ministerie elk van de rechters die een strafzaak behandelt wraken op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2
Voorop moet worden gesteld, dat bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van een rechter als uitgangspunt dient, dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert dat een rechter ten aanzien van een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.3
De wrakingskamer heeft verzoeker in de gelegenheid gesteld zijn verzoek nader toe te lichten en aan te geven tegen welke rechter zijn wrakingsverzoek is gericht en dit verzoek nader te onderbouwen. Verzoeker heeft daarop niet nader inhoudelijk gereageerd.
3.4
De wrakingskamer heeft uit het procesdossier op kunnen maken dat in maart van dit jaar een zitting heeft plaatsgevonden in de zaak met het door verzoeker vermelde parketnummer. Voor zover verzoeker heeft bedoeld de rechter van deze zitting te wraken, is de wrakingskamer van oordeel dat verzoeker in zijn verzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard, nu hij zijn verzoek (veel) te laat heeft ingediend.
3.5
Voor zover verzoeker beoogt de politierechter te wraken die voornoemd parketnummer op 18 september 2023 op zitting zal behandelen, ontbreekt in het verzoek iedere onderbouwing waaruit kan worden afgeleid dat de rechter partijdig is, dan wel de schijn heeft gewekt partijdig te zijn. Om die reden moet verzoeker eveneens niet- ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.
3.6
Indien verzoeker meent dat aan het procesdossier stukken moeten worden toegevoegd of indien hij gronden aanwezig acht die er volgens hem toe moeten leiden dat zijn strafzaak wordt verwezen naar een andere rechtbank, dan ligt het op zijn weg om dit tijdens de zitting naar voren te brengen, zodat de rechter daarover een beslissing kan nemen. Dit is geen taak van de wrakingskamer.
3.7
Omdat sprake is van een wrakingsverzoek dat kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard, laat de wrakingskamer een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege.

4.Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk,
  • bepaalt dat de behandeling van de zaak met parketnummer: 02-1032947-22 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van dit verzoek.
Deze beslissing is gegeven op 14 september 2023, door mr. Peters, voorzitter, mr. Van der Weide en mr. De Roos, in tegenwoordigheid van mr. Verhulst-Langer, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.