Op 20 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018. De zaak betreft de minderjarige die onder toezicht is gesteld van de Gecertificeerde Instelling (GI) Stichting Jeugdbescherming Brabant. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van de minderjarige, ondanks hun positieve ontwikkeling, nog steeds in een kwetsbare situatie verkeren. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing voor drie maanden. De ouders hebben geen bezwaar tegen de verlenging en zijn blij met de vooruitgang richting een thuisplaatsing van de minderjarige. De kinderrechter heeft de verzoeken van de GI toegewezen, met inachtneming van de positieve ontwikkelingen, maar ook de kwetsbaarheid van de situatie bij de ouders. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 25 november 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 1 januari 2024. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.