ECLI:NL:RBZWB:2023:809
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 9 februari 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag op 13 april 2021. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen, met de mogelijkheid tot een eenmalige verlenging van zes maanden. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn op 13 april 2022 verstreken was, zonder dat er een besluit was genomen. Eiseres heeft de Belastingdienst op 1 april 2022 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling niet te vroeg is ontvangen om niet geldig te zijn. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep ontvankelijk en gegrond.
De rechtbank draagt de Belastingdienst op om binnen zeven weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt haar griffierecht van € 50,- vergoed en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, worden ook vergoed door de Belastingdienst. De rechtbank benadrukt dat de zaak als licht wordt aangemerkt, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.