ECLI:NL:RBZWB:2023:8128

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
10719911 / OV VERZ 23-5413 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot voortzetting van de procedure volgens de regels van de dagvaardingsprocedure in een huurovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2023 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure. De procedure is gestart door [verzoeker1], die in persoon procedeert tegen [verweerder1]. [verzoeker1] huurt een woning van [verweerder1] en stelt dat er bij de aanvang van de huurovereenkomst is afgesproken dat hij de woning na verloop van tijd zou kopen. Tijdens de huurperiode heeft [verzoeker1] in overleg met [verweerder1] renovatiewerkzaamheden aan de woning uitgevoerd. Echter, [verweerder1] heeft geen medewerking verleend aan de verkoop en levering van de woning, wat heeft geleid tot het verzoek van [verzoeker1] om vergoeding voor de renovatiewerkzaamheden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek van [verzoeker1] voortvloeit uit de huurovereenkomst en dat er geen grondslagen zijn aangevoerd die rechtvaardigen dat de procedure bij verzoekschrift dient te worden aangebracht. De kantonrechter heeft op basis van artikel 69 Rv geconcludeerd dat de procedure op het verkeerde spoor zit en heeft bevolen dat de zaak wordt voortgezet volgens de regels van de dagvaardingsprocedure. De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 29 november 2023, waar [verzoeker1] de gelegenheid krijgt om zijn stellingen aan te passen aan de toepasselijke procesregels. Tevens is [verzoeker1] opgedragen om [verweerder1] op te roepen volgens de wettelijke termijnen en vormvoorschriften.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaaknummer: 10719911 / OV VERZ 23-5413
Beschikking van 18 oktober 2023
in de zaak van
[verzoeker1],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker,
hierna verder te noemen: [verzoeker1] ,
procederende in persoon,
tegen
[verweerder1],
wonende te [woonplaats2] ,
hierna verder te noemen: [verweerder1] ,
verweerder.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties ontvangen op 20 september 2023.

2.Het verzoek

2.1.
De kantonrechter begrijpt uit het verzoekschrift dat [verzoeker1] een woning huurt van [verweerder1] . [verzoeker1] stelt dat bij aanvang van de huurovereenkomst met [verweerder1] is afgesproken dat [verzoeker1] na verloop van tijd de woning zou kopen van [verweerder1] . In de tussentijd heeft [verzoeker1] in samenspraak met [verweerder1] renovatiewerkzaamheden uitgevoerd aan de gehuurde woning. [verweerder1] heeft uiteindelijk geen medewerking verleend aan verkoop en levering van de woning aan [verzoeker1] . [verzoeker1] wil om die reden vergoeding ontvangen voor de door hem verrichte renovatiewerkzaamheden.

3.De beoordeling

3.1.
Uit het verzoekschrift begrijpt de kantonrechter dat partijen op grond van een huurovereenkomst afspraken hebben gemaakt. Het verzoek van [verzoeker1] vloeit kennelijk voort uit die huurovereenkomst dan wel uit een andere verbintenisrechtelijke overeenkomst.
3.2.
De kantonrechter overweegt dat ten aanzien van verzoekschriftenprocedures een gesloten systeem bestaat (MvT, Parl. Gesch. Herz. Rv, p. 434). De kantonrechter is slechts op grond van een concrete wetsbepaling bevoegd - en verplicht - tot het geven van een beschikking op een verzoekschrift (HR 15 maart 1991, LJN ZC0177 (C./Staat).
[verzoeker1] heeft geen grondslagen aangevoerd die erop duiden dat de procedure bij verzoekschrift dient te worden aangebracht. Aangezien het verzoek van [verzoeker1] voornamelijk is gebaseerd op een huurovereenkomst en een geldvordering betreft, dient [verzoeker1] een vordering in te stellen door middel van een dagvaarding.
Ingevolge artikel 69 Rv is de rechtbank verplicht, ook zonder een daartoe strekkend verweer, te onderzoeken of de procedure met het juiste procesinleidend stuk aanhangig is gemaakt. Indien de kantonrechter vervolgens constateert dat de zaak op het verkeerde ‘spoor’ zit, dient hij de wissel om te zetten en ervoor zorg te dragen dat de procedure wordt doorgeleid naar het juiste spoor.
3.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 69 Rv zal de kantonrechter bevelen dat onderhavige zaak wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure, een en ander zoals in de beslissing vermeld.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
beveelt dat de procedure in de stand waarin deze zich bevindt, zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure;
4.2.
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 29 november 2023 te 10.00 uur teneinde [verzoeker1] de gelegenheid te bieden zijn stellingen zo nodig aan de op de dagvaardingsprocedure toepasselijke procesregels aan te passen;
4.3.
beveelt [verzoeker1] om [verweerder1] , met in achtneming van de wettelijke termijnen en de voor dagvaarding geldende vormvoorschriften, tegen de hiervoor genoemde datum en tijd op te roepen onder betekening van het verzoekschrift en deze beslissing;
4.4.
bepaalt dat [verzoeker1] het exploot van de oproeping uiterlijk één dag voor voornoemde roldatum ter inschrijving op de rol aan de griffie dient aan te bieden.
Deze beschikking is gegeven door mr. Ponds en uitgesproken op 18 oktober 2023.