Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2013 te [geboorteplaats] ,
[de moeder] ,
[de vader] ,
Het (verdere) procesverloop
-de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 20 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die onder toezicht is gesteld. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 21 juli 2024. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming Brabant om de ondertoezichtstelling te verlengen, omdat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige]. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag en er is een co-ouderschapsregeling van toepassing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van forse loyaliteitsproblematiek en dat de ouders niet in staat zijn om samen een definitief ouderschapsplan op te stellen. De kinderrechter heeft ook geconstateerd dat er een noodzaak is voor systemisch psychologisch onderzoek om de situatie van [minderjarige] te verbeteren. De ouders hebben beiden aangegeven dat zij de verlenging van de ondertoezichtstelling ondersteunen, maar er zijn zorgen over de samenwerking tussen hen en de hulpverlening. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.