ECLI:NL:RBZWB:2023:8205
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar inzake omgevingsvergunning voor kap van bomen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van 11 januari 2023, waarin haar bezwaar tegen de verleende omgevingsvergunning voor de kap van 21 bomen niet-ontvankelijk werd verklaard wegens het ontbreken van belanghebbendheid. De rechtbank heeft het beroep op 6 oktober 2023 behandeld, waarbij eiseres aanwezig was en het college werd vertegenwoordigd door mr. [vertegenwoordiger college 1] en [vertegenwoordiger college 2].
De rechtbank concludeert dat het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de kapvergunning, maar de rechtbank oordeelt dat er geen procesbelang meer is, aangezien de bomen al gekapt zijn. Eiseres betoogde dat zij nog steeds belang had bij een inhoudelijke beoordeling, omdat zij uitsluitsel wilde over haar status als belanghebbende voor eventuele toekomstige kap van bomen. De rechtbank oordeelt echter dat er geen concrete plannen zijn voor toekomstige kap, waardoor het procesbelang ontbreekt.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat, zelfs als de bomen niet gekapt zouden zijn, eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank verwijst naar de definitie van belanghebbende in de Algemene wet bestuursrecht, waarbij een persoon een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang moet hebben dat hem of haar in voldoende mate onderscheidt van anderen. Eiseres kan zich emotioneel onderscheiden, maar juridisch gezien niet, omdat zij feitelijk niet verschilt van andere bezoekers van de begraafplaats. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst erop dat eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.