Uitspraak
handelend onder de naam
UnitedConsumers Energie,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
3.De feiten
4.De vordering en het verweer
5.De beoordeling
Het gaat daarbij volgens ENGIE om de volgende facturen:
c. Eindnota 707955 stroom van 26 maart 2020 22-12-2019 t/m 15-03-2020 € 210,87
‘Jaarnota gas.pdf; Eindnota stroom.pdf; Eindnota gas.pdf; jaarnota stroom.pdf’en waarin zij [gedaagde01] verzoekt om het openstaande bedrag van € 1.480,67 te betalen. De kantonrechter is op grond daarvan van oordeel dat [gedaagde01] in ieder geval vanaf
21 april 2020 wist, althans kon weten op grond waarvan hij het door ENGIE gevorderde bedrag van € 1.480,67 nog moest betalen en dat ENGIE in ieder geval vanaf dat moment nakoming (betaling) kon vorderen. Daarmee is de verjaring in ieder geval vanaf die datum begonnen. De vordering van ENGIE zou twee jaar later, op 21 april 2022, verjaren.
Deze datum was op het moment van dagvaarden al verstreken, zodat uitgangspunt is dat de vordering is verjaard.
De kantonrechter is van oordeel dat voor deze aanmaningen niet is voldaan aan artikel 3:37 BW.
“Per [e_mail01] ”, maar de eigenlijke mails waarmee deze brieven door de gemachtigde van ENGIE zijn verzonden, zijn niet overgelegd, terwijl dat bij de eerdere, door Engie zelf verzonden mails (zie productie 9 bij de conclusie van repliek) wel is gedaan. Evenmin blijkt uit de stukken dat [gedaagde01] deze aanmaningen per mail heeft ontvangen.
6.De beslissing
8 november 2023.