ECLI:NL:RBZWB:2023:8111

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
22 november 2023
Zaaknummer
C/02/415027/KG ZA 23-512
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. van Triest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in kort geding betreffende vervangende toestemming voor hulpverlening aan minderjarige

Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in een kort geding uitspraak gedaan over de vordering van een vrouw om vervangende toestemming te verkrijgen voor de aanmelding van haar minderjarige kind voor speltherapie en diagnostisch onderzoek. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K. van Doorn, vorderde deze toestemming omdat de man, de vader van het kind, niet akkoord ging met de hulpverlening. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de rechtbank geadviseerd om de vorderingen van de vrouw toe te wijzen, gezien het belang van het kind. Tijdens de mondelinge behandeling was de man niet aanwezig, waardoor verstek werd verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat het in het belang van het kind is om de juiste hulpverlening te krijgen. De rechtbank heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/415027 / KG ZA 23-512
Vonnis in kort geding van 21 november 2023
in de zaak van
[de vrouw] ,
wonende in [plaats] ,
eiseres,
advocaat: mr. K. van Doorn te Gilze,
tegen
[de man] ,
wonende in [plaats] .
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.
Op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna: de Raad, de rechtbank over de vordering geadviseerd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de mondelinge behandeling op 21 november 2023.
1.2
De voorzieningenrechter heeft de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld, omdat het belang van de minderjarige en/of de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eiste.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschenen de vrouw en haar waarnemend advocaat mr. E.C.A.E. Verschuren. Daarnaast is verschenen een vertegenwoordigster namens de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad, om de voorzieningenrechter over de vorderingen te adviseren.
De man is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen.
1.4
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad, uit welke relatie het volgende thans nog minderjarige kind is geboren:
- [minderjarige] , geboren in [plaats] op [geboortedag] 2011.
2.2
De man heeft [minderjarige] erkend. Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.3
[minderjarige] verblijft bij de vrouw.

3.De vorderingen

3.1.
De vrouw vordert bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen om mede namens de man de minderjarige aan te melden voor de speltherapie ‘Spelend groeien’ bij [hulpverlening 1] ;
II aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen om mede namens de man de minderjarige aan te melden voor onderzoek en diagnostiek bij [hulpverlening 2] , alsmede eventuele vervolg hulpverlening;
III dusdanige beslissingen te nemen die de rechtbank in het belang van de minderjarige geraden acht.
3.2
Op de stellingen van de vrouw en het advies van de Raad, wordt hierna, voor zover
van belang, ingegaan.

4.De standpunten

4.1
Door en namens de vrouw is in de stukken en tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, het volgende aangevoerd.
Bij [minderjarige] is er sprake van forse problematiek. Er is de afgelopen jaren veel gebeurd in het leven van [minderjarige] . Niet alleen de vrouw, maar ook vanuit de school en de betrokken hulpverlening voor het gezin vanuit ASZV worden de zorgen over de impact die alle gebeurtenissen hebben gehad op [minderjarige] steeds groter. Na het laatste keukentafelgesprek waarbij de vrouw, [naam 1] en [naam 2] (beiden van de [hulpverlening 3] ) aanwezig waren, is geconcludeerd dat er ingezet moet worden op speltherapie. Er is een plan van aanpak opgesteld door de [hulpverlening 3] . Het is nodig dat [minderjarige] start met de speltherapie ‘Spelend groeien’ bij de instelling [hulpverlening 1] . De speltherapie moet ervoor zorgen dat [minderjarige] kan verwoorden hoe zij zich voelt, dat zij kan erkennen welke invloed alle gebeurtenissen van de afgelopen jaren op haar hebben en dat de vrouw hier met [minderjarige] over kan praten.
De vrouw heeft de man geïnformeerd over dit advies en hem verzocht toestemming te geven voor het onderzoek. De man heeft aan de betrokken hulpverlener van de [hulpverlening 3] aangegeven geen toestemming te willen verlenen voor dit hulpverleningstraject omdat hij hierover niet geïnformeerd is. Daarom wordt de rechtbank verzocht om vervangende toestemming.
Daarnaast verzoekt de vrouw ook vervangende toestemming te verlenen voor het dyslexie-onderzoek vanuit [hulpverlening 2] . De man stelt in zijn mail van 27 augustus 2023 dat hij akkoord gaat met het dyslexieonderzoek, echter de benodigde handtekening van de man is weggevallen. De man is hier meermaals door de [hulpverlening 3] op gewezen, maar hij heeft nooit meer het document met de benodigde handtekening retour gestuurd. Zonder deze handtekening kan [hulpverlening 2] niet starten met de behandeling.
4.2
De Raad adviseert de voorzieningenrechter om de vorderingen van de vrouw toe te wijzen. Het is in het belang van [minderjarige] dat zij de juiste hulpverlening krijgt.

5.De beoordeling

5.1
Nadat de voorzieningenrechter tijdens de mondelinge behandeling heeft vastgesteld dat ten aanzien van de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, is tijdens de mondelinge behandeling tegen de man verstek verleend.
5.2
Op grond van de gedingstukken en de toelichting door de vrouw tijdens de mondelinge behandeling staat naar het oordeel van de voorzieningenrechter het spoedeisend belang van de vrouw bij haar vorderingen vast.
5.3
Naar aanleiding van de stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is de voorzieningenrechter, met de Raad, van oordeel dat het in het belang van [minderjarige] is dat zij de juiste hulpverlening krijgt. Zij zal de onweersproken vorderingen van de vrouw dan ook toewijzen.
5.4
De voorzieningenrechter zal het vonnis, gelet op de aard hiervan, uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd door de vrouw. Dat betekent dat het vonnis alvast moet worden gevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld tegen dit vonnis.
5.5
Gelet op de relatie die tussen partijen heeft bestaan en omdat de vorderingen betrekking hebben op hun beider kind, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde;
verleent de vrouw ten aanzien van de minderjarige [minderjarige] , geboren te [plaats] op [geboortedag] 2011, vervangende toestemming, ter vervanging van de toestemming van de man, om:
  • de minderjarige aan te melden voor de speltherapie ‘Spelend groeien’ bij [hulpverlening 1] ;
  • de minderjarige aan te melden voor onderzoek en diagnostiek bij [hulpverlening 2] , alsmede eventuele vervolg hulpverlening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Triest, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023 in tegenwoordigheid van Van Beijsterveldt griffier.
De schriftelijke uitwerking van dit vonnis is vastgesteld op 22 november 2023.