Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Betreft: ontslag op staande voet wegens grensoverschrijdende uitspraak
3.Het geschil
Bek houden anders trek ik je kop van je romp.”. Hierop reageerde de heer [naam 2] door aan te geven: “
Kom maar op, ik sla je deze kamer door.”. De opmerking van [naam 1] is geen dringende reden voor een ontslag op staande voet, omdat de gedane opmerking is voortgekomen vanuit het ziektebeeld van [naam 1] . [bedrijf] heeft onvoldoende rekening gehouden met de context waarin deze opmerking is gemaakt. [bedrijf] heeft bij het verlenen van het ontslag op staande voet geen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [naam 1] . [bedrijf] had gelet hierop eerst kunnen en moeten kiezen voor een minder ingrijpende sanctie zoals een waarschuwing. Voorts is er sprake van een opzegverbod.
4.De beoordeling
Bek houden anders trek ik je kop van je romp” een uitspraak gedaan die als grensoverschrijdend kan worden gekwalificeerd en voorstelbaar is dat de heer [naam 2] dit bovendien als een ernstige bedreiging heeft opgevat. Immers is het voor de ontvanger van een dergelijke opmerking, zoals verklaard door de heer [naam 2] , niet in te schatten of diegene het daadwerkelijk meent. In zoverre zou geconcludeerd kunnen worden dat er sprake is van een dringende reden, ware het niet dat de gedraging moet worden beoordeeld in de context van de omstandigheden van het geval. Daarom is het ook, weliswaar niet verplicht, maar wel belangrijk om de werknemer voorafgaand aan een ontslag te horen. [bedrijf] heeft ervoor gekozen om dit niet te doen, en het nalaten daarvan kan tot het oordeel leiden dat naderhand naar voren gebrachte omstandigheden er toe leiden dat er geen dringende reden aanwezig is, welk risico dan voor rekening van de werkgever blijft (vgl. Gerechtshof ’s-Gravenhage [geboortedag] 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BM162, r.o. 5.8).
Op de kortwerkende dex vernam hij toenemende agitatie en prikkelbaarheid, waarbij hij recent in 1 week 3x een escalerende verbale impulsdoorbraak had. Dit is goed bespreekbaar, hij heeft hier veel last van en hij kan ook goed zijn aandeel benoemen.”. Uit het voorgaande volgt dat het aannemelijk is dat de medicatie van [naam 1] heeft bijgedragen aan zijn uitbarsting. Weliswaar kwam die uitbarsting voor de heer [naam 2] / [bedrijf] onverwacht, maar ook daarbij speelt mee dat [bedrijf] zich onvoldoende heeft verdiept in de situatie van [naam 1] . Uit de medische stukken en de verklaring van [naam 1] volgt dat hij een heel zware periode doormaakte. Daar kwam bij dat hij teleurgesteld was in het gebrek aan contact met [bedrijf] (wat de arbeidsdeskundige kwalificeerde als een arbeidsconflict), hetgeen hij in het gesprek graag over wilde brengen. Volgens [naam 1] toonde de heer [naam 2] daarvoor geen begrip en gaf hij enkel aan een heel dossier te hebben. Gelet op hetgeen de heer [naam 2] ter zitting heeft verklaard, doelde hij daarbij (onder andere) op diverse appberichten die hij aan [naam 1] had gestuurd en die onbeantwoord waren gebleven. Ter zitting is evenwel vast komen te staan dat die berichten waren gestuurd naar het zakelijke nummer van [naam 1] , terwijl hij die telefoon daarvóór al in had moeten leveren bij [bedrijf] . Dat maakte [naam 1] boos en dat uitte hij door de betreffende uitspraak te doen.