ECLI:NL:RBZWB:2023:8142

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
C/02/414474 / FA RK 23/4611
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van den Beld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging op basis van psychische stoornis zonder ernstig nadeel

Op 7 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie ten behoeve van een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres, bereid is om op vrijwillige basis zorg te accepteren en medicatie te nemen. Tijdens de mondelinge behandeling waren verschillende betrokkenen aanwezig, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een casemanager en een psychiater. De rechtbank heeft de overgelegde medische verklaringen en het procesverloop in overweging genomen. De psychiater heeft aangegeven dat de betrokkene ambivalent is ten aanzien van medicatie, maar dat er geen ernstig nadeel is dat voortvloeit uit zijn psychische stoornis. De rechtbank concludeert dat de betrokkene voldoende bereidheid toont om de zorg vrijwillig voort te zetten en dat er geen noodzaak is voor verplichte zorg. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en op 17 november 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414474 / FA RK 23/4611
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 7 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.M.T.A. Verhagen te Boxtel.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 oktober 2023. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 september 2023 ;
- de medische verklaring van 27 september 2023;
- een zorgplan van 8 september 2023;
- een blanco zorgkaart van 18 september 2023;
- een afschrift van [naam 1] van 18 september 2023;
- een afschrift van [naam 2] van 18 september 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- proces-verbaal van aanhouding van 20 oktober 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- de aanvullende medische verklaring van 30 oktober 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 november 2023, in de accommodatie van VIP-team, [adres].
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat en een tolk in de Koerdische taal;
- mevrouw [naam 3] , casemanager;
- mevrouw [naam 4] , psychiater.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- de heer [naam 5] , arts;
- de heer [naam 6] , famielid van betrokkene.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene verklaart dat het goed met hem gaat, omdat het al twee weken geleden is dat hij de depotmedicatie heeft ontvangen. Te zien is dat na twee weken na ontvangst de bijwerkingen verminderen. Betrokkene betwist dat hij in het verleden is gestopt met de medicatie. Betrokkene heeft de bereidheid om op vrijwillige basis zijn medicatie te nemen en de benodigde zorg voort te zetten. Hij wil het liefst de medicatie afbouwen tot nihil. De afgelopen jaren is het contact met de hulpverlening moeizaam geweest, omdat er geen gebruik is gemaakt van de diensten van een tolk.
3.2
De psychiater geeft aan dat betrokkene ambivalent is ten aanzien van de medicatie. Betrokkene is in het verleden tweemaal gestopt met de medicatie. Hij is hierdoor opgenomen naar aanleiding van een psychotische decompensatie. Het risico is groot op psychotische decompensatie als de medicatie wordt gestaakt. Een psychotische decompensatie is schadelijk en dient te worden voorkomen. Evaluatie van de medicatie behoort tot de mogelijkheden. De psychiater heeft een brief van de bemoeizorg welke niet in het verzoek zijn overgelegd en de rechtbank en overige aanwezigen geen kennis van hebben genomen.
3.3
de casemanager geeft aan dat er afspraken over betrokkene worden gemaakt met zijn familie en dat betrokkene afhankelijk is van zijn familie en komt naar alle afspraken met de zorg.
3.4
De advocaat verzoekt primair om afwijzing van het verzoek. Betrokkene heeft de bereidheid om de zorg op vrijwillige basis voort te zetten. Daarnaast is er geen ernstig nadeel dat voortvloeit uit de psychische stoornis. Betrokkene wordt wilsbekwaam geacht, waardoor hij weloverwogen keuzes kan maken. Subsidiair verzoekt de advocaat indien de rechtbank toekomt tot toewijzing van het verzoek om de duur van de zorgmachtiging te beperken en de vorm van verplichte zorg ‘opnemen in een accommodatie’ en de daarbij behorende vormen van zorg af te wijzen. Betrokkene neemt vrijwillig zijn medicatie en heeft contacten met het ambulante team.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de gestelde diagnose in de medische verklaringen.
4.2
Uit de overgelegde stukken, gezien hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling en medische verklaring van 30 oktober 2023, moet worden aangenomen dat deze psychische stoornis niet leidt tot ernstig nadeel. De laatste opname dateert van april 2023 en sindsdien woont hij bij familie in en de familie is nauw betrokken bij de zorg van betrokkene. De familie controleert betrokkene net als het ambulante team. Daarnaast is er geen sprake meer van middelengebruik.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
De rechtbank oordeelt nu door betrokkene, de psychiater en de casemanager zijn verklaard dat betrokkene voldoende bereidheid toont om op vrijwillige basis zijn medicatie in te nemen en de behandeling voort te zetten. Er is geen sprake van verzet. Blijkens de aanvullende medische verklaring van 30 oktober 2023 is betrokkene wilsbekwaam te achten. Van belang is dat betrokkene zorg blijft accepteren en zijn medicatie gebruikt om psychotische decompensatie te voorkomen. De rechtbank zal het verzoek van een zorgmachtiging afwijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van den Beld, rechter en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023 in tegenwoordigheid van mr. Can, als griffier, en op 17 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.