ECLI:NL:RBZWB:2023:8148

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
C/02/408177 / FA RK 23-1606
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de zorg- en opvoedingstaken in het belang van een minderjarige met klempositie tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de zorg- en opvoedingstaken van een minderjarige, geboren in 2013. De minderjarige heeft via een informele rechtsingang verzocht om de huidige co-ouderschapsregeling te wijzigen, omdat zij minder tijd bij haar vader wil doorbrengen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met inachtneming van de belangen van de minderjarige, die zich klem voelt tussen haar ouders. De ouders zijn beiden betrokken en willen het beste voor hun kind, maar er is sprake van loyaliteitsproblematiek en onduidelijkheid over de wensen van de minderjarige. De bijzondere curator heeft geadviseerd om de huidige regeling niet te wijzigen, maar de kinderrechter heeft besloten dat de minderjarige vanaf 1 december 2023 om de week van vrijdag uit school tot dinsdag naar school bij haar vader verblijft. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders samenwerken om rust en stabiliteit voor de minderjarige te creëren, en dat de kwaliteit van het contact belangrijker is dan de kwantiteit. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de wijziging direct kan ingaan, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Breda
Zaaknummer: C/02/408177 / FA RK 23-1606
Datum uitspraak: 22 november 2023
beschikking in de zaak van
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
wonende te [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. E.M.G. van Nuenen-Meulesteen te Hilvarenbeek,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .
mr. L. STAM, advocaat kantoorhoudende te ‘s-Hertogenbosch, in haar hoedanigheid als bijzondere curator over voornoemde minderjarige, hierna te noemen: de bijzondere curator.
De kinderrechter merkt als informant aan:
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI),
gevestigd te Tilburg.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend: de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

1.Het (verdere) verloop van het geding

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- de in deze zaak gegeven beschikking van 16 juni 2023 en alle daarin genoemde stukken;
- het verslag van de bijzondere curator van 23 oktober 2023, ingekomen bij de griffie op 24 oktober 2023;
- het e-mailbericht van mr. Van Nuenen-Meulesteen van 1 november 2023;
- het e-mailbericht van mr. Leijser van 8 november 2023, inhoudende dat zij niet meer als advocaat van de vader optreedt.
1.2
Naar aanleiding van het verslag van de bijzondere curator heeft de kinderrechter op 1
november 2023 met [minderjarige] gesproken. [minderjarige] heeft de kinderrechter gevraagd de inhoud van
dat gesprek niet met de andere betrokkenen te delen.
1.3
Op 8 november 2023 heeft de kinderrechter gesproken met:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- een vertegenwoordigster van de GI;
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- de bijzondere curator.
1.4
Gelet op de nauwe samenhang tussen deze zaak en het verzoek van de GI in de zaak
met kenmerk C/02/414195 / JE RK 23-1688 betreffende het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling, zijn deze zaken gelijktijdig behandeld. In de zaak met kenmerk C/02/414195 / JE RK 23-1688 is bij separate beschikking beslist.

2.De feiten

2.1
Bij voormelde beschikking van 16 juni 2023 heeft de kinderrechter een bijzondere curator over [minderjarige] benoemd. De kinderrechter heeft de zaak aangehouden in afwachting van het schriftelijk verslag van de bijzondere curator.
2.2
[minderjarige] staat onder toezicht van de GI. Bij beschikking van 20 oktober 2023 is de
ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 21 november 2023, onder aanhouding van het
resterende deel van het verzoek. Laatstelijk, bij beschikking van 20 november 2023 in de zaak met kenmerk C/02/414195 / JE RK 23-1688, is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 21 juli 2024.
2.3
De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verslag van de bijzondere curator. De bijzondere curator concludeert, samengevat, dat [minderjarige] bij beide ouders iets anders aangeeft over het contact met haar vader. De huidige contactregeling, een co-ouderschapsregeling waarbij [minderjarige] de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader verblijft, verloopt goed. De bijzondere curator ziet geen reden hierin een wijziging aan te brengen en het contact tussen [minderjarige] en de vader te verminderen. De bijzondere curator ziet dat de oudercommunicatie gebaseerd is op wantrouwen en adviseert Solo Parallel Ouderschap. [minderjarige] heeft ondersteuning nodig om haar eigen wensen bij beide ouders duidelijk te krijgen.

3.Het verzoek

[minderjarige] verzoekt in haar op 3 april 2023 ontvangen brief om de zorgregeling tussen haar en haar vader te wijzigen.

4.De (nadere) standpunten tijdens de mondelinge behandeling

4.1
Ter toelichting op haar verslag brengt de bijzondere curator, samengevat, het volgende naar voren. [minderjarige] zit ontzettend klem tussen haar ouders. Beide ouders zijn bezig met elkaar en verliezen uit het oog wat belangrijk is voor [minderjarige] . Zij heeft als passie dansen en daarover is tussen de ouders veel gedoe geweest. Beide ouders zeggen dat zij het beste voor [minderjarige] willen, maar zij zijn onmachtig om hier ook naar te handelen. Van de ouders wordt reflectie gemist. De ouders moeten zich zo gaan gedragen dat het talent van [minderjarige] kan exploreren. Gezien wordt dat [minderjarige] bij beide ouders iets anders zegt. Dat zegt wat over haar klempositie. Volgens de bijzondere curator heeft [minderjarige] het bij beide ouders goed, ondanks dat zij ieder een eigen opvoedstijl hebben. De bijzondere curator handhaaft het advies zoals zij dit in het verslag heeft verwoord.
4.2
Door en namens de moeder is, samengevat, aangevoerd dat de moeder zich zorgen maakt over [minderjarige] . Zij heeft behoefte aan rust, moet kind kunnen zijn en moet zich kunnen focussen op de dingen die voor haar belangrijk zijn zoals school en dansen. De co-ouderschapsregeling zoals deze nu wordt uitgevoerd verloopt op zich goed. De moeder wil hierover niet verder strijden. De brief die [minderjarige] heeft geschreven komt vanuit [minderjarige] zelf. Het is belangrijk dat [minderjarige] gehoord wordt. De moeder heeft nog niet ingestemd met het ouderschapsplan, omdat daarin de wens van [minderjarige] nog niet verwoord is. De moeder wil daarom de uitkomst van deze procedure afwachten, zodat deze kan worden meegenomen in het ouderschapsplan.
In de visie van de moeder is de bijzondere curator onjuist te werk gegaan. Zij heeft slechts één keer met [minderjarige] gesproken en de andere keer in het bijzijn van de vader. Dat [minderjarige] bij beide ouders iets anders zou aangeven, is onjuist. Bij de speltherapeut zegt [minderjarige] hetzelfde als in haar brief: zij wil minder bij haar vader zijn. Als [minderjarige] iets anders zou zeggen, is dat niet vreemd. Zij weet dat wat zij zegt gedeeld wordt. Dit doet iets met haar vertrouwen. Hoe dan ook, [minderjarige] heeft behoefte aan rust. Als de kinderrechter vindt dat dit bereikt kan worden door [minderjarige] meer naar de vader of meer naar de moeder te laten gaan, dan staat de moeder daar achter. Desgevraagd kan de moeder zich vinden in het advies van de Raad om systemisch onderzoek te laten verrichten.
4.3
Door de vader is, samengevat, naar voren gebracht dat ook hij zich zorgen maakt over [minderjarige] . Zij zit klem tussen haar ouders. [minderjarige] heeft rust nodig en daarnaast ook emotionele toestemming van de ouders om bij de andere ouder te mogen zijn. Het is van belang dat de ouders [minderjarige] ondersteunen, zodat zij haar eigen kleur kan ontwikkelen. Als [minderjarige] echt meer bij de moeder wil zijn, dan is dat goed en geeft de vader daarvoor zijn toestemming. De vader hoopt dat in de periode van ondertoezichtstelling verder wordt gewerkt aan een ouderschapsplan en speltherapie kan worden hervat. De vader staat niet onwelwillend tegenover een systemisch onderzoek, zoals door de Raad wordt geadviseerd.
4.4
Namens de GI is, samengevat, naar voren gebracht dat bij [minderjarige] ‘kameleongedrag’ wordt gezien. De GI hoopt dat in de komende periode van ondertoezichtstelling verder gewerkt kan worden aan een ouderschapsplan en afspraken gemaakt kunnen worden over Solo Parallel Ouderschap. De GI hoopt dat een ouderschapsplan rust en stabiliteit zal geven. Dat heeft [minderjarige] nodig.
4.5
De Raad adviseert de kinderrechter, samengevat, als volgt. Het belangrijkste is dat eraan wordt gewerkt om [minderjarige] haar eigen kleur terug te laten krijgen. De Raad kan zich voorstellen dat de co-ouderschapsregeling kan veranderen, door welke omstandigheid dan ook. De Raad ziet dat [minderjarige] een signaal afgeeft en laat blijken het anders te willen. Wat maakt dat [minderjarige] het anders wil, moet systemisch worden besproken. De Raad adviseert een systemisch onderzoek waarbij ook gekeken wordt naar de beschikbaarheid van de ouders. Dit kan plaatsvinden tijdens de ondertoezichtstelling. Voorkomen moet worden dat [minderjarige] nog meer klem raakt en daarom is het belangrijk dat zij een vertrouwenspersoon heeft en het systeem met elkaar in gesprek gaat. Dit moet goed worden ondersteund en voorbesproken. Het is aan de GI om daarin te investeren. Daarnaast geeft de Raad de ouders nog mee dat het contact met [minderjarige] niet gaat om kwantiteit, maar om kwaliteit.

5.De (nadere) beoordeling

5.1
Op grond van artikel 1:253a juncto artikel 1:377g van het Burgerlijk Wetboek kan de kinderrechter, indien haar blijkt dat een minderjarige van twaalf jaar of ouders hierop prijs stelt, ambtshalve een beslissing geven over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders.
[minderjarige] heeft zich tot de kinderrechter gewend via de zogenaamde ‘informele rechtsingang’. [minderjarige] heeft in haar brief aan de kinderrechter aangegeven dat zij de contactregeling zoals deze nu is, wil wijzigen: zij wil minder bij haar vader zijn.
Dit betekent dat [minderjarige] de kinderrechter vraagt om ambtshalve een beslissing te geven. Ambtshalve betekent dat er geen officieel formeel verzoek is gedaan. [minderjarige] kan zo’n officieel verzoek ook niet zelfstandig indienen. Zij heeft als minderjarige namelijk geen formele eigen rechtsingang.
5.2
De kinderrechter maakt zich ernstige zorgen over [minderjarige] . [minderjarige] zit volledig klem tussen de ouders en er is sprake van forse loyaliteitsproblematiek. Verder is gebleken dat [minderjarige] in elke situatie waarin zij zich bevindt een andere [minderjarige] laat zien. [minderjarige] lijkt verschillende persoonlijkheidstoestanden te hebben, waarbij ook sprake is van een vorm van vergeetachtigheid. Zij kan zich in een bepaalde toestand/situatie dingen uit een andere toestand/situatie niet herinneren.
5.3
Alvorens tot een beoordeling over te gaan stelt de kinderrechter het volgende vast:
- Er is op dit moment een co-ouderschapsregeling waarbij [minderjarige] de ene week bij haar moeder verblijft en de andere week bij haar vader.
- Beide ouders houden ontzettend veel van [minderjarige] .
- Beide ouders willen alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat het goed gaat met [minderjarige] .
- Beide ouders hebben hetzelfde doel voor ogen: zij willen rust en stabiliteit voor [minderjarige] .
- Beide ouders staan achter een verlenging van de ondertoezichtstelling en werken daaraan mee.
- Beide ouders geven aan achter de wens van [minderjarige] te kunnen staan, ook als dat betekent dat [minderjarige] minder bij hen en meer bij de andere ouder is dan nu.
- Beide ouders staan positief tegenover het opstellen van een definitief ouderschapsplan.
Ondanks de tegenstellingen tussen de ouders, hebben zij bovengenoemde punten gemeen. De kinderrechter put hieruit hoop. Het vormt de basis voor de toekomst waarin [minderjarige] uit haar klempositie geraakt en haar eigen kleur hervindt.
5.4
Op grond van de overgelegde stukken en de gesprekken die de kinderrechter met [minderjarige] , de ouders, de Raad, de GI en de bijzondere curator heeft gehad, is gebleken dat ieder op zoek is naar hetzelfde: rust, stabiliteit en duidelijkheid voor [minderjarige] . De kinderrechter beaamt het belang van deze doelen nu gezien wordt dat [minderjarige] al tijden klem zit tussen haar ouders. De kinderrechter hoopt dat met een beslissing op het verzoek van [minderjarige] , de door iedereen zo gewenste (en noodzakelijke) rust en stabiliteit zal ontstaan en dat de ouders zich hierin zullen voegen, zoals zij hebben toegezegd.
5.5
Duidelijk is dat er sprake is van forse loyaliteitsproblematiek en dat [minderjarige] op verschillende momenten verschillende signalen afgeeft. Daarbij merkt de kinderrechter op dat [minderjarige] vaker (ook bij speltherapie) aangeeft [minderjarige] aan dat zij minder bij haar vader wil zijn. Duidelijk is dat de huidige regeling - die al geruime tijd loopt - de situatie er niet beter op heeft gemaakt. Duidelijk is ook dat beide ouders het het allerbelangrijkst vinden dat er rust komt voor [minderjarige] en dat zij ermee kunnen instemmen om de huidige regeling in het belang van [minderjarige] te wijzigen, ook als dat betekent dat [minderjarige] meer tijd bij de andere ouder zal verblijven.
5.6
De kinderrechter vindt het in het belang van [minderjarige] dat beide ouders een belangrijke rol blijven spelen in haar leven. Dit betekent echter niet dat de verdeling van haar opvoeding en verzorging op basis van een 50-50 regeling zou moeten plaatsvinden. Zoals ook door de Raad naar voren gebracht, gaat het niet zozeer om de hoeveelheid van het contact, maar om de kwaliteit daarvan. Omdat [minderjarige] niet expliciet heeft aangegeven welke contactregeling voor haar het fijnst zou zijn, zal de kinderrechter met het bepalen daarvan rekening houden met de passie van [minderjarige] : dansen en zingen. Gebleken is dat [minderjarige] hier veel talent voor heeft. Ook kan [minderjarige] zich middels zang en dans uiten en kijkend naar de (klem)situatie waarin [minderjarige] zich al jaren bevindt, vindt de kinderrechter het extra belangrijk dat [minderjarige] zich hierin verder kan ontwikkelen. Omdat de dans- en zanglessen tussen de ouders (veelal op praktisch vlak) nog steeds voor onrust en discussie zorgen, en gelet op het feit dat de moeder doordeweeks meer tijd en ruimte heeft om [minderjarige] hierin te begeleiden, zal de kinderrechter de contactregeling daarop aanpassen.
5.7
De kinderrechter zal daarom, onder wijziging van de huidige contactregeling zoals opgenomen in de beschikking van 30 juni 2022 van het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch, bepalen dat de vader en [minderjarige] gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar om de week van vrijdag uit school tot dinsdag naar school. Het verzoek van [minderjarige] ziet niet op de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gedurende de vakanties en feestdagen, zodat de huidige regeling daarvan in stand blijft.
De kinderrechter hoopt dat hiermee rust ontstaat voor [minderjarige] zodat zij zich op een gezonde manier kan gaan ontwikkelen en haar ‘eigen ik’ kan gaan ontdekken. De kinderrechter doet een dringend beroep op de ouders om dit voor [minderjarige] mogelijk te maken. Samen hebben zij de toekomst van [minderjarige] in handen.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.8
De kinderrechter zal deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het
voor [minderjarige] belangrijk is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen
uitgevoerd kan worden.
Bijzondere curator
5.9
Nu het gevraagde advies is gegeven en een eindbeslissing wordt gegeven zal de bijzondere curator worden ontslagen van haar functie als bijzondere curator over de [minderjarige] wat betreft deze procedure in eerste aanleg.
Brief aan [minderjarige]
5.1
De kinderrechter heeft met [minderjarige] afgesproken dat zij zelf een brief krijgt waarin de beslissing staat. Omdat de kinderrechter het ook belangrijk vindt dat beide ouders weten hoe [minderjarige] door de kinderrechter wordt geïnformeerd, zal de inhoud van de brief aan [minderjarige] in deze beschikking worden opgenomen. De kinderrechter zal de brief aan [minderjarige] sturen naar het adres van beide ouders.
Beste [minderjarige] ,
Je bent twee keer op de rechtbank geweest om met de kinderrechter te praten. Ook jouw ouders hebben een paar keer met de kinderrechter gesproken, voor het laatst op 8 november 2023. Tijdens dat gesprek waren ook aanwezig: de bijzondere curator (mevrouw Stam), de gezinsvoogd [naam 1] ) en mevrouw [naam 2] van de Raad voor de Kinderbescherming.
De kinderrechter heeft goed naar jou en alle anderen geluisterd. Iedereen vindt het heel belangrijk dat er rust komt voor jou en dat jij gewoon [minderjarige] kunt zijn, waar je ook bent. Verder heeft de kinderrechter gezien dat mama en papa allebei heel veel van jou houden. Zij willen allebei wat het beste is voor jou. Mama en papa hebben ook allebei gezegd dat als het voor jou het beste is om alles zo te laten, zij dat goed vinden. En mama en papa vinden het ook goed dat de regeling wordt gewijzigd en je meer bij de ander bent, als dat het beste is voor jou.
Omdat mama en papa er samen niet uitkomen, heeft de kinderrechter een beslissing genomen. De kinderrechter heeft hier goed over nagedacht en zij heeft besloten om de regeling die er nu is te veranderen. Vanaf 1 december 2023 geldt de volgende regeling:
je blijft om de week naar papa gaan, maar dan van vrijdag uit school tot dinsdag naar school. Op dinsdag zal mama jou uit school halen en ben je de rest van de tijd bij mama.
De kinderrechter hoopt dat er hiermee rust komt voor jou en wenst jou veel plezier met jouw grote passie: dansen en zingen.
Met vriendelijke groet,
De griffier

6.De beslissing

De kinderrechter:
wijzigt de beschikking van gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 30 juni 2022 als volgt:
bepaalt in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken dat de vader en de minderjarige [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013 gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar om de week van vrijdag uit school tot dinsdag naar school;
bepaalt dat deze regeling geldt met ingang van 1 december 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
ontslaat mr. L. Stam van haar functie als bijzondere curator over voornoemde minderjarige wat betreft deze procedure in eerste aanleg;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023 door mr. Phillips, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.