Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
“Algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte”van toepassing verklaard (hierna: de algemene bepalingen).
3.Het geschil
- De servicekosten over het jaar, lopende van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 vast te stellen op het bedrag dat [eiseres in reconventie01] over die periode aan voorschot servicekosten heeft voldaan aan [verweerder in reconventie01] , zijnde een bedrag van € 360,00 (12 maal € 30,00), althans ten hoogste op een bedrag dat ingevolge artikel 7:259 lid 1 BW bij ministeriele regeling is vastgesteld;
- Te verklaren voor recht, althans te bepalen dat het maandelijkse voorschot servicekosten met ingang van 1 oktober 2022 blijft gehandhaafd op een bedrag van € 30,69 p.m. totdat tussen partijen schriftelijk anders wordt overeengekomen, dan wel door de Huurcommissie anders wordt vastgesteld;
- [verweerder in reconventie01] te veroordelen in de proceskosten.