ECLI:NL:RBZWB:2023:8043

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
20 november 2023
Zaaknummer
C/02/414694 HA RK 23-223
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verschoning
Rechters
  • M. Wijffels
  • J. Peters
  • A. de Graaf
  • M. Haerkens-Wouters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in strafzaken met ernstige bezwaren

Op 10 oktober 2023 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. Wijffels, rechter in de rechtbank, die zich wenste te verschonen van de behandeling van de zaken met kenmerken 02/218414-23, 96/196547-22 (TUL) en 96/196698-21 (TUL). De rechter had eerder deze zaken ter zitting behandeld en had daarbij de gevangenhouding bevolen, waarbij zij zich had uitgesproken over de ernstige bezwaren. De raadsman van de betrokken partij stelde dat de rechter zich te stellig had uitgedrukt en dat zij daarmee vooruit had gelopen op bewijsbeslissingen die zij nog moest nemen. De rechter toonde begrip voor dit standpunt en besloot zich te verschonen om de schijn van partijdigheid te vermijden.

De verschoningskamer oordeelde dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die de schijn van vooringenomenheid oproepen. In dit geval was de rechter van mening dat de omstandigheden voldoende waren om het verzoek tot verschoning toe te wijzen. De behandeling van de zaken zal nu door een andere rechter worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden op het moment van het indienen van het verschoningsverzoek. De beslissing is genomen in raadkamer en wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Verschoningskamer
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414694 / HA RK 23-223
Beslissing van 10 oktober 2023
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. Wijffels,
rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de zaken met kenmerken 02/218414-23, 96/196547-22 (TUL), 96/196698-21 (TUL) van:
[betrokkene] ,
wonende te [plaats] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Middelburg,
bijgestaan door mr. J.H.E.M. Kersemaekers.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 9 oktober 2023.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter zitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek gebaseerd op het feit dat zij de zaken eerder ter zitting behandeld heeft en deze heeft aangehouden voor onderzoek. Zij heeft op dat moment de gevangenhouding bevolen en zich uitgesproken over de ernstige bezwaren. Zij meent zich daarbij wellicht iets te stellig te hebben uitgedrukt. Volgens de raadsman is zij daarmee vooruit gelopen op eventuele door haar te nemen bewijsbeslissingen in deze zaak. De politierechter heeft begrip voor dat standpunt van de raadsman en zij wenst zich om die reden te verschonen.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Hoewel een oordeel over de ernstige bezwaren in het kader van een bevel tot gevangenhouding met zich brengt dat een rechter zich uitlaat over de bewijsmiddelen, meent de rechter dat zij zich dient te verschonen, zodat de schijn van partijdigheid wordt vermeden. Het verzoek zal om die reden worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de zaken door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de zaken met kenmerken 02/218414-23, 96/196547-22 (TUL), 96/196698-21 (TUL) wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* de in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen en het Openbaar Ministerie.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 10 oktober 2023 door mr. Peters, mr. De Graaf en mr. Haerkens-Wouters, rechters, en, bij afwezigheid van de voorzitter, ondertekend door mr. De Graaf, in tegenwoordigheid van mr. Verhulst-Langer, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.