In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2023 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verdeling van zorg- en opvoedingstaken en kinderalimentatie. De zaak betreft een minderjarig kind, geboren in 2016, en de betrokken partijen zijn de man en de vrouw, die beiden in Middelburg wonen. De man is vertegenwoordigd door mr. N. Wouters en de vrouw door mr. C.E.J.E. Kouijzer. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een co-ouderschapsregeling, waarbij zij om en om een week voor het kind zorgen. Het wisselmoment vindt plaats op elke maandag, waarbij de ene ouder het kind naar de voorschoolse opvang brengt en de andere ouder het van de buitenschoolse opvang haalt. De rechtbank heeft ook de ouderschapsplannen, die door partijen zijn ondertekend, aan de beschikking gehecht.
Daarnaast is er een regeling getroffen voor kinderalimentatie. De man zal vanaf 1 juli 2023 een bedrag van € 66,00 per maand bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind, met de bepaling dat dit bedrag jaarlijks wordt verhoogd met de wettelijke indexering. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de regeling direct kan ingaan, ook in het geval van hoger beroep. De rechtbank heeft de overige verzoeken van partijen afgewezen, en de beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Hol.