Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte van ANWB van 16 november 2022 met producties;
- de antwoordakte van [gedaagde sub 1] van 14 december 2022.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde ANWB B.V. betaling van een factuur van € 99,83 van 8 september 2020, die betrekking had op de kosten van de dienst 'Gastvrij Plus'. ANWB stelde dat gedaagde sub 1 zich voor deze dienst had aangemeld, maar gedaagde sub 1 betwistte de betalingsverplichting en voerde aan dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen. De procedure begon met een dagvaarding op 15 juni 2022, gevolgd door een conclusie van antwoord en diverse producties van beide partijen.
De kantonrechter oordeelde dat ANWB de vordering onvoldoende had onderbouwd. De overgelegde stukken, waaronder een algemene brochure en aanmaningen, bewezen niet dat gedaagde sub 1 zich daadwerkelijk had aangemeld voor de dienst. Ook een e-mail van gedaagde sub 1 waarin om uitstel van betaling werd gevraagd, bood geen bewijs voor de gestelde betalingsverplichting. De kantonrechter concludeerde dat ANWB niet had aangetoond dat er een overeenkomst was en wees de vordering af.
Daarnaast werden de gevorderde wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten ook afgewezen, omdat deze afhankelijk waren van de hoofdsom die niet toewijsbaar was. ANWB werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde sub 1, die op nihil werden vastgesteld, aangezien gedaagde sub 1 geen kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. Het vonnis werd uitgesproken op 18 januari 2023.