Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de reconventionele vordering en tevens pleitnota van [gedaagde] met producties 1 t/m 3,
- de mondelinge behandeling van 8 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten in conventie en in voorwaardelijke reconventie
- [eiser] en [gedaagde] zijn op [datum] 2005 met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen.
- Uit het huwelijk zijn twee minderjarige kinderen geboren.
- Op 4 februari 2023 is namens de vrouw bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant een verzoekschrift tot echtscheiding met nevenvoorzieningen ingediend. Op 10 augustus 2023 is een aanvullend verzoekschrift ingediend.
- Op 1 september 2023 heeft een zitting voorlopige voorzieningen plaatsgevonden en op 19 september 2023 heeft de rechtbank een beschikking uitgesproken.
- Tot de huwelijksgemeenschap van partijen behoren:
- [eiser] heeft [gedaagde] verzocht om haar medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de (voormalige) echtelijke woning alsmede medewerking te verlenen aan de toedeling van de woning aan [adres 6] te [plaats 6] aan [eiser] .
- [eiser] heeft een nieuwe partner. [eiser] en zijn nieuwe partner verblijven momenteel afwisselend in de verhuurobjecten en een woning in [plaats 7] . [gedaagde] verblijft in de (voormalige) echtelijke woning.
3.Het geschil in conventie en in voorwaardelijke reconventie
- primair daarbij wordt bepaald dat het vonnis in kort geding in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] die nodig is voor het aanbieden en verkopen van de (voormalige) echtelijke woning;
- subsidiair op straffe van een dwangsom;
- primair dat het vonnis in kort geding in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] die nodig is voor de eigendomsoverdracht en levering van de woning aan [eiser] ,
- subsidiair op straffe van een dwangsom;