2.De feiten
Tussen partijen staat het volgende vast:
- [eiser in conventie] exploiteert een restaurant;
- Promat- IGC exploiteert een onderneming in onder andere de productie, het onderhoud, de reparatie en montage van parasols, terrasoverkappingen, windschermen en zonwering;
- op 25 maart 2021 heeft Promat- IGC aan [eiser in conventie] een offerte toegezonden voor de levering van een Maximus parasol (afmetingen 11 x 5,5 meter), zes windschermen van verschillende afmetingen en bijbehorende accessoires voor een bedrag van € 24.167,09 inclusief btw. Op de offerte wordt het volgende vermeld:
‘
(...) Op bovenstaande gelden de volgende condities:
Levertijd: Schermen ca 5 weken en parasol ca 12 weken na ontvangst getekende offerte en aanbetaling. (...)
Betalingscondities: 50% bij getekende offerte, 50% afbetaling in 12 maanden (met rente 8%) (...)
Voor zover hierboven niet uitdrukkelijk vermeld, zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. (...)’;
- op de offerte van Promat- IGC zijn haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard. Hierin is onder andere opgenomen:
“(…) Ten gevolge van vertragingen en een wereldwijd tekort aan onderdelen bij onze toeleveranciers, zijn de vermelde levertermijnen niet bindend. We behouden ons het recht voor leveringen uit te stellen of bestellingen te annuleren. (…)”;
- [eiser in conventie] heeft de offerte op 27 maart 2021 geaccordeerd. De aanbetaling van € 12.083,54 is op 1 april 2021 door Promat- IGC ontvangen;
- Promat- IGC heeft medio mei 2021 de windschermen geplaatst;
- op 2 juni 2021 heeft Promat- IGC een tweede offerte aan [eiser in conventie] uitgebracht voor nog eens acht windschermen met bijbehorende accessoires voor een bedrag van € 4.978,42 inclusief btw. [eiser in conventie] heeft de offerte geaccordeerd, waarop door Promat- IGC op 18 juni 2021 een opdrachtbevestiging is gestuurd. De aanbetaling van 50%, een bedrag van € 2.489,21, is op 23 juni 2021 door [eiser in conventie] voldaan;
- de parasol is op 16 september 2021 geplaatst met uitzondering van de heaters, omdat die door de toeleverancier van Promat- IGC nog niet aan haar geleverd waren. Promat- IGC heeft tijdelijk 1000 watt heaters in bruikleen gegeven aan [eiser in conventie] ;
- met betrekking tot het resterende openstaande bedrag van de eerste offerte van € 12.083,54 (inclusief btw) hebben partijen op dat moment afgesproken dat dit inclusief rente in maandelijkse termijnen van € 1.083,92 moest worden betaald vanaf 1 oktober 2021;
- [eiser in conventie] heeft deze termijnen niet betaald aan Promat- IGC ;
- vanaf oktober 2021 heeft [eiser in conventie] meerdere gebreken en schades aan de parasol aan Promat- IGC gemeld. Partijen hebben daarover met elkaar gecorrespondeerd en Promat- IGC heeft diverse reparaties uitgevoerd;
- Promat- IGC heeft op 11 november 2021 de laatste twee winschermen geplaatst;
- in juni 2022 heeft Promat- IGC de parasol ter reparatie opgehaald. De parasol is hersteld. Promat- IGC heeft een afspraak ingepland om de parasol terug te plaatsen en heeft als voorwaarde gesteld dat eerst de openstaande termijnen betaald moesten worden. [eiser in conventie] heeft plaatsing onder deze voorwaarde geweigerd. De parasol en het doek bevinden zich nog bij Promat- IGC ;
- [eiser in conventie] heeft Promat- IGC op 30 januari 2023 een aangetekende brief gestuurd waarin zij schrijft:
‘(…) [eiser in conventie] gaat hierbij over tot (buitengerechtelijk) ontbinding van de op 24 maart 2021 met Promat gesloten overéénkomst en betaling van het onverschuldigde bedrag van € 12.043,60, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 1 april 2021, te rekenen tot de dag van algehele voldoening. (…) Mocht er geen betaling volgen van het bedrag van
€ 12.043,60 (rente p.m.) binnen een termijn van acht dagen na heden, dan acht [eiser in conventie] zich vrij tot het nemen van passende maatregelen.’.