Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
3.De beslissing
- tweemaal eens per maand een uur, onder begeleiding van de jeugdzorgwerker;
- daarna eenmaal per maand, onbegeleid, gedurende een uur of twee uur, ter beoordeling aan de GI;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 november 2023 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de omgang tussen een vader en zijn minderjarige kind. De zaak betreft een verzoek van de man om een omgangsregeling vast te stellen, na een periode waarin het contact met zijn kind was verbroken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inmiddels vier tot vijf begeleide omgangsmomenten hebben plaatsgevonden, waarbij de omgang eens per maand plaatsvond onder toezicht van een jeugdzorgwerker van de Gecertificeerde Instelling (GI). De man heeft aangegeven blij te zijn met de herstelde contacten en is bereid om de omgangsregeling uit te breiden, afhankelijk van de wensen van het kind.
De rechtbank heeft de betrokkenheid van de GI benadrukt en het belang van het kind vooropgesteld. De GI heeft aangegeven dat de omgang positief is verlopen en dat een uitbreiding van de omgang in kleine stapjes moet plaatsvinden. De rechtbank heeft besloten dat de omgangsregeling voorlopig blijft zoals deze is, met de mogelijkheid voor de GI om in de toekomst aanpassingen te maken, afhankelijk van de ontwikkeling van het kind.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Tevens zijn de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, gezien de affectieve relatie die zij hebben gehad en het gezamenlijke belang in de zorg voor hun kind.