In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 november 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende vervangende toestemming voor de inschrijving van twee minderjarige kinderen op een basisschool. De vrouw, verzoekster en moeder van de kinderen, heeft verzocht om vervangende toestemming om haar kinderen, geboren in 2014 en 2017, in te schrijven op basisschool [school 1] in [plaats 1]. De man, verweerder en vader, is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2023, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek toe te wijzen, gezien het belang van de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen momenteel naar school in [plaats 2] gaan, wat leidt tot aanzienlijke reistijd en complicaties voor de vrouw. De rechtbank heeft overwogen dat het in het belang van de kinderen is om dichter bij huis naar school te gaan, zodat zij meer tijd hebben om met vriendjes te spelen en minder reistijd hebben. De rechtbank heeft de vrouw vervangende toestemming verleend om de kinderen per 1 januari 2024 in te schrijven op de gewenste school en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders verzochte is afgewezen.