ECLI:NL:RBZWB:2023:8040

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
C/02/415240 / FA RK 23/4983
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 6 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1972. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een periode van zes maanden, op basis van artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt verblijft momenteel in een accommodatie en heeft te maken met ernstige psychogeriatrische aandoeningen, waaronder het syndroom van Korsakov, wat leidt tot significante beperkingen in zijn zelfzorg en dagelijks functioneren. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 november 2023 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder de psychiater en de sociaal maatschappelijk werker, die de noodzaak van opname en 24-uurs zorg benadrukten. De cliënt verzet zich tegen de opname en stelt dat hij zelfstandig kan wonen, maar de rechtbank concludeert dat hij niet in staat is om adequaat voor zichzelf te zorgen en dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn. De rechtbank verleent daarom de gevraagde machtiging tot opname en verblijf, die geldig is tot 6 mei 2024. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 20 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/415240 / FA RK 23/4983
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 6 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[client],
geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats 1] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. P.M.J.T. Schumans te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 24 oktober 2023, ingekomen ter griffie op 24 oktober 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 10 oktober 2023;
- de medische verklaring van 10 oktober 2023;
- het behandelplan van 10 oktober 2023;
- de diagnosebrief opgesteld door psycholoog [naam 1] van 1 september 2023;
- de machtiging van 5 juli 2022.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 november 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevr. [naam 2] , psychiater;
- mevr. [naam 3] , maatschappelijk werkster;
- een verpleegkundige.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- een verpleegkundige in opleiding;
- een stagiaire.

2.Het verzoek

2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Standpunten

3.1
Cliënt ontkent dat hij lijdt aan het syndroom van Korsakov. Ook zegt hij geen zucht naar alcohol te hebben. Hij drinkt niet zoveel. Het klopt dat er thuis pakken wijn in zijn woonkamer lagen, maar dat komt door problemen met de vuilnisophaaldienst. Zijn vuilnis werd niet opgehaald, waardoor hij de pakken wijn telkens weer mee naar binnen moest nemen. Verder erkent cliënt dat hij tot op zekere hoogte weleens vergeetachtig is. Dat vindt cliënt niet ziekelijk. Daarbij komt dat het volgens cliënt ook te maken heeft met de plek waar hij verblijft. [accommodatie] is een prikkelarme omgeving; er wordt voor cliënt gekookt, bepaalt wat hij moet doen, er is geen ritme en alle dagen lijken op elkaar. Dat draagt eraan bij dat cliënt passiever wordt. Hij staat immers niet aan het roer van zijn leven. Thuis had cliënt wel structuur. Die structuur werd o.a. bepaald door wat er op de televisie was. Soms wisselde cliënt zijn dag- en nachtritme een beetje om. Dat die structuur afwijkt van wat normaal gevonden wordt, maakt niet dat hij geen structuur heeft. Omdat cliënt een groot huis heeft, verbleef hij meestal in de studeerkamer. Cliënt erkent dat hij zich wellicht fysiek aan het isoleren was, maar geeft aan dat hij nog wel contact had via de telefoon en per e-mail. Verder heeft cliënt nergens last van. Het eten is geen probleem. Als cliënt trek heeft, dan eet hij. Cliënt zegt dat hij een zorgmijder is, maar geen douchemijder. Dat cliënt zes weken niet heeft gedoucht, is niet waar. Cliënt vindt dat hij naar huis kan. Het is beter voor zijn welzijn als hij weer aan het roer van zijn leven gaat staan en voor zichzelf gaat zorgen. Hij heeft thuis geen hulp nodig. Hij kan alles zelfstandig waaronder het huishouden. Ook denkt hij dat het fijner is als mensen hem thuis kunnen bezoeken in plaats van bij [accommodatie] .
3.2
Namens cliënt heeft de advocaat verzocht om het verzoek af te wijzen. Cliënt wil naar huis en stelt ook dat hij naar huis kan. Dat dit – eventueel met gedwongen thuishulp – niet wordt geprobeerd, vindt de advocaat erg jammer.
3.3
De psychiater heeft toegelicht dat cliënt al een aantal maanden geleden is opgenomen. In de thuissituatie was sprake van verwaarlozing, vervuiling en een verstoord dag- en nachtritme. Ook was er sprake van alcoholmisbruik en lukte het cliënt niet om overzicht te houden. Cliënt viel af en is maaltijden gaan overslaan. Hij is zich ook gaan isoleren. Tijdens de opname probeert de verpleging cliënt te stimuleren om te douchen en naar de tandarts te gaan. Dit lukt onvoldoende. Eerder heeft cliënt meerdere weken achter elkaar niet gedoucht. In augustus 2023 heeft cliënt een neuropsychologisch onderzoek gehad bij het ADRZ. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen dat cliënt lijdt aan het syndroom van Korsakov. Dit bleek ook al uit het MDO, waarbij ook een familiegesprek heeft plaatsgevonden. Momenteel heeft cliënt nog steeds zucht naar alcohol. Cliënt heeft 24-uurs zorg nodig. Er is een Korsakov-afdeling waar cliënt naar toe kan. Cliënt wil echter naar huis om zelfstandig te wonen. De psychiater geeft aan dat dit niet zal lukken. Daarom is er een rechterlijke machtiging nodig. De huidige OPOD-afdeling is niet passend. Cliënt is te jong. Een andere afdeling binnen [accommodatie] is ook niet geschikt, omdat cliënt te zorgbehoevend is.
3.4
De sociaal maatschappelijk werker legt uit dat cliënt 24-uurs zorg nodig heeft. Het eten en drinken is een basisbehoefte en daar heeft cliënt al hulp bij nodig. Ook de ADL laat te wensen over. De woning van cliënt is nog steeds behoorlijk vervuild. Er liggen overal pakken wijn. Daarnaast moet er zicht blijven op het alcoholgebruik van cliënt.
Hij heeft nog steeds zucht. Er staat nog een patiënt op de wachtlijst om naar de gespecialiseerde Korsakov-afdeling in [plaats 2] te gaan. Er moet nog worden bekeken wie als eerst gaat. Dat een reguliere PG-afdeling niet passend is voor cliënt staat vast. Bij de Korsakov-afdeling wordt beter gekeken naar de kwaliteit van leven. Zo kan cliënt daar bijvoorbeeld vrijwilligerswerk doen. Daarnaast wordt er ook nog steeds gezocht naar een plek in de regio van [plaats 3] . Daar woont de broer van cliënt. De sociaal maatschappelijk werker geeft aan dat het niet mogelijk is om cliënt met de inzet van thuiszorg naar huis te laten gaan. De thuiszorg kan maximaal vier keer per dag komen. Dat is onvoldoende. Daarbij komt dat de broer van cliënt in [plaats 3] woont. Het is praktisch niet uitvoerbaar om 24-uurs zorg voor cliënt in de thuissituatie te regelen. De rechterlijke machtiging is nodig, omdat cliënt duidelijk aangeeft dat hij nergens anders naartoe wil dan zijn eigen huis. Wellicht kan cliënt naar verloop van tijd met artikel 21 op de Korsakov-afdeling verblijven, maar voor nu verzet hij zich tegen de overplaatsing en is de machtiging ook nodig om de overplaatsing te realiseren.
3.5
De verpleegkundige benoemt dat cliënt eerder zes weken niet heeft gedoucht. Ook nu is het een tijdje geleden dat cliënt heeft gedoucht. Als er geen maaltijden worden klaargezet, dan verwacht de verpleegkundige dat hij niet eet. Verder trekt cliënt zich veelal terug.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening te weten het syndroom van Korsakov gepaard gaand met overige DSM-5 stoornissen te weten trekken van een depressieve stoornis en een alcoholverslaving. Het syndroom van Korsakov is in september 2023 middels een neuropsychologisch onderzoek vastgesteld. Verder volgt uit de medische verklaring dat cliënt als gevolg van het syndroom van Korsakov ernstige neurocognitieve problemen heeft. Cliënt confabuleert en heeft korte- en lange termijn geheugenproblemen. Ook heeft cliënt geen ziektebesef en -inzicht; hij stelt dat hij niet veel dronk. De rechtbank is van oordeel dat voldoende is gebleken dat het syndroom van Korsakov zich bij cliënt uit als een neurocognitieve stoornis met daaruit voortkomende significante beperkingen overeenkomstig die van een psychogeriatrische aandoening. Ingevolge artikel 1 lid 4 Wzd wordt dit syndroom daarom gelijkgesteld met een psychogeriatrische aandoening, hetgeen maakt dat de Wzd van toepassing is (en niet de Wvggz).
4.2
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Het is de rechtbank gebleken dat het cliënt niet lukt om zelfstandig de ADL-taken te verrichten. De zelfzorg van cliënt laat te wensen over en in de thuissituatie was sprake van verwaarlozing van zichzelf en zijn woning. Ook lukt het cliënt niet om zijn leven adequaat te organiseren en structuur te houden. Daarbij komt dat het dag- en nachtritme van cliënt is verstoord en dat er sprake is van een ongezond eetpatroon (ondervoeding). Tot slot dreigt er een isolement.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De deskundigen hebben toegelicht dat cliënt op de huidige OPOD-afdeling van [accommodatie] erg passief is, zijn zelfzorg ernstig tekort schiet en hij forse geheugenproblemen heeft. Cliënt heeft in toenemende mate zorg en begeleiding nodig. Dit maakt dat de terugkeer van cliënt naar de thuissituatie niet meer mogelijk is. Het is de rechtbank gebleken dat cliënt 24-uurs zorg, begeleiding en toezicht nodig heeft om zijn alcoholverslaving te reguleren en een gezond eetpatroon te handhaven.
Die 24-uurs zorg kan in de thuissituatie niet worden geboden. Een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf kan die noodzakelijke 24-uurs zorg wel aan cliënt bieden en is daarom geschikt.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Het is de rechtbank gebleken dat het niet haalbaar wordt geacht om cliënt naar huis te laten gaan. Zelfs met de inzet van de thuiszorg is dit niet mogelijk. De thuiszorg kan immers slechts vier keer per dag komen, hetgeen als onvoldoende wordt ingeschat. Daarbij komt dat cliënt geen steunend netwerk in de buurt heeft. Zijn broer woont in [plaats 3] .
4.5
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Tijdens de mondelinge behandeling heeft cliënt aangegeven dat hij (zonder hulp) naar huis wil. Hij wil nergens anders naartoe. Cliënt vindt ook dat dat kan; hij kan alles zelfstandig doen. Gelet op dat verzet is de rechtbank van oordeel dat een rechterlijke machtiging nodig is.
4.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden. In dit kader merkt de rechtbank nog op dat de eerder afgegeven zorgmachtiging (die is afgegeven tot en met 15 december 2023) ingevolge artikel 1 lid 6 Wzd vervalt zodra client is opgenomen in een accommodatie.
4.7
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[client], geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt
tot en met uiterlijk 6 mei 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 20 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.